Décision judiciaire de Raad van State, 10 juin 2021

Date de Résolution10 juin 2021
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 250.844 van 10 juni 2021 in de zaak A. 221.591/VII-39.928

In zake : de VZW MILIEUFRONT OMER WATTEZ woonplaats kiezend te 9700 Oudenaarde Dijkstraat 75

tegen :

het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Dirk Abbeloos kantoor houdend te 9200 Dendermonde Sint-Gillislaan 117 bij wie woonplaats wordt gekozen

Tussenkomende partij:

de NV UTEXBEL bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Peter Flamey kantoor houdend te 2018 Antwerpen Jan Van Rijswijcklaan 16 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 27 februari 2017, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw van 21 december 2016 waarbij de beroepen ingesteld tegen de beslissing van de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen van 8 maart 2007, houdende het verlenen van de milieuvergunning aan de nv Utexbel voor het verder exploiteren en veranderen van een weverij en ververij, gelegen aan de César Snoecklaan 30 te Ronse, gedeeltelijk gegrond worden verklaard, de beroepen beslissing deels wordt gewijzigd en voor het overige wordt bevestigd.

    VII-39.928-1/20

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    De nv Utexbel heeft een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van 2 mei 2017. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Adjunct-auditeur Benny De Sutter heeft een verslag opgesteld.

    De verwerende partij en de tussenkomende partij hebben een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verzoekende partij heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 29 april 2021.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Martijn Van Acoleyen, die loco advocaat Dirk Abbeloos verschijnt voor de verwerende partij, en advocaat Evi Mees, die loco advocaat Peter Flamey verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord.

    Adjunct-auditeur Benny De Sutter heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    VII-39.928-2/20

    III. Feiten

    3.1. De tussenkomende partij exploiteert sedert 1964 op een terrein in de hoek gevormd door de Zonnestraat en de César Snoecklaan te Ronse een textielweverij en -ververij.

    A. Antecedenten wat de planologische voorschriften betreft

    3.2. Overeenkomstig het bij koninklijk besluit van 24 februari 1977 vastgestelde gewestplan Oudenaarde is het bedrijf gelegen in woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde.

    3.3. Bij besluit van de Vlaamse regering van 29 oktober 1999 wordt de bestemming van de gronden van het bedrijf gewijzigd in regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter. Deze gewestplanherziening wordt door de Raad van State geschorst bij arrest nr. 91.184 van 29 november 2000 en vernietigd bij arrest nr. 114.327 van 9 januari 2003.

    3.4. Op 13 juli 2006 verleent de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen op vraag van de tussenkomende partij een positief planologisch attest, dat besluit dat het bedrijf onder voorwaarden kan worden behouden op de bestaande locatie en worden uitgebreid. Het beroep tot nietigverklaring tegen deze beslissing, wordt door de Raad van State niet ontvankelijk bevonden bij arrest nr. 187.840 van 12 november 2008.

    3.5. De provincieraad van Oost-Vlaanderen stelt op 12 december 2007 het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (hierna: PRUP) voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Ronse voorlopig vast. Ingevolge de aflevering van het voormelde positief planologisch attest, wordt in de planprocedure een specifiek deelplan ingelast voor het gebied Snoecklaan-Zonnestraat te Ronse. De site van de tussenkomende partij krijgt in dit deelplan een bestemming als gemengd regionaal bedrijventerrein.

    VII-39.928-3/20

    Op 12 juni 2008 onderzoekt de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening van Oost-Vlaanderen (hierna: PROCORO) de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaren.

    De provincieraad van Oost-Vlaanderen stelt op 15 oktober 2008 het ontwerp van PRUP “Afbakening kleinstedelijk gebied Ronse” definitief vast. De Vlaamse minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening keurt het PRUP op 22 december 2008 goed.

    Bij arrest nr. 214.329 van 30 juni 2011 vernietigt de Raad van State de definitieve vaststelling en goedkeuring van het PRUP “Afbakening kleinstedelijk gebied Ronse”, voor zover het betrekking heeft op het deelplan Snoecklaan-Zonnestraat. De Raad van State is van oordeel dat de sociaal-economische behoeften niet op evenwichtige wijze werden afgewogen tegen de behoeften van de omwonenden en dat evenmin de impact van het bedrijf van de tussenkomende partij op de ruimtelijke draagkracht van het omliggende woongebied bij de beoordeling werd betrokken.

    3.6. De PROCORO verleent op 17 november 2011 een aanvullend advies dat “boven het advies van 12 juni 2008 gelezen [moet] worden”. Verwijzend naar het arrest inzake Van Ermen, nr. 190.762 van 24 februari 2009 en omdat de planologische context sinds de start van de procedure niet veranderd is, wordt het juridisch niet nodig geacht de volledige procedure te hernemen en wordt ze hernomen “nà het openbaar onderzoek”. Na een “[a]fweging van de verschillende ruimtelijke behoeften” komt de PROCORO tot de conclusie dat het bestaande bedrijf in principe behouden kan blijven en dat het wenselijk is, teneinde de ruimtelijke draagkracht niet te overschrijden om een aantal bijkomende maatregelen in de stedenbouwkundige voorschriften op te nemen.

    Op 14 december 2011 stelt de provincieraad het betreffende deelplan van het PRUP opnieuw definitief vast. De wijzigingen die door de PROCORO worden voorgesteld aan de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan worden effectief doorgevoerd. Op 6 februari 2012 keurt de Vlaamse minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening dit

    VII-39.928-4/20

    deelplan opnieuw goed.

    Bij arrest nr. 230.204 van 13 februari 2015 vernietigt de Raad van State andermaal de vaststelling en de goedkeuring van dit deelplan van het PRUP. De Raad van State overweegt onder meer:

    “[…] Samenvattend brengt het feit dat het positief planologisch attest uit de rechtsorde is verdwenen, de onwettigheid mee van de bestreden beslissingen. Door het verval was het bedrijf van de tussenkomende partij niet meer te beschouwen als een bedrijf waarvoor het opmaken van een PRUP overwogen moest worden om het behoud en de uitbreiding van het bedrijf mogelijk te maken.

    Het is een onwettigheid die het goedgekeurde plan vanaf het eerste begin aantast. Het is dan ook terecht dat de verzoekers in de laatste memorie opmerken dat als de verwerende partijen menen dat er reden is om opnieuw een PRUP voor de site vast te stellen, zij ‘van in het begin een volledig nieuwe planprocedure [dienen] op te starten’”.

    3.7. Op 10 maart 2016 vraagt de tussenkomende partij een planologisch attest aan bij het stadsbestuur van Ronse. Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd. Het planologisch attest wordt afgeleverd op 4 juli 2016.

    B. Antecedenten wat de milieuwetgeving betreft

    3.8. Op 11 december 1964 verleent de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen aan de tussenkomende partij een vergunning voor de exploitatie van een textielbedrijf (weverij) aan de Zonnestraat te Ronse, voor een termijn van 30 jaar. Op 1 februari 1974 verleent de deputatie een vergunning voor de exploitatie van een textielbedrijf (ververij) aan de César Snoecklaan, voor een termijn die gelijk zal eindigen met die van de eerder verleende vergunning.

    3.9. Een milieuvergunning voor de hernieuwing van de vergunningen en de uitbreiding van de inrichting verleend op 12 december 1994, wordt door de Raad van State geschorst bij arrest nr. 54.031 van 27 juni 1995 en vernietigd bij arrest nr. 104.125 van 28 februari 2002.

    VII-39.928-5/20

    3.10. Op 10 september 2002 wordt een nieuwe milieuvergunning verleend met een geldigheidsduur van vijf jaar. De vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT