Décision judiciaire de Raad van State, 29 juin 2022

Date de Résolution29 juin 2022
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

IXe KAMER

A R R E S T

nr. 254.143 van 29 juni 2022 in de zaak A. 232.655/IX-9822

In zake : XXXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Ruben Massoels kantoor houdend te 3010 Leuven Oude Diestsesteenweg 13 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Defensie

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 6 januari 2021, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de minister van Defensie van 1 september 2020 houdende de verbreking van ambtswege van de dienstneming van kandidaat-beroepsonderofficier XXXX.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur Geert De Bleeckere heeft een verslag opgesteld.

    De verzoekende partij en de verwerende partij hebben een laatste memorie ingediend.

    IX-9822-1/11

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 13 juni 2022.

    Staatsraad Bruno Seutin heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Ruben Massoels, die verschijnt voor de verzoekende partij en adjudant Marie-Sofie Thiriaux, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Geert De Bleeckere heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Op 16 maart 2020 begint verzoeker bij Defensie aan zijn opleiding als kandidaat-vrijwilliger beperkte duur in het centrum voor Basisopleiding en Scholing te Leopoldsburg (CBOS Noord).

    3.2. Op 19 mei 2020 neemt verzoeker tijdens de aangeboden lessen in het kader van zijn militaire basisvorming kennis van het cumulverbod. Hij ondertekent een document waarin het cumulverbod wordt vermeld.

    3.3. Verzoeker is afwezig om gezondheidsredenen (AGR) van 29 mei 2020 tot 2 juni 2020, van 5 juni 2020 tot 11 juni 2020 en van 15 juni 2020 tot 14 juli 2020.

    Gedurende die periodes van afwezigheid om gezondheidsredenen wordt vastgesteld op de sociale media van verzoeker dat hij

    IX-9822-2/11

    de activiteiten van zijn ‘onderneming’ “XXXX” heeft heropgestart. Verzoeker betwist dat hij een onderneming heeft en stelt dat die activiteiten slechts een (niet-betaalde) hobby zijn.

    3.4. Op 30 juni 2020 stelt de korpscommandant van verzoeker met een model B de verbreking van diens dienstneming van ambtswege voor.

    3.5. Op 2 juli 2020 neemt verzoeker kennis van dit voorstel tot verbreking van zijn dienstneming en verklaart hij een verweerschrift te zullen opstellen.

    3.6. Op 6 juli 2020 laat verzoeker per e-mail aan de officier belast met personeelszaken van CBOS Noord weten dat hij de afspraak van de dag erna wenst te annuleren. Op 7 juli 2020 bevestigt verzoeker telefonisch aan deze officier geen verweerschrift te zullen indienen bij de korpscommandant.

    3.7. Op 8 juli 2020 bezorgt de korpscommandant van verzoeker, met een model B, het voorstel tot verbreking van de dienstneming van verzoeker aan de minister van Defensie.

    3.8. Op 17 augustus 2020 begint verzoeker opnieuw met de militaire basisopleiding, doch ditmaal in de hoedanigheid van kandidaat-beroepsonderofficier in de Koninklijke School voor Onderofficieren (KSOO) te Sint-Truiden.

    3.9. Op 1 september 2020 besluit de minister van Defensie om de dienstneming van verzoeker te verbreken. Dit is het bestreden besluit.

    IX-9822-3/11

    Dat luidt als volgt:

    “In rechte: 1. A16 – G1, Art 79/1, 3°, c) 2. A16 – K25, Art 12, § 5 3. A16 – J1, Art 10, tweede lid 4. DGHR-GID-CUMUL-001, Par 7

    In feite: Betrokkene werd op 16 Mar 20 ingelijfd. Op 19 Mei 20 heeft betrokkene tijdens de les kennisgenomen van het cumulverbod dat geldt voor militairen. Hij ondertekende diezelfde dag een document waarin dit cumulverbod nogmaals duidelijk herhaald werd.

    Op 15 Jun 20 werd vastgesteld op de sociale media van betrokkene dat hij de activiteiten van zijn onderneming (XXXX) had heropgestart, dit op 13 Jun 20. Betrokkene heeft nooit toestemming verkregen voor het uitoefenen van een cumul. Screenshots van deze sociale media tonen aan dat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT