Décision judiciaire de Raad van State, 15 juin 2021

Date de Résolution15 juin 2021
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Xe KAMER

A R R E S T

nr. 250.902 van 15 juni 2021 in de zaak A. 224.996/X-17.207

In zake : 1. Rudi KOCH 2. Hilde OCKIER bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Ludo Ockier en Erlinde De Lange kantoor houdend te 8500 Kortrijk Beneluxpark 3 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Veerle Tollenaere kantoor houdend te 9000 Gent Koning Albertlaan 128 bij wie woonplaats wordt gekozens

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingediend op 13 april 2018, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed van 31 januari 2018 tot definitieve bescherming als cultuurhistorisch landschap van ‘Sint-Arnolduspark en Tiegemberg’ en als monument de neogotische ‘Sint-Arnolduskapel’, de pittoreske ‘Villa Albert’ en het cementrustieke ‘Belvedère’ in Anzegem (Tiegem), “in ieder geval voor zover deze beslissing de cementrustieke ‘Belvedère’ beschermt als monument”.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

    X-17.207-1/14

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een verslag opgesteld.

    De verwerende partij en de verzoekende partijen hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 30 april 2021.

    Staatsraad Jan Clement heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Erlinde De Lange, die verschijnt voor de verzoekende partijen, en advocaat Angelique Van de Meirssche, die loco advocaat Veerle Tollenaere verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  3. Onder impuls van ondernemer Vital Moreels, wordt rond de eeuwwisseling tussen de 19de en de 20ste eeuw te Tiegem, een deelgemeente van Anzegem, het Sint-Arnolduspark ontwikkeld tot een bedevaartpark en ontspanningsoord in pittoreske stijl. In opdracht van dezelfde ondernemer wordt enkele jaren later op het nabijgelegen perceel, dat kadastraal bekend is als afdeling 5, Sectie A, nr. 1230/e, een belvedère in cementrustieke stijl, bestaande uit een uitkijktoren met aangebouwd tickethuisje, opgericht.

    X-17.207-2/14

    4. Op het laatstgenoemde perceel is de woning en de tuin van verzoekers gelegen.

  4. In 2016 start de verwerende partij de procedure op om onder meer de belvedère als monument te beschermen.

  5. Op 21 april 2017 geeft de Vlaamse Commissie voor Onroerend Erfgoed (hierna: de VCOE) advies. In dit advies wordt over de belvedère het volgende gesteld:

    “[Het voorontwerp van beschermingsbesluit] stelt het maximaal behoud en consolidatie van de verschillende cementrustieke constructies voorop. […] Het inhoudelijke dossier geeft evenwel aan dat de constructies in een slechte bouwfysische toestand verkeren […] In mei 2016 werd voor deze constructie een uitgebreid betononderzoek uitgevoerd […] waaruit zowel voor de uitkijktoren als voor het tickethuisje een actueel slechte bouwfysische toestand blijkt. De commissie merkt op dat in deze toestand behoud en consolidatie op termijn onvermijdelijk zullen leiden tot reconstructie van de constructies. De commissie vraagt hiermee reeds rekening te houden in het beschermingsbesluit. Het is niet wenselijk een opheffingsprocedure voor het monument te moeten doorlopen voor de reconstructie ervan indien de slechte staat nu al bekend is”.

    7.1. Op 26 juni 2017 beslist de Vlaamse minister bevoegd voor onroerend erfgoed tot de voorlopige bescherming als monument van onder meer de belvedère.

    7.2. De verwerende partij beantwoordt het advies van de VCOE als volgt:

    “Er wordt opgemerkt dat het beschermingsbesluit via de opgenomen beheersdoelstellingen reeds is afgestemd op het reconstrueren van de Belvedère of uitkijktoren en het bijhorende tickethuisje. De motivering van de bescherming als monument [in] het inhoudelijk dossier licht dit ook nog eens expliciet toe. Zolang een reconstructie op dezelfde plek plaatsvindt, is het daarmee ook duidelijk dat er geen opheffing van de bescherming moet doorgevoerd worden. Vermits de term ‘heropbouwen’ anders zou kunnen worden geïnterpreteerd dan de term ‘reconstrueren’, in de zin dat dan pas iets wordt heropgebouwd dat er al geruime tijd niet meer staat, wordt de laatste term wel toegevoegd aan artikel 5.2, derde lid, 1ste indeling. Hiermee wordt het reconstrueren van de nog bewaarde, bouwvallige Belvedère met

    X-17.207-3/14

    tickethuisje, uitgaande van het feit dat de materiaalsoort en de bouwtechniek geen uitvoeringswijze toelaat die veel langer dan 100 jaar standhoudt en die vergelijkbaar is met andere technieken waaronder vakwerkbouw met leeminvulling en strooien bedaking, nog duidelijker afgedekt.

    Voor de reconstructie op een andere nabijgelegen locatie die voldoende tegemoetkomt aan het herstellen van zichtrelaties op de Leie- en Scheldevallei zal wel steeds een opheffing van de bescherming als monument vereist zijn. Dit is immers inherent aan de motivatie van de bescherming...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT