9 AUGUSTUS 2022. - Koninklijk besluit houdende aflevering van vaccins tegen apenpokken aan artsen op grond van een schriftelijk verzoek voor een groep patiënten
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen voor menselijk gebruik, artikel 3, § 2, ingevoegd bij de wet van 1 mei 2006 en gewijzigd bij de wet van 5 mei 2022, en § 4, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 1 mei 2006; artikel 6, § 2, tweede lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 mei 2022 en artikel 12bis, § 1, derde lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 juli 2015;
Gelet op de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, artikel 30, eerste lid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 augustus 2022;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, §§ 1 en 2;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de epidemiologische situatie m.b.t. apenpokken veranderd is en dat, overeenkomstig de adviezen uitgevaardigd door o.a. de "Risk Assessment Group" bij Sciensano, de aanpak moet worden gewijzigd. De doelgroep van de vaccinatie was initieel beperkt tot gezondheidswerkers met een incidenteel hoog risicocontact en werd uitgebreid tot alle personen die een hoogrisicocontact hadden met besmette personen, dit in het kader van post-exposure profylaxe teneinde de besmettingen met apenpokken onder controle te krijgen;
Dat de vaccinatie van een blootgesteld persoon binnen de vier dagen na de blootstelling dient te gebeuren, indien de patiënt als kind niet gevaccineerd werd tegen pokken;
Dat, gelet op het belang om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan, het noodzakelijk is om bijkomend personen in te enten die omwille van hun activiteiten een hoog risico lopen op een besmetting, dat met name de sekswerkers toegang dienen te verkrijgen tot vaccinatie om zichzelf en hun cliënteel te beschermen;
Dat de doelgroep van de sekswerkers evenwel moeilijk bereikbaar is, en dat derhalve dient te worden ingezet op een laagdrempelige, eenvoudig toegankelijke wijze van vaccinatie; dat zij niet in de mogelijkheid zijn om hun beroepsactiviteit te staken of aan te passen en dat andere maatregelen derhalve niet dienstig zijn;
Dat de epidemiologische situatie evenwel spoedig ingrijpen vereist, teneinde de verdere verspreiding een halt toe te roepen;
Dat de vaccinatie van sekswerkers dan ook onmiddellijk dient te worden opgestart, zonder enige vertraging, om verdere besmettingen te vermijden;
Overwegende dat een risico op een verdere verspreiding of...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI