Décision judiciaire de Raad van State, 26 octobre 2021

Date de Résolution26 octobre 2021
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

IXe KAMER

A R R E S T

nr. 251.927 van 26 oktober 2021 in de zaak A. 231.550/IX-9748

In zake : XXXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Kris Lens kantoor houdend te 2800 Mechelen Grote Nieuwedijkstraat 417 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Mobiliteit bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Emmanuel Jacubowitz en Anthony Poppe kantoor houdend te 1160 Brussel Tedescolaan 7 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

1. Het cassatieberoep, ingesteld op 12 augustus 2020, strekt tot de nietigverklaring van de beslissing van het beroepsorgaan inzake Veiligheidsmachtigingen, Veiligheidsattesten en Veiligheidsadviezen AV/2020/022 van 10 juli 2020.

II. Verloop van de rechtspleging

2. Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking van 24 september 2020.

IX-9748-1/15

De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Eylenbosch heeft een verslag opgesteld.

De verzoekende partij heeft een verzoek tot voortzetting van de procedure teneinde te worden gehoord ingediend.

De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2021.

Staatsraad Bruno Seutin heeft verslag uitgebracht.

Advocaat Leen Vanbrabant, die loco advocaat Kris Lens verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Daisy Daniels, die loco advocaten Emmanuel Jacubowitz en Anthony Poppe verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

Eerste auditeur Anja Somers heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

III. Feiten

3.1. Verzoekster heeft een aanvraag ingediend om een luchthavenidentificatiebadge te krijgen die toegang verleent tot de om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zones van de luchthaven Brussel-Nationaal.

IX-9748-2/15

3.2. Overeenkomstig artikel 22quinquies/1 van de wet van 11 december 1998 ‘betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen’ wordt verzoekster onderworpen aan een veiligheidsverificatie. In dit kader wordt een negatief veiligheidsadvies verleend door de Nationale Veiligheidsoverheid dat door het directoraat-generaal Luchtvaart van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (hierna: FOD Mobiliteit en Vervoer) is ontvangen op 5 maart 2020 en ter kennis is gebracht van verzoekster per aangetekend schrijven van 12 maart 2020.

3.3. Op 11 maart 2020 beslist de directeur-generaal ad interim van het directoraat-generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer om de afgifte van een luchthavenidentificatiebadge te weigeren, gelet op het negatief veiligheidsadvies.

3.4. Op 17 maart 2020 stelt verzoekster beroep in tegen het negatief veiligheidsadvies van de Nationale Veiligheidsoverheid bij het beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (hierna: het beroepsorgaan).

3.5. Op 10 juli 2020 verklaart het beroepsorgaan het beroep van verzoekster ontvankelijk maar ongegrond. Het negatief veiligheidsadvies van de Nationale Veiligheidsoverheid wordt bevestigd. Dit is de bestreden beslissing. De overwegingen van de bestreden beslissing luiden als volgt:

“In haar beroepsakte laat zij gelden dat zij een geïntegreerde 32-jarige Belgisch-Marokkaanse vrouw is die rookt noch drinkt. Zij verwijst naar haar blanco strafregister en stelt dat ze niet omgaat met criminele of radicale mensen en ook geen contact met hen heeft. Zij stelt dat ze onafgebroken een job heeft uitgeoefend, onder meer voor een advocatenkantoor, en dat zij hoopt aangeworven te worden bij een reisorganisatie. Zij stelt dat de job die zij beoogt voor haar altijd een droomjob is geweest en dat zij al een opleiding van zes weken als airhostess volgde.

Zij stelt dat ze in de nabije toekomst – na de coronacrisis – mogelijks vluchten zal kunnen begeleiden maar dat dit zonder badge niet mogelijk is. Verzoekster werd gehoord op de hoorzitting van 11 juni 2020.

IX-9748-3/15

Zij stelt dat zij de beslissing niet begrijpt aangezien het dossier geen negatieve elementen lastens haarzelf bevat. Verzoekster verklaart dat zij een jongere broer genaamd [A.] heeft en dat deze in een gevangenis in Syrië verblijft ‘omdat hij het slachtoffer is van een groepering’. Wel zouden de ouders van verzoekster in het recente verleden nog contact hebben gehad met deze broer, maar zou dit niet meer mogelijk zijn gezien zijn gevangenschap in Syrië.

Verder verklaart verzoekster dat zij een opleiding bij TUI heeft gevolgd maar dat zij, gelet op de coronacrisis, haar laatste examen niet heeft afgelegd. Verzoekster verduidelijkt dat zij niet onmiddellijk aan de beoogde job kan beginnen maar dat ze integendeel op de start van deze job nog een lange tijd moet wachten, mogelijks nog 1 à 1,5 jaar. Verder stelt zij dat ze op dit ogenblik leeft van een uitkering en dat ze zicht heeft op een administratieve job.

Het Beroepsorgaan is van oordeel dat verzoekster, op basis van het integraal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT