Décision judiciaire de Raad van State, 13 mai 2020

Date de Résolution13 mai 2020
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Xe KAMER

A R R E S T

nr. 247.545 van 13 mei 2020 in de zaak A. 221.626/X-16.878

In zake : 1. de NV GROOTHANDEL K.V.S. DILSEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Stijn Verbist en Joris Claes kantoor houdend te 2000 Antwerpen Graaf van Hoornestraat 51 bij wie woonplaats wordt gekozen

  1. de NV AEGA (failliet verklaard) gevestigd te 3650 Dilsen-Stokkem Rijksweg 180

    tegen :

    de STAD DILSEN-STOKKEM bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Inke Dedecker kantoor houdend te 3500 Hasselt Spoorwegstraat 105 bij wie woonplaats wordt gekozen

    Tussenkomende partij :

    de NV SUNTRACK bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Chris Schijns en Steven Menten kantoor houdend te 3600 Genk Grotestraat 122 bij wie woonplaats wordt gekozen

    --------------------------------------------------------------------------------------------------

    I. Voorwerp van het beroep

    1. Het beroep, ingesteld op 3 maart 2017, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de stad Dilsen-Stokkem van 18 november 2016 houdende het toekennen van een socio-economische vergunning aan de nv Suntrack voor een handelsvestiging gelegen aan de Siemenslaan 6 te Dilsen-Stokkem.

    X-16.878-1/18

    II. Verloop van de rechtspleging

    2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

    De tussenkomende partij heeft een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van 4 juli 2017. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Adjunct-auditeur Katrien Didden heeft een verslag opgesteld.

    De eerste verzoekende partij heeft een laatste memorie ingediend. De verwerende partij en de tussenkomende partij hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzittingen, die hebben plaatsgevonden op 31 januari 2020 en in voortzetting op 6 maart 2020.

    Staatsraad Stephan De Taeye heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Joris Claes, die verschijnt voor de eerste verzoekende partij, advocaat Inke Dedecker, die verschijnt voor de verwerende partij, en advocaat Chris Schijns, die verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord op de terechtzitting van 31 januari 2020.

    Advocaat Karel Veuchelen, die loco advocaat Stijn Verbist verschijnt voor de eerste verzoekende partij, advocaat Philippe Dreesen, die loco advocaat Inke Dedecker verschijnt voor de verwerende partij, en advocaat Chris Schijns, die verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord op de terechtzitting van 6 maart 2020.

    X-16.878-2/18

    Adjunct-auditeur Katrien Didden heeft een met dit arrest andersluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. De regelmatigheid van de rechtspleging

    3.1. De tweede verzoekende partij is op 11 december 2018 bij vonnis van de ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Tongeren, failliet verklaard. De curatoren van het faillissement van de tweede verzoekende partij hebben de Raad van State met een brief van 2 maart 2020 uitdrukkelijk laten weten geen verzoek tot hervatting van het geding in te dienen. Wat de tweede verzoekende partij betreft, wordt de zaak van de rol afgevoerd.

    Onder “de verzoekende partij” wordt hierna enkel de eerste verzoekende partij begrepen.

    3.2. In het gedinginleidend verzoekschrift wordt de verzoekende partij met de naam “Installatiebedrijf K.V.S. Dilsen nv” aangeduid. Zoals ook uit de laatste memorie van de verzoekende partij blijkt, betreft dit een materiële vergissing en is haar juiste benaming de nv Groothandel K.V.S. Dilsen.

    IV. Feiten

    4.1. De tussenkomende partij baat een handelsruimte voor groot- en kleinhandel van sanitair, verwarming en alternatieve energie uit, gelegen aan de Siemenslaan 6 te Lanklaar, een deelgemeente van Dilsen-Stokkem.

    De verzoekende partij is actief in de aankoop en verkoop van verwarmings-, ventilatie- en aircosystemen en sanitair. Haar zaak is gelegen aan

    X-16.878-3/18

    de Rijksweg 180 te Lanklaar, op een afstand van ongeveer twee kilometer van de site waar de tussenkomende partij gevestigd is.

    4.2. Met een besluit van 28 november 2014 verleent het college van burgemeester en schepenen van de stad Dilsen-Stokkem aan de tussenkomende partij een socio-economische vergunning voor de handelsvestiging gelegen aan de Siemenslaan 6 te Dilsen-Stokkem, en dit voor een totale nettoverkoopsoppervlakte van 770 m².

    Tegen dit besluit stelt onder meer de verzoekende partij een annulatieberoep in bij de Raad van State.

    4.3. Aangezien de tussenkomende partij de kwestieuze handelsvestiging inmiddels reeds uitbaat, dient de verzoekende partij bij de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Tongeren een vordering tot staking van de handelsactiviteiten in. Met een vonnis van 25 november 2014 wordt die vordering verworpen.

    4.4. Op 13 april 2015 stelt de gemeenteraad van de stad DilsenStokkem het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Bedrijventerrein Lanklaar” (hierna: het gemeentelijk RUP) definitief vast. Volgens het gemeentelijk RUP is de kwestieuze handelsvestiging in een “zone voor gemengd bedrijventerrein/representatief karakter” (artikel 2) gelegen.

    4.5. Bij arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 21 april 2016 wordt het hoger beroep van de verzoekende partij tegen het onder randnummer 4.3 vermelde vonnis ongegrond verklaard en wordt het bestreden vonnis bevestigd.

    4.6. Bij arrest nr. 236.368 van 8 november 2016 vernietigt de Raad van State het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de stad Dilsen-Stokkem van 28 november 2014 houdende het toekennen van een socioeconomische vergunning aan de tussenkomende partij. In het arrest wordt onder

    X-16.878-4/18

    meer overwogen dat het vergunnen van de kwestieuze handelsfunctie in strijd is met de planvoorschriften van het destijds van toepassing zijnde bijzonder plan van aanleg “Lanklaar”, zoals goedgekeurd bij ministerieel besluit van 17 mei 2004.

    4.7. In voormeld arrest wordt onder meer ook nog het volgende overwogen:

    “5.6.4. De omstandigheid dat het gemeentelijk RUP „Bedrijventerrein Lanklaar‟ op 13 april 2015 door de verwerende partij werd aangenomen, en dat dit RUP uitdrukkelijk wel handelsactiviteiten toelaat, is evenmin van aard om anders te oordelen. Zoals gezien, was ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing immers het BPA „Lanklaar‟ van toepassing.”

    4.8. Op 14 november 2016 dient de tussenkomende partij bij het college van burgemeester en schepenen van de stad Dilsen-Stokkem een nieuwe aanvraag in tot het verkrijgen van een socio-economische vergunning voor haar handelsvestiging gelegen aan de Siemenslaan 6 te Dilsen-Stokkem, voor een totale netto-verkoopsoppervlakte van 770 m².

    4.9. Met het bestreden besluit van 18 november 2016 verleent het college van burgemeester en schepenen van de stad Dilsen-Stokkem de gevraagde socio-economische vergunning.

    V. Ontvankelijkheid van het beroep

    A. Tijdigheid

    Standpunt van de partijen

    5.1. De verzoekende partij doet in haar verzoekschrift gelden dat zij op 4 januari 2017 via haar raadsman van de bestreden beslissing kennis kreeg.

    5.2. In haar memorie van antwoord werpt de verwerende partij op dat het beroep niet ontvankelijk is wegens laattijdigheid. Zij stelt dat volgens de

    X-16.878-5/18

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT