Décision judiciaire de Raad van State, 26 avril 2022

Date de Résolution26 avril 2022
JuridictionUDN
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 253.582 van 26 april 2022 in de zaak A. 236.189/XIV-39.011

In zake: Henri VANDENBUSSCHE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Peter Crispyn kantoor houdend te 9030 Mariakerke Mazestraat 16 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken woonplaats kiezende bij de Federale Politie DGR/Legal/CTX 1050 Brussel Kroonlaan 145A

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering

  1. Het enig verzoekschrift, ingesteld op 16 april 2022, strekt tot de nietigverklaring en de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van “[d]e beslissing dd. 12-04-2022 genomen, minstens aldus gecommuniceerd, waarbij de aanvraag van verzoeker voor indiensthouding na de leeftijd van 65 jaar, zoals gedaan op 24-01-2022, is geweigerd”.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een nota en een administratief dossier ingediend.

    XIV-39.011-1/6

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 26 april 2022, om 10.30 uur.

    Staatsraad Kaat Leus heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Peter Crispyn die verschijnt voor verzoeker en adviseur Kirsten Peeters, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Geert De Bleeckere heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Verzoeker is Eerste commissaris van politie bij de FGP West -Vlaanderen en heeft op 1 mei 2021 de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar bereikt.

    3.2. Gebruik makend van de mogelijkheid die artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 12 mei 1927 ‘betreffende de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van de Staat’, samen gelezen met artikel 3 van de wet van 30 maart 2001 ‘betreffende het pensioen van het personeel van de politiediensten en hun rechthebbenden’ hem biedt, vraagt verzoeker om in dienst te worden gehouden na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.

    3.3. Hij verzocht daarom een eerste keer op 9 oktober 2020 om vanaf 1 mei 2021 voor één jaar langer in dienst te worden gehouden, wat hem, na gunstige adviezen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT