9 DECEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders en de interdisciplinaire samenwerking in de praktijkvoering en tot uitbreiding van de opdrachten van de huisartsenkringen

Rechtsgrond

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders, artikel 8.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 30 juni 2022.

- De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2022/064 gegeven op 19 juli 2022.

- De Raad van State heeft advies nr. 72.175/3 gegeven op 12 oktober 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

- Tot op heden is de financiering in het kader van Impulseo gebaseerd op het koninklijk besluit van 23 maart 2012 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan. Sinds de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de ondersteuning van de gezondheidszorgberoepen van de eerste lijn overgegaan naar de Vlaamse Gemeenschap. Met dit besluit wil de Vlaamse Regering een Vlaams regelgevend kader creëren voor Impulseo. Ze wil in het pakket aan ondersteuningsmaatregelen om huisartsenpraktijken uit te bouwen en te ondersteunen, ook specifieke accenten toevoegen om interdisciplinaire samenwerking te stimuleren en zorgcapaciteit te optimaliseren, in lijn met het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders. Artikel 8 van het voormelde decreet stelt dat de Vlaamse Regering in een financiering kan voorzien ter ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders en van de interdisciplinaire samenwerking in de praktijkvoering. De financiering heeft tot doel de eerstelijnszorgaanbieders te ondersteunen in hun professionele activiteiten of hen in staat te stellen hun activiteiten met betrekking tot de eerstelijnszorg op een interdisciplinaire wijze uit te oefenen en te blijven uitoefenen. Daarnaast wil de Vlaamse Regering met dit besluit een basis creëren voor de verzameling van gegevens van Vlaamse huisartsenpraktijken, zoals de samenstelling van de praktijk, aanwezige disciplines en een gekozen financieringssysteem. Die gegevens zullen zeer nuttig zijn om het Vlaamse beleid (in samenwerking met de sector) rond huisartsengeneeskunde en eerstelijnszorg verder te versterken, onder meer in het kader van de uitwerking van de toekomstige zorgstrategische planning in de eerste lijn.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. actieve huisarts: een erkende huisarts die praktijk voert als huisarts in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;

  2. agentschap: het Agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid";

  3. huisarts in opleiding: een arts die een theoretische en praktische opleiding tot de specialisatie huisarts volgt bij stagemeesters die daarvoor erkend zijn conform een goedgekeurd stageplan;

  4. installatie: de datum vanaf wanneer de erkende huisarts deelneemt aan de medische permanentie conform artikel 21 van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg;

  5. startende huisarts: elke huisarts die zich voor de eerste keer installeert in een nieuwe of bestaande individuele praktijk of groepspraktijk op een van de volgende tijdstippen:

    1. maximaal vijftien jaar na de erkenning als huisarts;

    2. binnen twee jaar na de terugkeer uit het buitenland, op voorwaarde dat de arts gedurende meer dan één jaar actief was in het buitenland.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen

    Art. 2. De aanvragen van een tegemoetkoming als vermeld in artikel 10, of een renteloze lening als vermeld in artikel 6 of 7, worden ingediend met een formulier dat of een webapplicatie die het agentschap daarvoor ter beschikking stelt op zijn website.

    In het formulier of de webapplicatie, vermeld in het eerste lid, worden de volgende gegevens opgenomen:

  6. de volgende identificatiegegevens van de aanvrager:

    1. de voor- en achternaam;

    2. het domicilieadres;

    3. het RIZIV-nummer;

    4. het Rijksregisternummer;

  7. de volgende gegevens over de praktijk:

    1. het adres van de praktijk;

    2. het KBO-nummer;

    3. het aanbod en de aanwezige disciplines;

    4. het aantal tewerkgestelden en hun tewerkstellingsgraad;

  8. de aanduiding van de tegemoetkoming waarvoor de aanvraag wordt ingediend;

  9. het rekeningnummer waarop de tegemoetkoming kan worden overgemaakt;

  10. als het een aanvraag betreft van een renteloze lening als vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid, of een bijkomende renteloze lening als vermeld in artikel 7, § 1, eerste lid, de documenten en bewijsstukken, vermeld in artikel 9;

  11. als het een aanvraag betreft van een tegemoetkoming in de loonkosten als vermeld in artikel 11, de documenten en bewijsstukken vermeld in artikel 14, en, in voorkomend geval, vermeld in artikel 16;

  12. als het een aanvraag betreft van een tegemoetkoming voor diensten als vermeld in artikel 17, de documenten en gegevens, vermeld in artikel 19, tweede lid;

  13. de volgende contactgegevens van de aanvrager:

    1. het telefoonnummer;

    2. het e-mailadres;

  14. de datum waarop de aanvrager als huisarts is erkend;

  15. de datum van terugkeer in België als de aanvragende arts gedurende meer dan één jaar actief was in het buitenland;

  16. als het een aanvraag betreft van een renteloze lening als vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid, of een bijkomende renteloze lening als vermeld in artikel 7, § 1, eerste lid:

    1. de burgerlijke staat van de aanvrager;

    2. als de aanvrager gehuwd is, de volgende gegevens van de partner van de aanvrager:

    1) de voor- en achternaam;

    2) het Rijksregisternummer;

    3) het e-mailadres;

  17. als het een aanvraag betreft van een tegemoetkoming in de loonkosten als vermeld in artikel 11:

    1. de volgende identificatiegegevens van de werknemer of werknemers waarvoor de tegemoetkoming wordt gevraagd:

      1) de voor- en achternaam;

      2) het Rijksregisternummer;

      3) het domicilieadres;

    2. de volgende tewerkstellingsgegevens van de werknemer of werknemers waarvoor de tegemoetkoming wordt gevraagd:

      1) het aantal volledige maanden tewerkstelling in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

      2) het tewerkstellingspercentage, uitgedrukt in het gemiddeld aantal uren tewerkstelling per week.

      Het formulier, vermeld in het eerste lid, wordt ondertekend door de aanvrager.

      Als het een aanvraag betreft van een renteloze lening als vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid, of een bijkomende renteloze lening als vermeld in artikel 7, § 1, eerste lid, en de aanvrager gehuwd is, wordt het formulier eveneens ondertekend door de partner van de aanvrager.

      Het agentschap is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van de verwerking en de opvolging van de aanvragen van een tegemoetkoming als vermeld in artikel 10, of een renteloze lening als vermeld in artikel 6 of 7.

      De persoonsgegevens, vermeld in het tweede lid, worden bewaard gedurende een termijn van maximaal 10 jaar, na de ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.

      Art. 3. § 1. Het agentschap wijst, voor de verwerking en de opvolging van de aanvragen van een tegemoetkoming of een renteloze lening, vermeld in dit besluit, inclusief de uitbetaling aan de rechthebbenden, een of meer organisaties aan.

      § 2. De organisatie of organisaties die conform paragraaf 1 worden aangewezen, worden belast, voor rekening van het agentschap, met het dagelijks beheer van de tegemoetkomingen en de renteloze lening aan de individuele huisartsen en met de financierings- en controlemodaliteiten van dat dagelijks beheer.

      Het dagelijks beheer, vermeld in het eerste lid, omvat al de volgende aspecten:

  18. de individuele kredietovereenkomsten beheren;

  19. de toegekende middelen overmaken;

  20. de terugbetalingen en de algemene opvolging van de kredieten, de fase van geschil daarin begrepen;

  21. de individuele tegemoetkomingen aan de huisartsen verwerken en opvolgen en die individuele tegemoetkomingen beheren.

    De organisatie of organisaties die conform paragraaf 1 worden aangewezen, rapporteren maandelijks inhoudelijk en financieel over het dagelijks beheer, vermeld in het eerste en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT