Avis Nº 10/2014. Commission pour la Protection de la Vie Privýe, 2014-02-05
Date | 05 février 2014 |
Docket Number | F-20140205-9 |
Court | Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer |
1/51
Advies nr 10/2014 van 5 februari 2014
Betreft: Advies uit eigen beweging betreffende het Voorstel voor een Verordening van het Europees
Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens , zoals dit werd
gestemd door de Commissie LIBE van het Europees Parlement op 17 oktober 201 3 (CO-A-2014-001)
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
Gelet op de wet van 8 december 1992
tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte
van de verwerking van persoonsgegevens
(hierna WVP), inzonderheid artikel 29;
Gelet op het verslag van de heer Willem Debeuckelaere, voorzitter en Stefan Verschuere,
ondervoorzitter;
Brengt op 5 februari 2014 het volgend advies uit:
.
.
.
.
.
.
Advies 10/2014 - 2/51
Executive Summary
Op 21 november 2012 bracht de CBPL uit eigen beweging een kritisch advies uit over het Voorstel
voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van
natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije
verkeer van die gegevens (hierna "het ontwerp van Verordening") dat door de Europese Commissie
werd neergelegd.
In het verlengde van de in advies 35/2012 geformuleerde bezwaren en commentaren, formuleert de
CBPL hierna haar sta ndpunt over de ontwerptekst die in het raam van de medebeslissingsprocedure
op 17 oktober 2013 werd gestemd door de leidende Commissie "burgerlijke vrijheden, justitie en
binnenlandse zaken" van het Europees Parlement (hierna de Commissie LIBE).
De CBPL wil de aandacht vestigen van zowel de bevoegde Europese parlementsleden als van de
(Belgische) politieke verantwoordelijken – vandaag en na de eerstkomende verkiezingen – op de
gevolgen van de koers die ingeslagen werd door de leidende Commissie. Heel bijzon dere aandacht
wordt besteed aan bepaalde concepten die niet voorkomen in het ontwerp dat door de Europese
Commissie werd neergelegd (pseudonieme gegeve ns), die een andere dimensie krijgen in de ogen
van de Europese Parlementsleden (certificering, BCR "verwerkers") of die bijvoorbeeld sterk ter
discussie staan op het niveau van de Raad (profilering, principe van het centraal contactpunt of
"one-stop-shop", mogelijkheden tot instellen van beroep, historisch, wetenschappelijk of statistisch
onderzoek).
Een sterkere bescherming van de rechten van de betrokkenen?
Een van de uitgesproken
doelstellingen van de hervorming van de ge gevensbescherming is de versterking van de rechten van
de betrokkenen, meer in het bijzonder in het alomtegenwoordige digitale tijdperk en ten opzichte
van de giganten van het internet (Europese en niet-Europese). In haar advies 35/2012 heeft de
CBPL meteen haar twijfels geuit over de daadwerkelijke versterking die zou geboden worden door
het ontwerp van Verordening, in het bijzonder ten opzichte van het acquis va n de richtlijn 95/46/EG.
Een reële bescherming verloopt natuurlijk via de inhoud van het recht maar ook via de effectieve
uitvoering ervan (onder meer uitvoerbaar voor de verantwoordelijken voor de verwerking) en,
in
fine
, via de middelen die ter beschikking worden gesteld van de betrokkene om zijn rechten te laten
gelden, zowel tegenover de verantwoordelijke voor de verwerking als bij de toezichthoudende
autoriteit en de gerechtelijke instanties. Ter ondersteuning van deze stelling formuleert de CBPL
volgende commentaren.
Advies 10/2014 - 3/51
I.
Een passend toepassingsgebied
1. De gegevensverwerkingen die uitgevoerd worden in het raam van het gebruik van sociale
netwerken mogen niet volledig ontsnappen aan de toepassing van het ontwerp van
Verordening. Haar materieel toepassingsgebied moet die verwerkingen omvatten en de
draagwijdte van de uitzondering voor louter persoonlijke en huishoudelijke activiteiten moet
zodanig gedefinieerd worden dat die verwerkingen gedekt zijn door de Verordening (punt 6
e.v.).
2. De CBPL verzet zich tegen de invoeging van het begrip "pseudonieme gegeve ns", of zi j nu het
resultaat zijn van een codering of een identificatiemidde l in de digitale omgeving. De invoeging
in het ontwerp van Verordening van een s ubcategorie persoonsgegevens, bemoeilijkt nog meer
de interpretatie van de huidige begrippen "persoonsg egevens" en "anonieme gegevens",
waarop het van kracht zijnde stelsel berust. Door overigens te voorzien in een onduidelijk
"light" regime voor deze categorieën persoonsgegevens, zou de geplande hervorming
uitmonden in een onaanvaardbare verzwakking van het gewaarborgd bescherm ingsniveau
(punt 9 e.v.).
II.
Passende definities
3. De CBPL pleit voor een definitie van gege vens betreffende de gezondheid die rekening houdt
met de context waarin de verwerking van dergelijke gegevens zi ch zou voordoen (punt 15 e.v.).
In de gevallen waarin het gaat om verwerkingen voor therapeutische doeleinden, verzet zij zich
ook tegen de noodzaak om te voorzien in een specifieke wetgeving die de verwerking to elaat
(punt 129 e.v.).
III.
Een passend afwijkingsstelsel
4. De Commissie LIBE beperkt de mogelijke vrijstellingen voor toepassing van de Verordening,
hetzij via artikelen waarvan kan worden afgeweken, hetzij via redenen waarom een lidstaat een
afwijkend regime kan i nvoeren. De CBPL waarschuwt de le zer in dit opzicht voor de schrapping
van het begrip "algemeen belang van de Unie of van een lidstaat" en de vervanging hiervan
door enkel "taxation matters" (punt 56 e.v.).
IV.
Effectieve, versterkte rechten voor de betrokkenen (of op z'n minst gevrijwaard ten opzichte
van het acquis van de richtlijn 95/46/EG)
5. De CBPL verwelkomt de wijzigingen die door de Commissie LIBE werden aangebracht aan de
inhoud van de
informatieverstrekking
die aan de betrokkenen moet worden gedaan, meer
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI