9 AUGUSTUS 2020. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (eg) nr. 1330/2007 van de Commissie

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt tot uitvoering van de verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (hierna, de "verordening (EU) nr. 376/2014").

De verordening (EU) nr. 376/2014 heeft betrekking op het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart. Het eerste doel van deze verordening is om het aantal luchtvaart-ongevallen te verminderen door de inzameling, de behandeling en de analyse van de voorvallen in de luchtvaart in het kader van een cultuur van billijkheid.

Het ontwerp van besluit duidt het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) van de FOD Mobiliteit en Vervoer aan als de bevoegde overheid krachtens verordening (EU) nr. 376/2014. Het legt tevens de modaliteiten vast voor de verplichte en vrijwillige meldingen van voorvallen in de burgerluchtvaart conform de bepalingen van verordening (EU) nr. 376/2014.

Er wordt eraan herinnerd dat conform de bepalingen van verordening (EU) nr. 376/2014, het DGLV bij de behandeling van deze meldingen van voorvallen de vertrouwelijkheid van de ingewonnen inlichtingen moet waarborgen en de persoonsgegevens die erin aan bod komen slechts behandelt wanneer dit strikt noodzakelijk is voor de toepassing van de genoemde verordening.

Om de melding van voorvallen aan te moedigen, is het belangrijk dat in het raam van een "cultuur van billijkheid (Just Culture)" de melders van voorvallen beschermd worden tegen sancties tegen hen genomen door hun werkgever of door de betrokken overheden.

De melders, onafhankelijk de aard van de arbeidsrelatie, moeten effectief de mogelijkheid hebben om de in de verordening (EU) nr. 376/2014 beoogde voorvallen te melden, zonder het risico te lopen bestraft te worden voor deze melding. Het ontwerp van koninklijk besluit voorziet in de oprichting van een "Orgaan Just Culture" om hierop toe te zien.

Artikelsgewijze bespreking

Hoofdstuk I - Algemene bepalingen

Artikel. 1.

Artikel 1 van het ontwerp van besluit definieert de terminologie die in de tekst wordt gebruikt.

Het eerste lid 1, 2° definieert de term "voorval" door verwijzing naar artikel 2, 7) van verordening (EU) nr. 376/2014 dat er de onderstaande definitie aan geeft :

"voorval: elke veiligheidsgerelateerde gebeurtenis die een luchtvaartuig, de inzittenden of andere personen in gevaar brengt, of, indien niet gecorrigeerd of ondervangen, in gevaar zou kunnen brengen, en die in het bijzonder een ongeval of een ernstig incident omvat".

Het eerste lid 1, 5° definieert de term "organisatie" door verwijzing naar artikel 2, 8) van verordening (EU) nr. 376/2014 dat er de onderstaande definitie aan geeft :

"organisatie: elke organisatie die luchtvaart-producten en/of -diensten levert en/of die personen welke overeenkomstig artikel 4, lid 6, gehouden zijn voorvallen te melden, in dienst heeft of inhuurt of van de diensten van die personen gebruik maakt".

Art. 2.

Artikel 2, eerste lid van het ontwerp van besluit herinnert eraan dat dit ontwerp tot doel heeft verordening (EU) nr. 376/2014 ten uitvoer te brengen.

Zoals artikel 3, § 2 van verordening (EU) nr. 376/2014 toestaat, verruimt artikel 2, tweede lid van dit ontwerp het toepassingsgebied van verordening (EU) nr. 376/2014 naar alle types van luchtvaartuigen, zoals gemotoriseerde ultralichte luchtvaartuigen, historische luchtvaartuigen, paramotoren en drones.

Hoofdstuk II - Bevoegde autoriteit inzake voorvalmeldingen

Art. 3.

Artikel 6, § 3 van verordening (EU) nr. 376/2014 verplicht elke lidstaat om één of meer bevoegde autoriteiten aan te wijzen teneinde een mechanisme voor het onafhankelijk verrichten van de verza-meling, beoordeling, verwerking, analyse en opslag van de bijzonderheden over de gemelde voorvallen in te stellen overeenkomstig deze verordening.

Artikel 3, eerste lid van het ontwerp van besluit beantwoordt aan deze verplichting door het DGLV als bevoegde autoriteit aan te duiden.

De Cel voor onderzoek van luchtvaartongevallen en -incidenten, de Belgische autoriteit die verantwoordelijk is voor de veiligheidsonderzoeken, zal toegang krijgen tot de nationale databank.

De luchtvaartinspectie van het DGLV zal geen toegang hebben tot de nationale databank.

Artikel 3, tweede lid van het ontwerp van besluit beantwoordt aan de verplichting van artikel 13, § 6 van de verordening (EU) nr. 376/2014 door het DGLV te belasten met de ontwikkeling van een proces voor het analyseren van de informatie over voorvallen die overeenkomstig artikel 4, lid 6, en artikel 5, leden 2 en 3 van de bovenvermelde verordening, rechtstreeks aan hem zijn gemeld, teneinde na te gaan welke gevaren voor de veiligheid verbonden zijn aan die voorvallen.

Art. 4.

Artikel 4 van het ontwerp van besluit voert artikel 4, § 3 van verordening (EU) nr. 376/2014 uit dat de lidstaten verplicht tot de oprichting van een systeem voor verplichte melding om de verzameling van de informatie betreffende de voorvallen mogelijk te maken.

In België is het de taak van het DGLV om het systeem voor verplichte melding bedoeld in artikel 4 van verordening (EU) nr. 376/2014 op te richten.

Er dient aan te worden herinnerd dat in toepassing van artikel 4, § 1 van verordening (EU) nr. 376/2014 voorvallen in verband met de vluchtuitvoering, technische voorschriften, onderhoud en herstelling van luchtvaartuigen, luchtvaartnavigatiediensten en -faciliteiten evenals voorvallen in verband met luchtvaartterreinen en gronddiensten die een belangrijk risico voor de luchtvaartveiligheid kunnen inhouden, verplicht door de verschillende actoren van de luchtvaartwereld moeten worden gemeld.

De Europese Commissie heeft via uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/1018 van de Commissie van 29 juni 2015 tot vaststelling van een lijst waarbij voorvallen in de burgerluchtvaart die verplicht moeten worden gemeld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad worden ingedeeld in categorieën, een lijst opgesteld met een indeling in categorieën van voorvallen waarnaar moet worden verwezen bij de verplichte melding van voorvallen overeenkomstig artikel 4, eerste lid van de verordening (EU) nr. 376/2014.

Artikel 4, § 6 van verordening (EU) nr. 376/2014 bepaalt de natuurlijke personen die de voorvallen verplicht moeten melden en beschrijft de te volgen procedure voor de melding. Zo moet de persoon die het voorval meldt, zulks doen via het systeem dat is opgezet door de organisatie die de melder in dienst heeft, contracteert of een beroep doet op zijn diensten (in toepassing van artikel 4, § 2) of, bij gebreke daarvan, via het systeem dat is opgezet door de bevoegde nationale autoriteit of het Europees agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.

Artikel 4, § 6 van verordening (EU) nr. 376/2014 sluit echter niet uit dat een voorval, rechtstreeks aan het DGLV wordt gemeld.

In de praktijk zal, in toepassing van de bepalingen van artikel 4 van verordening (EU) nr. 376/2014 en van artikel 4 van dit ontwerp van besluit, een natuurlijke persoon die onder de bevoegdheid valt van een in België opgerichte organisatie, de volgende verplichting hebben :

- of het voorval melden in het systeem voor verplichte melding dat door zijn organisatie is opgezet.

Deze organisatie heeft dan, na kennis te hebben genomen van het voorval, 72 uur om op haar beurt het voorval te melden in het systeem voor verplichte melding dat door het DGLV is opgezet (art.4, § 8 van verordening (EU) nr. 376/2014) ;

- of het voorval rechtstreeks melden in het systeem voor verplichte melding dat door het DGLV is opgezet.

De aan het Directoraat-generaal Luchtvaart gemelde voorvallen worden in de nationale ECCAIRS-databank opgeslagen (European Coordination Centre for Aviation Incident Reporting System).

Daarenboven moeten de organisaties ook voorvalmeldingen die zijn afgeleid uit bijzonderheden over voorvallen die zijn verzameld in het kader van het systeem voor verplichte melding in een gegevensbank opslaan.

Bepaalde organisaties zijn wettelijk verplicht om een veiligheidsbeheerssysteem (SMS: Safety Management System) op te richten en te onderhouden. Indien dit het geval is, dient het systeem van melding een onderdeel van het SMS te zijn. Het SMS van de organisatie rapporteert vervolgens alle verplichte voorvalmeldingen aan het DGLV.

Artikel 4 van dit ontwerp bepaalt derhalve dat deze melding moet gebeuren door gebruik te maken van de middelen en methodes bepaald door de directeur-generaal van het DGLV.

Art. 5.

Artikel 5 van het ontwerp van besluit voert artikel 5, § 2 van verordening (EU) nr. 376/2014 uit dat elke lidstaat verplicht om een systeem voor vrijwillige melding op te zetten teneinde het verzamelen te faciliteren van informatie over de voorvallen.

In België is het de taak van het DGLV om het systeem voor verplichte melding bedoeld in artikel 4 van verordening (EU) nr. 376/2014 op te richten.

Er wordt aan herinnerd dat artikel 5, § 2 van verordening (EU) nr. 376/2014 de lidstaten verplicht om een systeem voor vrijwillige melding op te zetten om het verzamelen van informatie over voorvallen te faciliteren die niet zouden worden verzameld via het systeem van verplichte melding of andere veiligheidsgerelateerde informatie die door de melder als een feitelijk of potentieel gevaar voor de luchtvaartveiligheid wordt beschouwd.

Artikel 5, § 2 van verordening (EU) nr. 376/2014 bepaalt dat de voorvallen die door niet in artikel 4, § 6 bedoelde personen worden gemeld, via het systeem van vrijwillige melding worden gemeld.

In de praktijk zal, in toepassing van de bepalingen van artikel 5 van verordening (EU) nr. 376/2014 en van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT