Décision judiciaire de Raad van State, 23 décembre 2021

Date de Résolution23 décembre 2021
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 252.538 van 23 december 2021 in de zaak A. 232.566/VII-40.986

In zake : het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Bart Bronders kantoor houdend te 8400 Oostende Zandvoordestraat 444, bus 1 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

  1. Alfons GEBRUERS 2. Ivo ENGELEN 3. Marc TRIPS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat John Toury kantoor houdend te 1800 Vilvoorde Jean Baptiste Nowélei 13 bij wie woonplaats wordt gekozen

    Tussenkomende partij :

    de BV YVES MAES bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Tom Swerts kantoor houdend te 2800 Mechelen Antwerpsesteenweg 16-18 bij wie woonplaats wordt gekozen

    -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  2. Het cassatieberoep, ingesteld op 24 december 2020, strekt tot de nietigverklaring van arrest nr. RvVb-A-2021-0250 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (hierna: RvVb) van 12 november 2020 in de zaak 1819-RvVb-0458-A.

    VII-40.986-1/11

    II. Verloop van de rechtspleging

  3. Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking van 8 februari 2021.

    De verwerende partijen hebben een memorie van antwoord en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    De bv Yves Maes heeft een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van 3 mei 2021. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft op 18 augustus 2021 een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State.

    De verzoekende partij heeft een verzoek tot voortzetting van de procedure teneinde te worden gehoord ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 9 december 2021.

    Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Liesbeth Tommelein, die loco advocaat Bart Bronders verschijnt voor de verzoekende partij, advocaat François Tulkens, die loco advocaat John Toury verschijnt voor de verwerende partijen en advocaat Lennart Nijs, die loco advocaat Tom Swerts verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord.

    VII-40.986-2/11

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  4. Met een besluit van 15 november 2018 verleent het Vlaamse Gewest aan de bv Yves Maes (hierna: Maes) een omgevingsvergunning “voor de exploitatie van de inrichting voor de fysicochemische behandeling van inerte afvalstromen en de aanleg van een parking”.

  5. Het bestreden arrest verklaart het derde middel van Gebruers e.a gegrond wegens ondeugdelijk onderzoek naar de vereisten van het niet geschaad zijn van de goede ruimtelijke ordening en de vereisten van het hoofdzakelijk vergund zijn om toepassing te kunnen maken van de afwijkingsregeling in artikel 5.6.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Ook hun tweede middel waarin zij hebben aangevoerd dat geen project-m.e.r.-screeningsnota was gevoegd bij de aanvraag, verklaart de RvVb met het bestreden arrest gegrond na de vaststelling dat de aanvraag minstens op het vlak van de milieueffectenscreening niet alleen zeer onzorgvuldig en intern tegenstrijdig, maar ook onvolledig is en na de vaststelling dat de screeningsparagraaf in de bestreden beslissing niets meer is dan een loutere stijlformule.

    Het bestreden arrest onderzoekt niet het eerste en vierde middel van Gebruers e.a.

    Het bestreden arrest weigert vervolgens de omgevingsvergunning omdat uit de beoordeling van het tweede middel is gebleken dat er sprake is van een onoverkomelijke legaliteitsbelemmering, meer bepaald de

    VII-40.986-3/11

    onvolledigheid van het aanvraagdossier bij gebrek aan een project-m.e.r.-screening die het Vlaamse Gewest noodzaakt de onvolledigheid van de omgevingsvergunningsaanvraag vast te stellen.

    IV. Onderzoek van het enige middel

    Standpunt Vlaamse Gewest

  6. Het Vlaamse Gewest voert de schending aan van artikel 37, § 2, van het decreet van 4 april 2014 betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT