Advies, Gegevensbeschermingsautoriteit, 2024-10-18

Advies nr. 100/2024 van 18 oktober 2024
Betreft: een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 betreffende het inzagerecht en de bemiddeling bij interlandelijke adoptie, wat betreft de procedure tot vergunning van een interlandelijke adoptiedienst (CO-A-2024-242)
Trefwoorden: interlandelijke adoptie - vergunning adoptiedienst – kwalificatie personeel – uittreksel strafregister – afwezigheid strafrechtelijke onderzoeken – vermoeden van onschuld – disproportionaliteit
Originele versie
Introductie:
Het advies betreft een ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering dat uitvoering moet geven aan een nieuw artikel 16, dat bij een decreet van 17 mei 2024 werd ingevoegd in het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen en dat de vergunning van een interlandelijke adoptiedienst betreft.
De Vlaamse Regering wordt daarin gelast met de (nadere) uitwerking van de voorwaarden en de procedure tot vergunning van een interlandelijke adoptiedienst.
In de mate dat deze voorwaarden o.m. impliceren dat de adoptiedienst beschikt over personeel en een interdisciplinair team met afdoende aantoonbare expertise en dat de adoptiedienst geleid wordt door een persoon die beschikt over bepaalde kwalificaties en van onberispelijk gedrag is (zoals moet blijken uit een uittreksel uit het strafregister en een verklaring van afwezigheid van strafrechtelijke onderzoeken) gaat (de beoordeling van) een vergunningsaanvraag ontegensprekelijk gepaard met een verwerking van persoonsgegevens. Qua impact, heeft de gegevensverwerking dus betrekking op het personeel van de (te vergunnen) adoptiedienst.
Voor normatieve teksten die uitgaan van de federale overheid, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zijn de adviezen in principe zowel in het Nederlands als in het Frans beschikbaar op de website van de Autoriteit. De ‘Originele versie’ is de versie die collegiaal gevalideerd werd. De vertaaldienst van de Autoriteit stelt op basis hiervan de ‘Vertaling’ op.
De Autoriteit merkt op dat de verwerking van een verklaring van afwezigheid van (niet nader gedefinieerde) strafrechtelijke onderzoeken mogelijks onverzoenbaar is met het vermoeden van onschuld en alleszins strijdig is met het principe van minimale gegevensverwerking wegens overmatig.
De Autoriteit formuleert voorts ook bedenkingen op het vlak aanduiding van de verwerkingsverantwoordelijke en opgave van de maximale bewaartermijn.
Voor de volledige lijst van opmerkingen, wordt verwezen naar het dispositief.
De Autorisatie- en Adviesdienst van de Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna de “Autoriteit”), aanwezig: mevrouw Juline Deschuyteneer, mevrouw Cédrine Morlière en mevrouw Griet Verhenneman en de heren Yves-Alexandre de Montjoye, Bart Preneel en Gert Vermeulen;
Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, inzonderheid op artikelen 23 en 26 (hierna “WOG”);
Gelet op artikel 43 van het Reglement van interne orde volgens hetwelk de beslissingen van de Autorisatie- en Adviesdienst bij meerderheid van stemmen worden aangenomen;
Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna “AVG”);
Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna “WVG”);
Gelet op het verzoek om advies van mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (hierna "de aanvrager"), ontvangen op 19 juli 2024;
Gelet op de bijkomende inhoudelijke toelichting, ontvangen op 30 augustus 2024, op 6 september 2024 en op 24 september 2024;
Brengt op 18 oktober 2024 het volgend advies uit:
I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG
1. De aanvrager verzoekt om het advies van de Autoriteit aangaande de artikelen 5 en 7 van een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 betreffende het inzagerecht en de bemiddeling bij interlandelijke adoptie, wat betreft de procedure tot vergunning van een interlandelijke adoptiedienst (hierna "het ontwerpbesluit”).
Context en voorgaanden
2. Bij het decreet van 17 mei 20241 werd het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen (hierna “het decreet interlandelijke adoptie”) grondig herzien, onder meer wat betreft de vergunning van de interlandelijke adoptiedienst. Daartoe werd een nieuw artikel 16 in het leven geroepen houdende een overzicht van de voorwaarden waaraan een adoptiedienst moet voldoen om als dusdanig te worden erkend.
3. In dit nieuwe artikel 16 van het decreet interlandelijke adoptie wordt de nadere invulling van een aantal vergunningsvoorwaarden, evenals de vaststelling van de procedure voor de aanvraag en de hernieuwing van de vergunning van een adoptiedienst, gedelegeerd aan de Vlaamse Regering.
Zulks noopt tot een wijziging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 betreffende het inzagerecht en de bemiddeling bij interlandelijke adoptie (hierna “het besluit van 22 maart 2013”), meer...