Décision judiciaire de Raad van State, 13 janvier 2022

Date de Résolution13 janvier 2022
JuridictionUDN
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

IXe KAMER

A R R E S T

nr. 252.624 van 13 januari 2022 in de zaak A. 235.396/IX-9991

In zake: 1. XXXX 2. XXXX 3. XXXX 4. XXXX 5. XXXX 6. XXXX 7. XXXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Jan De Groote kantoor houdend te 9300 Aalst Leopoldlaan 48 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Nicolas Bonbled, Sebastiaan De Meue en Maartje Jongbloet kantoor houdend te 1000 Brussel Bischoffsheimlaan 33 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering

  1. De vordering, ingesteld op 3 januari 2022, strekt tot de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van het koninklijk besluit van 23 december 2021 ‘houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus Covid-19 pandemie te voorkomen of te beperken’.

    IX-9991-1/12

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een nota ingediend.

    Met toepassing van artikel 90, § 1, vierde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, is de zaak verwezen naar een kamer met drie leden.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 11 januari 2022, om 14.00 uur.

    Kamervoorzitter Geert Van Haegendoren heeft verslag uitgebracht.

    Advocaten Jan De Groote en Christophe Vangeel, die verschijnen voor de verzoekende partijen en advocaten Sebastiaan De Meue en Maartje Jongbloet, die verschijnen voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Jurgen Neuts heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Op 10 december 2021 vorderen drie verzoekende partijen bij de Raad van State de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van:

    IX-9991-2/12

    “a) De richtlijn van de viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand waarbij de scholenkoepels worden verplicht bij het verstrekken van onderwijs in hun inrichtingen kinderen jonger dan 10 jaar te verplichten tot het dragen van een mondmasker of te voldoen aan de wettelijk voorziene remedies inzake de mondmaskerplicht voor het verkrijgen van de toegang tot de onderwijsinstellingen. b) Het K.B. van 4 december 2021 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus Covid-19 pandemie te voorkomen of te beperken.”

    Bij arrest nr. 252.500 van 21 december 2021 heeft de Raad van State de vordering verworpen, wezenlijk omdat de bestreden “mondmaskerplicht in de scholen” voor kinderen van zes tot negen jaar “op het eerste gezicht niet vervat [zit] in het koninklijk besluit van 4 december 2021 of een van de Vlaamse Gemeenschap uitgaande reglementaire bepaling”.

    3.2. Het thans bestreden koninklijk besluit (KB) van 23 december 2021 wijzigt het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 ‘houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus Covid-19 pandemie te voorkomen of te beperken’.

    Van belang is artikel 9, 3°, van het KB van 23 december 2021, dat luidt:

    “Art. 9. In artikel 22, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: […] 3° er worden een derde en vierde lid toegevoegd luidende: ‘Eenieder, vanaf de leeftijd van 6 jaar, is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker op de volgende plaatsen, onverminderd de toepassing van de paragrafen 2 en 3: 1° de binnenruimten van scholen en onderwijsinstellingen; 2° de binnenruimten van de buitenschoolse opvang voor kinderen uit het lager onderwijs.

    De verplichting bedoeld in het derde lid is:

    IX-9991-3/12

    1° niet van toepassing op de kinderen van 6 jaar of ouder die nog niet in het lager onderwijs gestart zijn; 2° van toepassing op de kinderen die jonger zijn dan 6 jaar en al in het lager onderwijs gestart zijn; 3° niet van toepassing onder de specifieke voorwaarden zoals...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT