Décision judiciaire de Raad van State, 23 janvier 2020
Date de Résolution | 23 janvier 2020 |
Juridiction | Nietigverklaring |
Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
VIIe KAMER
A R R E S T
nr. 246.804 van 23 januari 2020 in de zaak A. 219.627/VII-39.702
In zake : de VZW MILIEUFRONT OMER WATTEZ gevestigd te 9700 Oudenaarde Dijkstraat 75 waar woonplaats wordt gekozen bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Anthony Roegiers kantoor houdend te 9900 Eeklo Koningin Astridplein 24
tegen :
het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Willem Slosse en Stijn Brusselmans kantoor houdend te 2018 Antwerpen Mechelsesteenweg 64, bus 201 bij wie woonplaats wordt gekozen
Tussenkomende partij : de NV DE BREE SOLUTIONS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Carlos De Wolf kantoor houdend te 9680 Maarkedal Etikhovestraat 6 bij wie woonplaats wordt gekozen eveneens bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Charlotte De Wolf kantoor houdend te 9000 Gent Fortlaan 95
-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep
-
Het beroep, ingesteld op 1 juli 2016, strekt tot de
nietigverklaring van het besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en
Landbouw van 25 april 2016 waarbij het bestuurlijk beroep tegen de beslissing van
VII-39.702-1/26
de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen van 8 oktober 2015,
houdende het verlenen aan de nv De Bree Solutions van de milieuvergunning voor
het opvullen van een put met niet-verontreinigde bodem, gelegen aan de
Lotharingenstraat te Oudenaarde, gedeeltelijk gegrond wordt verklaard.
II. Verloop van de rechtspleging
-
De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend
en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.
De tussenkomende partij heeft een verzoekschrift tot
tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van
12 september 2016. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.
Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een verslag
opgesteld.
De verwerende partij heeft een verzoek tot voortzetting van het
geding en een laatste memorie ingediend. De verzoekende partij heeft een laatste
memorie ingediend.
De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft
plaatsgevonden op 5 december 2019.
Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.
Advocaat Jan Opsommer, die loco advocaat Anthony Roegiers
verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Stijn Brusselmans, die
verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.
Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een met dit
arrest eensluidend advies gegeven.
VII-39.702-2/26
Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der
talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State,
gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Feiten
3.1. De betwisting handelt over een terrein aan de Lotharingenstraat
te Oudenaarde, deelgemeente Eine, dat volgens het gewestplan gelegen is in een
gebied voor milieubelastende industrie. Op het terrein is een 1,75 hectare grote
waterplas aanwezig en ook een aantal bomen.
De nv De Bree Solutions wil alle bomen vellen, de vijver
helemaal leegpompen en het terrein vervolgens effenen met daartoe geschikte
niet-verontreinigde gronden.
3.2. Op 21 oktober 2014 dient de nv De Bree Solutions een aanvraag
tot stedenbouwkundige vergunning in voor “het rooien van de bestaande vegetatie,
slopen van chalet en het herprofileren van het terrein”.
3.3. Het Agentschap voor Natuur en Bos adviseert ongunstig:
“Men wil alle bomen op het terrein rooien. Percelen 951b, 952d en de zuidwesthoek van perceel 962p betreffen bos. Het bosdecreet is hierop van toepassing. De beplanting is goed zichtbaar op de oude luchtfoto (1988-1990) waardoor het minstens de leeftijd van 22 jaar heeft. Dit betekent dat er gecompenseerd moet worden.
Gezien er voor de realisatie van het project bijgevolg ontbost moet worden, dient er een compensatievoorstel ingediend worden. Dit ontbreekt in het dossier.
Het voorstel moet door het Agentschap voor Natuur en Bos worden goedgekeurd.
De eutrofe plas is een verboden te wijzigen klein landschapselement en mag niet gewijzigd worden in alle bestemmingen (vegetatiebesluit art 7 §1). Deze plas moet dan ook behouden blijven en in het project worden geïntegreerd. Indien dit niet kan dan moeten de natuurwaarden worden gecompenseerd. Dit moet worden uitgewerkt in een natuurtoets.
Verder ontbreekt een motivatienota zodat het doel van de werken niet gekaderd kunnen worden”.
VII-39.702-3/26
3.4. Daarop voegt de nv De Bree Solutions alsnog een voorstel toe tot
compensatie voor de ontbossing. Het Agentschap voor Natuur en Bos keurt dat
voorstel als zodanig goed, maar behoudt haar ongunstig advies:
“Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met de onderstaande direct werkende norm
- artikel 7 Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998 Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent, behoudens de sloop van het chalet en de ontbossing, een ongunstig advies.
Gelet op artikel 4.3.3. VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen omwille van bovenvermelde direct werkende normen.
In geval u beslist, ondanks ons negatief bindend advies, om de stedenbouwkundige vergunning alsnog af te leveren, dient er aan de boscompensatiemaatregelen voldaan te worden”.
3.5. Op 2 maart 2015 verleent het college van burgemeester en
schepenen van de stad Oudenaarde de gevraagde stedenbouwkundige vergunning.
Tegen die vergunningsbeslissing stelt de verzoekende partij
bestuurlijk beroep in bij de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen.
3.6. Vervolgens dient de nv De Bree Solutions een
milieuvergunningsaanvraag in, die op 15 april 2015 ontvankelijk en volledig wordt
verklaard.
3.7. In het kader van de beroepsprocedure tegen de in eerste aanleg
verleende stedenbouwkundige vergunning brengt de provinciale
stedenbouwkundige ambtenaar een ongunstig uit, omdat het wijzigen van de
eutrofe plas niet kan worden toegelaten en de aanvraag niet voldoet aan de
watertoets.
VII-39.702-4/26
3.8. Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos over de
milieuvergunningsaanvraag is eveneens ongunstig:
“Men vraagt om de put op te vullen met niet-verontreinigde grond. Deze putten hebben een grote ecologische waarde en volgens het vegetatiebesluit (art 7§1) is een eutrofe plas een ‘verboden te wijzigen klein landschapselement’. In het dossier is dan ook geen enkele maatregel opgenomen om de natuurwaarden zoveel mogelijk te behouden of te compenseren.
Er wordt aangegeven dat de in de put aanwezige hoeveelheid water zal afgepompt worden naar de riolering. Het is niet duidelijk of dit een RWA, DWA of gemengd stelsel betreft. Het is dan ook niet duidelijk in welke mate die riolering deze grote wateraanvoer aan kan en in welke mate hierdoor overstorten frequenter zullen werken. Het frequenter functioneren van overstorten kan zeer nefaste effecten hebben op de ontvangende waterlopen.
CONCLUSIE
Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met de onderstaande bepalingen:
- Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
- Artikel 7 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998
Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een ongunstig advies.
Alle van nature in het wild levende vogelsoorten zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van deze vogelsoorten (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart - 1 juli moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Als nesten in het gedrang komen dient de uitvoerder op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos”.
3.9. Op 7 juli 2015 verleent de Provinciale
Milieuvergunningscommissie een ongunstig advies over de
milieuvergunningsaanvraag, onder meer overwegende:
“[…] - dat het projectgebied aangeduid is op de Biologische Waarderingskaart als eutrofe plas (code ae) en als biologisch zeer waardevol beschouwd wordt; dat dit een vegetatie betreft waarop volgens artikel 7 §1 van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het natuurdecreet van 2l oktober 1997 een verbod tot vegetatiewijziging geldt; - dat de gevraagde milieuvergunning pas kan afgeleverd worden indien er
VII-39.702-5/26
ofwel een definitieve stedenbouwkundige vergunning werd verkregen die toelaat om de betreffende vegetatie te wijzigen, ofwel een individuele afwijking werd verkregen van de bevoegde Vlaamse minister; - dat in het kader van de procedure voor de stedenbouwkundige vergunning een ongunstig advies geformuleerd werd door het Agentschap voor Natuur en Bos voor het opvullen van de put o.m. omwille van het ontbreken van een natuurtoets; - dat m.b.t. de verleende stedenbouwkundige vergunning momenteel een beroepsprocedure hangende is bij de deputatie”.
3.10. Met een op 30 juli 2015 verzonden brief bezorgt de nv De Bree
Solutions in het kader van de lopende vergunningsprocedures een “aanvullende
nota i.v.m. watertoets”.
3.11. Op 13 augustus 2015 verleent de deputatie een
stedenbouwkundige vergunning onder voorwaarden. Tegen deze beslissing stelt de
verzoekende partij een beroep tot nietigverklaring in bij de Raad voor
Vergunningsbetwistingen.
3.12. Op 7 oktober 2015 wordt een natuurtoets aan het
milieuvergunningsaanvraagdossier toegevoegd. Op dezelfde dag nog brengt het
Agentschap voor Natuur en Bos een nieuw, voorwaardelijk gunstig, advies uit:
“Men vraagt om de put op te vullen met niet-verontreinigde grond. De put heeft een...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI