Décision judiciaire de Raad van State, 17 janvier 2020

Date de Résolution17 janvier 2020
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Xe KAMER

A R R E S T

nr. 246.709 van 17 januari 2020 in de zaak A. 219.224/X-16.622

In zake : XXXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Ann Coolsaet kantoor houdend te 2018 Antwerpen Arthur Goemaerelei 69 bij wie woonplaats wordt gekozen en eveneens bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Fons Sauter kantoor houdend te 2920 Kalmthout Kapellensteenweg 66 en advocaat Ingrid Opdebeek kantoor houdend 2630 Aartselaar Karel van de Woestijnelaan 7

tegen :

  1. de STAD ANTWERPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Thomas De Donder en Karel De Schoenmaeker kantoor houdend te 1930 Zaventem Luchthaven Nationaal 1J bij wie woonplaats wordt gekozen

  2. het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering en de beroepscommissie voor tuchtzaken bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Tom De Sutter kantoor houdend te 9000 Gent Koning Albertlaan 128 bij wie woonplaats wordt gekozen

    -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

    1. Het beroep, ingesteld op 12 mei 2016, strekt tot de nietigverklaring van de beslissing van de stadssecretaris van de stad Antwerpen van 13 oktober 2015 om XXXX te straffen met de inhouding van wedde van

    X-16.622-1/16

    20 % gedurende zes maanden, en van de beslissing van de beroepscommissie voor tuchtzaken van 15 maart 2016 om de tuchtstraf niet te vernietigen.

    II. Verloop van de rechtspleging

    2. De verwerende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend en verzoeker heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur Wouter De Cock heeft een verslag opgesteld.

    De verwerende partijen hebben een laatste memorie ingediend. Verzoeker heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2019.

    Kamervoorzitter Johan Lust heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Ann Coolsaet, die verschijnt voor verzoeker, en advocaat Inge Derde, die loco advocaten Thomas De Donder en Karel De Schoenmaeker verschijnt voor de eerste verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Wouter De Cock heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    X-16.622-2/16

    III. Feiten

  3. Op 11 februari 2010 beslist de stadssecretaris van de stad Antwerpen bedrijfsdirecteur S. C. opdracht te geven tot een tuchtonderzoek voor feiten waaraan verzoeker, werkleider bij de bedrijfseenheid “stads- en buurtonderhoud”, zich schuldig zou hebben gemaakt. Het gaat mogelijk om passieve omkoping, door zich een commissieloon te hebben laten betalen door een leverancier van de stad.

    Op 3 maart 2010 doet de stadssecretaris aangifte bij de federale gerechtelijke politie. Er is volgens hem sprake van actieve corruptie doordat verzoeker, verantwoordelijk voor de aankoop van plantgoed dat wordt verwerkt in het serrecomplex, leverancier V. P. onder druk heeft gezet om commissielonen te betalen.

    Uiteindelijk wordt verzoeker niet voor omkoping vervolgd, maar, samen met zijn echtgenote en zoon, voor feiten van witwassen. Uit het onderzoek van hun bankgegevens is gebleken dat er op hun bankrekeningen regelmatig stortingen in contanten werden gedaan, voor een totaal bedrag van 66.625 euro, en dat die gelden nadien verder werden beheerd.

    Bij vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, van 26 februari 2015 wordt verzoeker vrijgesproken omdat het aan het openbaar ministerie toekomt om te bewijzen dat elke legale herkomst van de gelden uitgesloten is en omdat het bewijs naar het oordeel van de rechtbank niet met voldoende zekerheid is geleverd.

    In het tuchtverslag van 28 mei 2015 wordt voorgesteld verzoeker de tuchtstraf van een schorsing van zes maanden op te leggen, in essentie om reden dat hij zowel tijdens de diensturen als in zijn privéleven ernstig heeft verwaarloosd de waarde “integriteit” na te leven “en dit door een bepaalde leverancier van een voorkeursbehandeling te laten genieten en door zijn persoonlijke financiële boekhouding bijzonder nonchalant te voeren”. Ook wordt

    X-16.622-3/16

    verzoeker verweten dat hij, niettegenstaande zijn bijzondere leidinggevende positie, nooit de kans heeft gegrepen om de aanzienlijke cashstortingen te verantwoorden.

    Verzoeker wordt op 11 juni 2015 uitgenodigd om te worden gehoord op 9 juli 2015. Omdat die datum hem niet past, wordt hij met een brief van 7 juli 2015 uitgenodigd voor een hoorzitting op 20 augustus 2015.

    Op 13 oktober 2015 beslist de stadssecretaris verzoeker te straffen met de inhouding van salaris met 20 % gedurende zes maanden. Dit is de eerste bestreden beslissing.

    Volgens de tuchtstraf blijkt de inbreuk op de A-waarde “integriteit” uit de volgende vaststellingen:

    “- betrokkene ontving in de periode tussen 2004 en 2010 zeer aanzienlijke stortingen in contanten op zijn persoonlijke rekeningen en op de rekeningen van zijn verwanten;

    - Een sluitende verantwoording voor deze gelden werd tot op heden niet voorgelegd. De tuchtoverheid citeert uit het vonnis van 26/2/2015: ‘De rechtbank stelt vast dat de door beklaagden aangehaalde transacties geen verantwoording zijn voor alle cashstortingen die in de dagvaarding zijn opgenomen en dat evenmin voor alle door hen voorgehouden transacties stavingstukken voorliggen. Bovendien is het met betrekking tot een aantal van de genoemde transacties merkwaardig dat deze met contante gelden zouden zijn geschied.’;

    - Betrokkene had als verantwoordelijke voor de aankopen van het zaai- en plantgoed voor het Serrecomplex aanzienlijke invloed op het toewijzen van de opdrachten en had in die hoedanigheid alle nodige maatregelen moeten nemen om de schijn van partijdigheid of vooringenomenheid te vermijden;

    - Betrokkene bleef op dit vlak echter volstrekt in gebreke door: ° bepaalde leveranciers meer persoonlijk te bezoeken dan anderen; ° niet de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen bij het voeren van zijn persoonlijke financiële huishouding door een verantwoording te voorzien voor de stortingen van aanzienlijke bedragen in contanten. Dat betrokkene verzaakte aan de kansen die werden geboden om helderheid te scheppen omtrent de aantijgingen van actieve/passieve omkoping en het witwassen van vermogensvoordelen houdt op zich geen tuchtfeit in. Tegelijkertijd heeft deze houding...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT