Décision judiciaire de Raad van State, 2 décembre 2021

Date de Résolution 2 décembre 2021
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 252.297 van 2 december 2021 in de zaak A. 225.867/VII-40.354

In zake : de BVBA DE BAERE MATHIEU bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Bram Van den Bunder kantoor houdend te 8580 Avelgem Kasteelstraat 15 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

  1. de ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN

    HET AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS

  2. het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Filip Vincke kantoor houdend te 9600 Ronse Grote Markt 33 bij wie woonplaats wordt gekozen

    -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  3. Het beroep, ingesteld op 31 juli 2018, strekt tot de nietigverklaring van de beslissing van het Agentschap voor Natuur en Bos van 2 mei 2018 waarbij de erkenning van de verzoekende partij als koper of exploitant van hout, wordt ingetrokken.

    II. Verloop van de rechtspleging

  4. De tweede verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord en een toelichtende memorie ingediend.

    Auditeur Benny De Sutter heeft op 9 juli 2021 een verslag opgesteld.

    VII-40.354-1/16

    De verzoekende partij heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De tweede verwerende partij heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 18 november 2021.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Filip Vincke, die verschijnt voor de tweede verwerende partij, is gehoord.

    Auditeur Benny De Sutter heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. De verzoekende partij is een bedrijf gespecialiseerd in bosontginning, houtrecyclage en de verkoop van hout.

    Sinds 11 juni 2014 is zij erkend als bosexploitant in de zin van het besluit van de Vlaamse regering van 8 november 2002 ‘houdende de erkenning van kopers en exploitanten van hout overeenkomstig artikel 79 van het Bosdecreet van 13 juni 1990’.

    3.2. Op 1 maart 2018 dient de regiobeheerder van het Agentschap voor Natuur en Bos een klacht in over de bosexploitatie door de verzoekende partij in het domeingebied Drongengoed te Knesselare. De klacht gaat er voornamelijk over dat de exploitatievoorwaarden niet worden nageleefd, schade wordt

    VII-40.354-2/16

    toegebracht aan bomen en bodem, de boswachter niet wordt ingelicht en infrastructuur wordt weggehaald. Bij de klacht is een verslag van de boswachter gevoegd.

    3.3. Op 6 maart 2018 volgt een klacht van de terreinbeheerder van het Agentschap voor Natuur en Bos jegens de verzoekende partij omtrent een exploitatie in het domeinbos Kampveld te Oostkamp. Deze klacht heeft betrekking op een meerkap van 44,36 %. Er wordt de exploitant een financiële verrekening voorgesteld. De exploitant aanvaardt de minnelijke schikking en betaalt de verrekening.

    3.4. Met een e-mailbericht van 21 maart 2018 maakt de verzoekende partij gebruik van de mogelijkheid om schriftelijk standpunt in te nemen over de klacht met betrekking tot de meerkap in het domeinbos Kampveld. Zij stelt het volgende:

    “De meerkap in Kampveld is mede de oorzaak van slecht aangeduide ruimingspistes, bomen die niet gemarkeerd waren met de hamer (enkel met de rits aan 1 kant).

    Het hoge percentage van de meerkap is hier gebeurd doordat de aangeduide ruimingspistes gekapt werden. Dit was in een bestand met kleine fijnsparren. ANB zegt dat wij 44 % te veel gekapt hebben in het totale lot, waarvan er een bestand is die door ons nog moet gekapt worden. (er is voor dit bestand nog geen kapvergunning).

    Maar ze rekenen het wel door als een volledig lot. […]

    In het lot Kampveld waren er 3 proefvlakken en het is enkel in het bestand met de fijnsparren waar er een meerkap is. Mede door die ruimingspiste. Dit is ook duidelijk te zien.

    Wij vinden het jammer dat dit volledig werd doorgetrokken naar het volledige lot”.

    3.5. Het erkenningscomité beslist op 27 maart 2018 om een schorsing van de erkenning gedurende één maand op te leggen voor de klacht met betrekking tot het domeingebied Drongengoed. Voor de klacht met betrekking tot het domeinbos Kampveld adviseert het comité om de erkenning in te trekken. Die beslissing is als volgt gemotiveerd:

    VII-40.354-3/16

    “[…] Klachten

    Bij de bespreking van klacht 49 en 50 heeft Marc De [Spiegelaere], op eigen voorstel en om redenen van ‘mogelijk belanghebbende’ de vergadering verlaten, zoals voorzien in artikel 8 van het huishoudelijk reglement.  Klacht 49 De Baere Mathieu BVBA – Lot 4-2016 / dro 206: o Na bespreking wenst het EC alle elementen van de klacht te weerhouden. o Het veelvuldig afwijken van de opgelegde exploitatievoorwaarden (die stellen dat er moest gewerkt worden vanop de bestaande dreven) weegt zwaar door. Nergens is er ook maar een spoor van een gedocumenteerde afspraak met een boswachter die een afwijking van deze exploitatievoorwaarden zou hebben toegestaan. o Infrastructuur (slagbomen en paaltjes) zonder overleg en/of verwittiging uittrekken om zich toegang te verschaffen, is onaanvaardbaar. Dit had mits goed overleg met de boswachter ook vermeden kunnen worden (sleutel van de slagbomen kan bekomen worden). o Er wordt rekening gehouden met het feit dat door het opleggen van uitlieren als exploitatietechniek onvermijdelijk bomen kunnen beschadigd worden. o Er wordt rekening gehouden met de vaststelling dat dezelfde exploitant in de voorbije 3 jaar reeds tweemaal (klacht 41 van 26/05/2015 en klacht 43 van 16/06/2016) een waarschuwing heeft gekregen. o Sanctie: Eén maand schorsing van 1/05/2018 tot en met 31/05/2018.  Klacht 50 De Baere Mathieu BVBA – Lot 3-2017 / KAM-303 o Het EC stelt vast dat er op basis van de toegepaste controlemethodes een ernstige meerkap vastgesteld is. o De berekende meerkap bedraagt 44,36% wat uitzonderlijk omvangrijk is. o Het EC stelt vast dat de exploitant de voorgestelde financiële verrekening in meer ter financiële compensatie van de meerkap aanvaard heeft. o Het EC neemt kennis van de verweerelementen van de exploitant zoals vervat in zijn mail van 21 maart 2018. o Het EC stelt vast dat de omvang van de meerkap werd bepaald rekening houdend met het nog niet gekapt bestand. In het verkochte lot zat 300m³ populier die nog niet gekapt was maar die geen invloed heeft op het resultaat van de meerkap. Zowel bij de keuze van de plots, als bij de verwerking van de vaststellingen werd het volume populier buiten rekening gehouden. De in de plots vastgestelde meerkap werd enkel doorgerekend naar de bestanden waarin plots lagen en dus niet naar het volledige lotvolume. o De andere argumentatie aangehaald door de exploitant wordt volledig weerleg[d]:  Dat ‘slecht aangeduide ruimingspistes’ mede de oorzaak kunnen zijn, is na de kapping sowieso moeilijk te checken. Zelfs als dat zo zou zijn geweest is het geen vrijgeleide om als exploitant zelf naar eigen inzicht bomen die niet geschalmd waren toch te kappen. Als exploitant problemen vaststelt ivm technisch nodig te kappen bomen (‘slechte ruimingspistes’) die niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT