9 AUGUSTUS 2020. - Koninklijk besluit betreffende de verloven van de officieren van het actief kader van de Krijgsmacht

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, artikel 177;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1921 houdende goedkeuring van het reglement betreffende de verloven van de officieren en gelijkgestelden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 oktober 1950, 7 april 1959, 25 april 1979 en 29 januari 2016;

Gelet op het protocol van onderhandelingen N-506 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 10 juni 2020;

Gelet op het advies 67.711/4 van de Raad van State, gegeven op 15 juli 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Defensie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In vredestijd hebben de officieren jaarlijks recht op veertig dagen vakantieverlof.

Art. 2. De in artikel 1 bedoelde verloven worden toegekend met inachtneming van de wensen van de betrokken militairen voor zover de vereisten van de dienst het mogelijk maken.

Art. 3. De vakantieverloven worden ingekort naar rato van een twaalfde van de jaarlijkse duur van het verlof, per maand niet als werkelijke dienst tellende afwezigheid, of per maand non-activiteit bij tuchtmaatregel. Het deel van de af te trekken dag wordt niet meegerekend.

Art. 4. De officieren die leerlingen zijn aan Belgische of vreemde, militaire of burgerlijke onderwijsinrichtingen staan onder de vakantieregeling van de inrichting waar ze studeren.

Voor de periode van het jaar tijdens welke zij niet aan de school zijn verbonden, wordt hun een aantal verlofdagen toegekend dat evenredig is met de duur van de buiten de school gepresteerde diensten.

Tenzij artikel 3 wordt toegepast, mag het totaal aantal verlofdagen per jaar in geen geval kleiner zijn dan het aantal dagen bepaald in artikel 1.

Art. 5. De officier die dienst doet in het buitenland, niet aan het nationale grondgebied grenzende landen, kan gemachtigd worden, ten hoogste de helft van de dagen vakantieverlof waarop hij aanspraak had kunnen maken, ineens te nemen na zijn terugkeer in België. Voor de toepassing van dit artikel, worden het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland alsook de Republiek Ierland beschouwd als aan het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT