Décision judiciaire de Raad van State, 13 janvier 2022

Date de Résolution13 janvier 2022
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 252.612 van 13 januari 2022 in de zaak A. 233.190/VII-41.053

In zake : Stefan VANCAMPENHOUT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Pieter Jongbloet kantoor houdend te 3010 Leuven Oude Diestsesteenweg 13 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de PROVINCIE VLAAMS-BRABANT

Tussenkomende partij :

de GEMEENTE ZEMST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Sven Vernaillen kantoor houdend te 2600 Berchem Borsbeeksebrug 36 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het cassatieberoep, ingesteld op 12 maart 2021, strekt tot de nietigverklaring van arrest nr. RvVb-A-2021-0603 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (hierna: RvVb) van 4 februari 2021 in de zaak 1920-RvVb-0189-A.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking van 10 mei 2021.

    VII-41.053-1/9

    De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en verzoeker heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    De gemeente Zemst heeft een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van 6 juli 2021. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Eerste auditeur An Van den broeck heeft op 1 oktober 2021 een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State.

    Verzoeker heeft een verzoek tot voortzetting van de procedure teneinde te worden gehoord ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 23 december 2021.

    Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Maartje Jongbloet, die loco advocaat Pieter Jongbloet verschijnt voor verzoeker en advocaat Maarten Van Den Nieuwenhuijzen, die loco advocaat Sven Vernaillen verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur An Van den broeck heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    VII-41.053-2/9

    III. Feiten

  3. Met een besluit van 19 september 2019 verleent de deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant (hierna: deputatie) aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zemst een omgevingsvergunning “voor het aanleggen van een bufferbekken naar aanleiding van rioleringswerken”.

  4. Het bestreden arrest verwerpt verzoekers middel waarin hij betwist heeft dat het aangevraagde kan beschouwd worden als een aanvraag met beperkte ruimtelijke impact als bedoeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna: VCRO) en dat zijn bezwaren daaromtrent werden ontmoet door de deputatie. De RvVb verwerpt bijgevolg het beroep van verzoeker.

    IV. Onderzoek van het middel

    Standpunt verzoeker

    5. Verzoeker voert de schending aan van artikel 4.4.7, § 2, VCRO, artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 11.4.1 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen (hierna...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT