Décision judiciaire de Raad van State, 15 octobre 2020

Date de Résolution15 octobre 2020
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 248.603 van 15 oktober 2020 in de zaak A. 229.281/VII-40.655

In zake : de NV GHELAMCO INVEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Joris Geens kantoor houdend te 2600 Antwerpen - Berchem Borsbeeksebrug 36 bij wie woonplaats wordt gekozen eveneens bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Jens Mosselmans en Stef Feyen kantoor houdend te 1000 Brussel Terhulpsesteenweg 120

tegen :

het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Jürgen Vanpraet en Ruben Veranneman kantoor houdend te 8820 Torhout Oostendestraat 306 bij wie woonplaats wordt gekozen

Tussenkomende partijen :

  1. de GEMEENTE WEMMEL bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Jan Ghysels en Yves Sacreas kantoor houdend te 1170 Brussel Terhulpsesteenweg 187 bij wie woonplaats wordt gekozen 2. de GEMEENTE GRIMBERGEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Cies Gysen en Jonas De Wit kantoor houdend te 2800 Mechelen Antwerpsesteenweg 16-18 bij wie woonplaats wordt gekozen

    --------------------------------------------------------------------------------------------------

    VII-40.655-1/13

    ‡BFKUKEHDE-BECIGJQ‡

    I. Voorwerp van het beroep

  2. Het cassatieberoep, ingesteld op 4 oktober 2019, strekt tot de nietigverklaring van arrest nr. RvVb-A-1819-1371 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (hierna RvVb) van 27 augustus 2019 in de zaak 1718-RvVb-0520-A..

    II. Verloop van de rechtspleging

  3. Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking van 24 oktober 2019.

    De verwerende partij heeft een memorie van antwoord en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    De Gemeente Wemmel heeft op 10 december 2019 een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De Gemeente Grimbergen heeft op 13 december 2019 een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomsten zijn toegestaan bij beschikking van 6 januari 2020. De tussenkomende partijen hebben een memorie ingediend.

    Eerste auditeur An Van den broeck heeft een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State.

    De verzoekende partij heeft een verzoek tot voortzetting van de procedure teneinde te worden gehoord ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2020.

    Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

    VII-40.655-2/13

    ‡BFKUKEHDE-BECIGJQ‡

    Advocaten Joris Geens en Jens Mosselmans, die verschijnen voor de verzoekende partij, advocaat Jürgen Vanpraet, die verschijnt voor de verwerende partij, advocaat Yves Sacreas, die verschijnt voor de eerste tussenkomende partij, en advocaat Lieven Henckens, die loco advocaten Cies Gysen en Jonas De Wit verschijnt voor de tweede tussenkomende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur An Van den broeck heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. De Vlaamse regering weigert bij beslissing van 30 januari 2018 aan de verzoekende partij de omgevingsvergunning te verlenen voor “enerzijds de stedenbouwkundige handelingen voor de bouw van een multifunctioneel complex, een campusgebouw, een paviljoen, een ondergrondse parkeergarage, het vellen van hoogstammige bomen die geen deel uitmaken van een bos, het slopen of verwijderen van verhardingen, het aanmerkelijk wijzigen van het reliëf, het aanleggen van verhardingen, het plaatsen van zonnepanelen en het slopen van publiciteitsinrichtingen en anderzijds de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten in de werffase en in de exploitatiefase”.

    3.2. Het bestreden arrest verwerpt het beroep van de verzoekende partij tot vernietiging van de vergunningsbeslissing van de Vlaamse regering.

    VII-40.655-3/13

    ‡BFKUKEHDE-BECIGJQ‡

    IV. Onderzoek van het enige middel

    Standpunt van de verzoekende partij

    4. De verzoekende partij voert de schending aan van artikel 149 van de Grondwet, de artikelen 32, tweede lid en 35, tweede lid van het decreet van 4 april 2014 „betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges‟ (hierna: DBRC-decreet), artikel 1.1.2, 13°, artikel 2.2.5 en artikel 4.3.1, § 1, 1° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna: VCRO) in samenhang gelezen met de artikelen C1.1.1 en C1.1.2 van de stedenbouwkundige voorschriften van het bij besluit van de Vlaamse regering van 16 december 2011 definitief vastgestelde gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “afbakening VSGB en aansluitende openruimtegebieden” (hierna: gewestelijk RUP).

    In een eerste onderdeel betoogt de verzoekende partij dat het bestreden arrest onterecht stelt dat er geen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT