Décision judiciaire de Raad van State, 5 novembre 2021
Date de Résolution | 5 novembre 2021 |
Juridiction | UDN |
Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
VIIe KAMER
A R R E S T
nr. 252.060 van 5 november 2021 in de zaak A. 234.911/VII-41.234
In zake: de BV 3M BELGIUM bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Dominique Devos, Filip De Preter, Jonas Van Orshoven en Kwinten Vandekerckhove kantoor houdend te 1000 Brussel Keizerslaan 3 bij wie woonplaats wordt gekozen
tegen:
het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Johan Verbist, Britt Weyts en Joyce Van Caeyzeele kantoor houdend te 2000 Antwerpen Amerikalei 187, bus 302 bij wie woonplaats wordt gekozen en tevens door advocaten Filip Dewallens, Christophe Lemmens en Thierry Vansweevelt kantoor houdend te 3000 Leuven Mechelsestraat 107-109
Tussenkomende partijen:
-
de GEMEENTE ZWIJNDRECHT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Erika Rentmeesters, Laura Vandervoort en Jan Van Eynde kantoor houdend te 9100 Sint-Niklaas Vijfstraten 57 bij wie woonplaats wordt gekozen
-
de PROVINCIE ANTWERPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Reiner Tijs en Joëlle Gillemot kantoor houdend te 2000 Antwerpen Stijfselrui 48, bus 101
VII-41.234-1/40
bij wie woonplaats wordt gekozen -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering
-
De vordering, ingesteld op 30 oktober 2021, strekt tot de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van het besluit van 29 oktober 2021 van de gewestelijke toezichthouders van de Afdeling Handhaving en de gewestelijk toezichthouder van het Agentschap Zorg en Gezondheid “houdende de veiligheidsmaatregelen volgens artikel 16.7.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid” lastens de verzoekende partij.
II. Verloop van de rechtspleging
-
De verwerende partij heeft een nota ingediend.
Met een verzoekschrift van 4 november 2021 heeft de gemeente Zwijndrecht gevraagd om in het administratief kort geding te mogen tussenkomen.
Met een verzoekschrift van 4 november 2021 heeft de provincie Antwerpen gevraagd om in het administratief kort geding te mogen tussenkomen.
De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 4 november 2021, om 14.00 uur.
Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.
Advocaten Filip De Preter, Dominique Devos en Jonas Van Orshoven en Group President Safety and Industrial Business Group Michael G. Vale, die verschijnen voor de verzoekende partij, advocaten Johan Verbist en Christophe Lemmens, gewestelijk toezichthouder Bart Bautemans en
VII-41.234-2/40
handhavingsmanager Wilfried Van den Acker, die verschijnen voor de verwerende partij, advocaten Laura Vandervoort en Jan Van Eynde, die verschijnen voor de eerste tussenkomende partij en advocaat Joëlle Gillemot, die verschijnt voor de tweede tussenkomende partij zijn gehoord.
Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.
Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Feiten
3.1.1. De verzoekende partij is houder van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur die, bij ontstentenis van bezwaren en advies van het Agentschap Zorg & Gezondheid (hierna: AZG) en na gunstig advies van o.m. de gemeente Zwijndrecht, door de deputatie van de provincie Antwerpen op 17 september 2020 werd verleend voor de hinderlijke inrichting gelegen aan de Canadastraat 11 in 2070 Zwijndrecht.
De vergunning werd verleend om een chemisch bedrijf verder te exploiteren en te veranderen. Zijn onder meer vergund: - de productie van maximaal 16.600 ton per jaar waterige waterstoffluorideoplossing uit afgassen met behulp van de fluoriderecuperatie-eenheden in gebouw 017 en in zone 037 (hernieuwing, rubriek 7.1.3), - de productie van maximaal 3.300 ton per jaar (ruwe) gefluoreerde organische chemicaliën in gebouw 036 door middel van elektroperfluorinatie (uitbreiding met 800 ton per jaar, rubrieken 7.4.b.2 -7.11.1.b – 7.11.1.f),
VII-41.234-3/40
- de productie van maximaal 4.500 ton per jaar (ruwe) gefluoreerde organische chemicaliën in gebouw 016 door middel van elektroperfluorinatie (hernieuwing, rubrieken 7.4.b.2-7.11.1.b-7.11.1.d-7.11.1.f),
- de productie van maximaal 5.000 ton per jaar gefluoreerde organische chemicaliën in gebouw 036 door middel van continue en batchprocessen voor verdere zuivering en/of opwerking van (ruwe) producten afkomstig van de elektroperfluorinatie (uitbreiding met 1000 ton/jaar, rubrieken 7.4.b.2- 7.11.1.b-7.11.1.f),
- de productie van maximaal 10.150 ton per jaar gefluoreerde organische chemicaliën in gebouwen 016 en 003 door middel van continue en batchprocessen voor verdere zuivering en/of opwerking van (ruwe) producten afkomstig van de elektroperfluorinatie (vermindering met 26.250 ton per jaar, rubrieken 7.4.b.2 – 7.11.1.b – 7.11.1.d – 7.11.1.f – 20.4.1.2), waarvan de productie van maximaal 9 000 ton per jaar gefluoreerde organische chemicaliën in gebouw 003 met een verbruik van maximaal 850 ton per jaar oplosmiddelen (vermindering van 900 ton per jaar verbruik oplosmiddelen, rubriek 59.14.2),
- de productie van maximaal 4.000 ton per jaar fluorelastomeren in gebouwen
002, 032 en labo's met gebruik van een geïnstalleerde drijfkracht van 1.887,4 kW en met gebruik van maximaal 46,5 ton oplosmiddelen (uitbreiding met 62,40 kW, rubrieken 36.3.1.b.1 – 59.15.1).
De vergunning is verleend mits “de strikte naleving” van de in artikel 2 opgesomde algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden.
Eén van de bijzondere milieuvoorwaarden betreft de lozing van bedrijfsafvalwater waarvoor volgende lozingsnormen gelden: Parameter Norm Zwevende stoffen 60 mg/l BZV 25 mg/l CZV 125 mg/l Stikstof totaal 30 mg/l tot en met 30/6/2022 15 mg/l vanaf 1/7/2022 Fosfor totaal 2 mg/l Fluoride 35 mg/l tot en met 30/6/2023 15 mg/l vanaf 1 juli 2023
VII-41.234-4/40
Nitriet 0,4 mg/l
Arseen totaal 0,025 mg/l Kobalt totaal 0,006 mg/l Koper totaal 0,4 mg/l Nikkel totaal 0,12 mg/l Anionische oppervlakte-actieve stoffen
3 mg/l tot en met 30/6/2022 1 mg/l vanaf 1/7/2022 Som kationische en niet-ionogene oppervlakte-actieve stoffen
3 mg/l
AOX 400 µg/l
Perfluorbutaansulfonzuur (PFBS) 3.700 µg/l tot en met 30/6/2022 Perfluorheptaanzuur (PFHpA) 15 µg/l tot en met 30/6/2022 Perfluorhexaanzuur (PFHxA) 30 µg/l tot en met 30/6/2022 Perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS) 40 µg/l tot en met 30/6/2022 Perfluoroctaanzuur (PFOA) 40 µg/l tot en met 30/6/2022 Perfluoroctaansulfonzuur (PFOS) 30 µg/l tot en met 30/6/2022 1 µg/l vanaf 1/7/2022
10 µg/l tot en met 30/6/2022
Perfluorpentaanzuur (PFPA) 32 µg/l tot en met 30/6/2022 Perfluorbutaanzuur (PFBA) 5.000 µg/l tot en met 30/6/2022
3.1.2. Uit de vergunning komt onder meer naar voren dat: – de activiteiten van de ingedeelde inrichting algemeen omschreven worden als de productie van fijnchemicaliën in batchreactoren; – op de site van 3M zich een historische grondwaterverontreiniging bevindt met onder andere perfluoroctaansulfonzuur (PFOS), perfluoroctaansulfonamide (PFOSA) en perfluoroctaanzuur (PFOA) die sinds 2000 niet meer worden geproduceerd bij 3M; – PFOS niet meer afkomstig is van de productieprocessen, maar hoofdzakelijk van grondwater afkomstig van het bodemsaneringsproject en daarnaast een klein deel afkomstig van historische verontreinigingen in de productie-installaties, riolering en waterzuiveringsinstallatie; – PFOS een prioritair gevaarlijke stof is met een indelingscriterium gevaarlijke stoffen van 0,1 μg/l; – PFOS en PFOA moeilijk degradeerbare geperfluoreerde componenten zijn die niet of nauwelijks worden afgebroken in een biologische waterzuivering; – op de site van 3M een waterzuiveringsinstallatie staat om onder andere PFOS dat vrijkomt door het bodemsaneringsproject te zuiveren;
VII-41.234-5/40
Perfluoroctaansulfonylamide (PFOSA)
– deze installatie wordt uitgebreid met de bouw van een continue zandfilter en de plaatsing van een bijkomende koolfilter in serie;
– PFOS hecht aan zwervende stoffen.
3.1.3. Uit de bestreden beslissing komt naar voren dat de vergunde inrichting fijnchemicaliën produceert tot tussen- of eindproducten die onderscheiden worden in: – fluorchemicaliën die op hun beurt onderscheiden worden in drie productgroepen: inerte vloeistoffen (voor onder andere de elektronica-industrie), “Foam Additive” (voor toepassing door derden bij de productie van isolerende materialen), en “Home Care Division” die “Protective Materials” bevat (voornamelijk gebruikt voor de veredeling van textiel, leer enz.), – niet-fluorchemicaliën, – synthetische fluoro-elastomeren (synthetisch gefluoreerde rubbers).
In de bestreden beslissing wordt gesteld dat:
– bij de verschillende processtappen van fluorchemicaliën PFAS-emissies kunnen vrijkomen, hetzij naar afvalwater, lucht of in afval,
– bij de productie van niet-fluorchemicaliën er geen PFAS-emissies zijn, – bij de productie van synthetische fluoro-elastomeren in theorie PFAS-emissies niet uit te sluiten zijn, maar in voorkomend geval gaat het volgens de verzoekende partij om zeer minimale emissies.
3.2.1. Uit de bestreden beslissing komt ook naar voren dat de verzoekende partij op 11 juni 2021 op verzoek van AZG een lijst van 9 PFAS-verbindingen (PFBA, PFHxA, PFOA, PFBS, PFHxS, PFOS, FOSA, FBSA, PFHxSA) met aanduiding van een “tijdlijn productie”, heeft bezorgd die “enkel [focust] op de actieve productie van de opgenoemde stoffen en niet [op] de eventuele aanwezigheid als bijproduct”. Deze lijst bevat “minder
VII-41.234-6/40
PFAS-verbindingen dan waarvoor een lozing werd aangevraagd in de hervergunning van het bedrijf in 2020”.
AZG had op 9 juni 2021 volgende informatie “over alle PFAS-verbindingen” opgevraagd bij de verzoekende partij tegen 3 september 2021:
“– Een lijst van PFAS-verbindingen (met vermelding van CAS-nummers) die in de bedrijfsactiviteit werden en worden gebruikt als grondstof...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI