Décision judiciaire de Raad van State, 23 juin 2022

Date de Résolution23 juin 2022
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VOORZITTER VAN DE VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 254.076 van 23 juni 2022 in de zaak A. 234.893/VII-41.232

In zake : de BV VC ENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Gregory Vermaercke en Daan Vandenbroucke kantoor houdend te 8200 Brugge Dirk Martensstraat 23 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

Claudine DE CLERCQ bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Sofie De Maesschalck kantoor houdend te 9000 Gent Kasteellaan 141

------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het cassatieberoep

  1. Het cassatieberoep, ingesteld op 28 oktober 2021, strekt tot de nietigverklaring van arrest nr. RvVb-A-2122-0045 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 16 september 2021 in de zaak 2021-RvVb-0142-A.

    II. Verloop van de rechtspleging

    2. Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking van 17 maart 2022.

    Op 20 april 2022 heeft de hoofdgriffier, op verzoek van het aangewezen lid van het auditoraat, aan de verzoekende partij de mededeling ter kennis gebracht, bedoeld in artikel 71, vierde lid, van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 ‘tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling

    VII-41.232-1/5

    bestuursrechtspraak van de Raad van State’ (hierna: algemeen procedurereglement).

    De verzoekende partij heeft gevraagd om te worden gehoord.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 9 juni 2022.

    Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Daan Vandenbroucke, die verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Sofie De Maesschalck, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Beoordeling

    3. Overeenkomstig artikel 70, § 1, eerste lid, 2°, van het algemeen procedurereglement geeft het instellen van een cassatieberoep aanleiding tot de betaling van een rolrecht van 200 euro. Volgens artikel 66, 6°, van hetzelfde besluit omvatten de kosten ook “de bijdrage bedoeld in artikel 4, § 4, van de wet van 19 maart 2017 ‘tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand’”.

    Gelet op artikel 71, eerste en tweede lid, van het algemeen procedurereglement...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT