Décision judiciaire de Raad van State, 9 mars 2021

Date de Résolution 9 mars 2021
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Xe KAMER

A R R E S T

nr. 250.015 van 9 maart 2021 in de zaak A. 226.403/X-17.347

In zake : 1. Tonny DEMUYTERE 2. Dries DEMUYTERE 3. Steven VANDENABEELE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Marleen Ryelandt kantoor houdend te 8200 Brugge Gistelse steenweg 472 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

  1. de PROVINCIE WEST-VLAANDEREN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Bart Staelens kantoor houdend te 8000 Brugge

    Gerard Davidstraat 46/1 bij wie woonplaats wordt gekozen

  2. het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Jan Bergé en Kristien Vanderheiden kantoor houdend te 3000 Leuven

    Diestsevest 47/001

    --------------------------------------------------------------------------------------------------

    I. Voorwerp van het beroep

    1. Het beroep, ingesteld op 11 oktober 2018, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van 21 juni 2018 van de provincieraad van de provincie West-Vlaanderen, houdende de definitieve vaststelling van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan „afbakening kleinstedelijk gebied Waregem-herziening (Waregem, Anzegem, Wielsbeke)‟, beperkt “tot het deelRUP Blauwpoort”.

    X-17.347-1/30

    II. Verloop van de rechtspleging

    2. Bij arrest nr. 243.629 van 7 februari 2019 is de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing verworpen.

    Verzoekers hebben een verzoekschrift tot voortzetting van de rechtspleging ingediend.

    De verwerende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur Tom De Waele heeft een verslag opgesteld.

    De verzoekende partijen en de verwerende partijen hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 15 januari 2021.

    Staatsraad Stephan De Taeye heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Marleen Ryelandt, die verschijnt voor de verzoekende partijen, advocaat Samuel Mens, die loco advocaat Bart Staelens verschijnt voor de eerste verwerende partij en advocaat Stijn Clerx, die loco advocaten Jan Bergé en Kristien Vanderheiden verschijnt voor de tweede verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Tom De Waele heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    X-17.347-2/30

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Met een besluit van 28 juni 2012 stelt de provincieraad van de provincie West-Vlaanderen het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Waregem vast. Op 16 oktober 2012 keurt de bevoegde Vlaamse minister het voormelde plan goed. Het omvat de vijf deelplannen Afbakeningslijn, Blauwpoort, Zuidelijk regionaal bedrijventerrein, Regenboogstadion en Europoint. Het deelplan Zuidelijk regionaal bedrijventerrein situeert zich ten zuiden van het stadscentrum van Waregem, aan de overzijde van de E17-autosnelweg.

    3.2. Wat het deelplan „Blauwpoort‟ betreft, wordt het PRUP op vraag van onder meer eerste en derde verzoeker bij ‟s Raads arrest nr. 224.313 van 9 juli 2013 geschorst en bij ‟s Raads arrest nr. 230.151 van 10 februari 2015 vernietigd.

    3.3. Omdat het PRUP werd voorafgegaan door een planmilieueffectrapport (hierna: plan-MER) dat is opgemaakt overeenkomstig het ongrondwettig bevonden “integratiespoor”, beslist de provincie West-Vlaanderen om de procedure tot opmaak van een plan-MER te hernemen overeenkomstig het “generieke spoor”.

    3.4. De publieke consultatie over het plan-MER levert geen bezwaren op en de dienst Milieueffectrapportage (hierna: de dienst Mer) van de Vlaamse overheid keurt het plan-MER op 21 december 2015 goed.

    3.5. Op 23 februari 2017 vindt een eerste plenaire vergadering over het nieuwe voorontwerp van het PRUP voor de afbakening van het kleinstedelijk

    X-17.347-3/30

    gebied Waregem plaats. Naar aanleiding daarvan wordt beslist om het deelplan Europoint niet langer te handhaven.

    Op 16 oktober 2017 vindt een tweede plenaire vergadering over het voormelde voorontwerp plaats.

    3.6. Op 25 januari 2018 stelt de provincieraad van de provincie West-Vlaanderen het ontwerp van het PRUP voorlopig vast.

    3.7. Gedurende het openbaar onderzoek over het ontwerpplan worden 113 bezwaarschriften ingediend, onder anderen door eerste en derde verzoeker.

    3.8. De provinciale commissie voor ruimtelijke ordening (Procoro) van de provincie West-Vlaanderen verleent op 17 mei 2018 een advies over het dossier, waarbij de bezwaren van eerste en derde verzoeker worden verworpen.

    3.9. Met een besluit van 21 juni 2018 stelt de provincieraad van de provincie West-Vlaanderen het PRUP „afbakening kleinstedelijk gebied Waregem-herziening (Waregem, Anzegem, Wielsbeke)‟ definitief vast.

    Dit PRUP omvat de volgende vier deelplannen: „Afbakeningslijn‟, „Zuidelijk regionaal bedrijventerrein‟, „Blauwpoort‟ en „Regenboogstadion‟.

    3.10. Wat het bestreden deelplan „Blauwpoort‟ (hierna: het deelPRUP) betreft, wordt de gewestplanbestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied omgezet naar een zone voor gemengd regionaal bedrijventerrein voor het meest oostelijke deel (dichtst bij de op- en afrit van de autosnelweg) en naar een zone voor landbouw voor het meest westelijke deel. Tussen die twee delen in worden de woningen langs de Kleithoekstraat in een zone voor wonen ondergebracht, met een groenbuffer ten opzichte van de nieuwe bedrijvenzone. Het grafisch plan met benaderende aanduidingen luidt:

    X-17.347-4/30

    zone voor landbouw

    groenbuffer

    gemengde regionale bedrijvigheid

    zone voor wonen

    In de toelichtingsnota bij het PRUP wordt nog de volgende grafische afbeelding met betrekking tot de begrenzing van het bedrijventerrein aangegeven:

    X-17.347-5/30

    IV. Onderzoek van de middelen

    A. Eerste middel

    Uiteenzetting van het middel

    4.1. Verzoekers roepen in een eerste middel de schending in van de artikelen 4.1.4, § 1, 4.1.7, 4.2.5, § 1, 4.2.7, §§ 1 en 2, en 4.2.8, §§ 1 en 2, van het decreet van 5 april 1995 „houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid‟ (hierna: DABM), van artikel 7 “van het planMER besluit”, van de artikelen 3 tot en met 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 „betreffende de milieueffectrapportage over de plannen en programma‟s‟, van de artikelen 3 tot en met 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 april 2008 „betreffende het integratiespoor voor milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan‟, van “de formele en materiële motiveringsplicht” en van het rechtszekerheidsbeginsel.

    X-17.347-6/30

    Zij menen dat “opnieuw dezelfde fout gemaakt wordt als bij het vorige vernietigde deelgebied Blauwpoort van het PRUP” en verwijzen in dit verband naar ‟s Raads arrest nr. 230.151 van 10 februari 2015. Er zou geen ernstig onderzoek zijn gebeurd van het nulalternatief en ten onrechte zou er van uitgegaan zijn “dat een verantwoording van de behoefte aan bedrijventerreinen de inhoud van een planmilieueffectrapport (plan-MER) te buiten gaat”. Een plan-MER moet “een onderzoek [...] omvatten van de ontwikkeling die zal plaatsvinden als het plan niet wordt uitgevoerd evenals een verantwoording van de (niet-)selectie van die optie als redelijk alternatief”. Dat inzake de behoefte aan hectaren bedrijventerrein naar een afbakeningsstudie wordt verwezen, verhelpt het probleem niet. De gemaakte extrapolaties geven volgens verzoekers geen blijk van “gedegen wetenschappelijk geografisch onderzoek”, en het “gegoochel[...] met bruto en netto cijfers” en het “nattevingerwerk” in het dossier vormen geen onderbouwde berekening van de mogelijke behoefte. Voorts is er sprake van een studie van de provincie voor de planperiode 2017-2027 die met het aanbod uit de monitor bedrijventerreinen wordt geconfronteerd, maar deze documenten maakten geen deel uit van het plan-MER en verzoekers stellen er geen kennis van te hebben. “Helemaal cryptisch” wordt het volgens verzoekers waar in het plan-MER wordt erkend dat de berekening van de behoefte aan bedrijventerrein “geen exacte wetenschap” is maar een “inschatting” blijft. In dat opzicht is er sprake van “onzekere premisses”. Ook inzake de geopperde fasering en “fragmentaire invulling” van het kwestieuze berijventerrein wordt geen duidelijkheid geschapen. Evenmin blijkt op grond van welke aannemelijke criteria “de zoekzones” werden beoordeeld. Het plan-MER voldoet niet aan “de gegeven richtlijnen” en de bepalingen en vereisten van het DABM. Het goedkeuringsbesluit van het plan-MER moet overeenkomstig artikel 159 van de Grondwet buiten toepassing gelaten worden. Verzoekers menen dat selectief toepassing werd gemaakt van een reeks “criteria en argumenten”. Ook werden “een aantal milieu-effecten zo goed als niet onderzocht”, zoals de verwachte geluidshinder die enkel werd beoordeeld “in functie van het naleven van de (versoepelde) normen” en die niet cumulatief werd bekeken. Tot slot zijn volgens verzoekers een aantal negatieve milieueffecten op onvoldoende wijze “vertaald in de flankerende maatregelen en de stedenbouwkundige voorschriften”, meer

    X-17.347-7/30

    bepaald wat het aspect mobiliteit betreft. Het herinrichten van het op- en afrittencomplex hangt af van het agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en is “derhalve totaal rechtsonzeker”. Ook “andere voorgestelde milderende maatregelen op het vlak van verkeer worden niet doorvertaald in de stedenbouwkundige voorschriften van het PRUP”. De vooropgestelde “milieuzonering” en buffering ten opzichte van de woningen langs de Kleithoekstraat worden onvoldoende concreet in de voorschriften omschreven.

    4.2. In hun memorie van wederantwoord stellen verzoekers dat de conclusies die de eerste verwerende partij uit de toelichtingsnota bij het PRUP en het plan-MER trekt, “verkeerd” zijn en dat de cijfers niet kloppen. De site Blauwpoort is volgens hen de enige “waar geen economische bestemming voorhanden is en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT