Décision judiciaire de Raad van State, 25 novembre 2021

Date de Résolution25 novembre 2021
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 252.217 van 25 november 2021 in de zaak A. 232.550/VII-40.984

In zake : de GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Veerle Tollenaere kantoor houdend te 9000 Gent Koning Albertlaan 128 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

  1. Steven DE BACKER 2. de BVBA COGNISANT 3. Bruno REYNS 4. Luc MALFROIDT 5. Geert VANDEVELDE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Joëlle Gillemot en Reiner Tijs kantoor houdend te 2000 Antwerpen Stijfselrui 48, bus 101 bij wie woonplaats wordt gekozen

    -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  2. Het cassatieberoep, ingesteld op 23 december 2020, strekt tot de nietigverklaring van arrest nr. RvVb-A-2021-0261 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (hierna: RvVb) van 12 november 2020 in de zaak 1920-RvVb-0049-SA.

    II. Verloop van de rechtspleging

  3. Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking van 21 januari 2021.

    VII-40.984-1/11

    De verwerende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft op 7 juli 2021 een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2021.

    Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Veerle Tollenaere, die verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Joëlle Gillemot, die verschijnt voor de verwerende partijen, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  4. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar (hierna: GSA) verleent op 23 juli 2019 aan het Agentschap Wegen en Verkeer (hierna: aanvrager) een stedenbouwkundige vergunning “voor het aanleggen van een rondweg (N42)” op percelen te Zottegem en Herzele.

    VII-40.984-2/11

    4. Het bestreden arrest verwerpt de exceptie van onontvankelijkheid van het beroep van De Backer e.a., en verklaart het eerste onderdeel van het eerste middel van De Backer e.a. gegrond omdat de GSA niet kon concluderen “dat het bestreden project geen project betreft vermeld in bijlage II van het project-MER-besluit door het afzonderlijk te zien van de rest van de projecten om de N42 om te bouwen tot een primaire weg II” en “[d]e repliek van de [GSA] om dit te ontkrachten […] niet [kan] overtuigen”. Het bestreden arrest vernietigt bijgevolg de bestreden vergunningsbeslissing.

    IV. Onderzoek van het middel

    Standpunt van de GSA

    5. De GSA voert de schending aan van artikel 149 van de Grondwet, de artikelen 4.1.1, § 1, 5°, 4.3.2, § 1 en § 2bis, 4.3.3, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna: DABM), bijlage III van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (hierna: project-MER-besluit).

    In het eerste onderdeel voert de GSA aan dat de RvVb ten onrechte heeft geoordeeld dat er één ruimer project voorligt en de rondweg te Herzele dus niet afzonderlijk kon worden onderzocht in het licht van de MER-wetgeving.

    De GSA bekritiseert de motieven van het bestreden arrest om te besluiten dat het vergunde project beschouwd moet worden als een onderdeel van een ruimer-geheel-project om de N42 om te bouwen, meer bepaald dat (1) “het bestreden project deel uitmaakt van de ‘intentie’ tot het ombouwen van het volledige traject van de N42 tot een primaire weg II”, (2) in “de project-m.e.r.-screeningsnota wordt verwezen naar het project dat betrekking heeft op een ander gedeelte van het traject van de N42”, en (3) de “N42 wordt

    VII-40.984-3/11

    omgebouwd volgens ‘dezelfde principes’ die aan bod komen in de project-MER van 2006, de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT