Décision judiciaire de Raad van State, 10 septembre 2019

Date de Résolution10 septembre 2019
JuridictionSchorsing
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VOORZITTER VAN DE Xe KAMER

A R R E S T

nr. 245.397 van 10 september 2019 in de zaak A. 228.503/X-17.539.

In zake : 1. Annemie DECORTE 2. Kathleen VANDENDRIESSCHE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Thomas Eyskens kantoor houdend te 1000 Brussel Bischoffsheimlaan 33 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Stijn Butenaerts kantoor houdend te 1080 Brussel

Leopold II-laan 180 bij wie woonplaats wordt gekozen

Tussenkomende partij :

  1. de NV ODEBRECHT 2. de NV VANHOUT PROJECT samen vormend de THV ODEBRECHT - VANHOUT PROJECT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Michel Karolinski en Camille Courtois kantoor houdend te 1000 Brussel

    Koningsgalerij 30 bij wie woonplaats wordt gekozen en eveneens bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Jan Roggen en Laura Sallaerts kantoor houdend te 3500 Hasselt

    Kempische Steenweg 303, bus 40, Corda A 3. de VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Laura Janssens en Bart Martel kantoor houdend te 1050 Brussel

    Louizalaan 99 bij wie woonplaats wordt gekozen

    --------------------------------------------------------------------------------------------------

    X-17.539-1/28

    ‡BAJTQEECC-BDIGBJV‡

    I. Voorwerp van de vordering

    1. De vordering, ingesteld op 2 juli 2019, strekt tot de schorsing van de tenuitvoerlegging van het “[b]esluit dd. 3 mei 2019 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het beroep bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ingediend door [de] Gemeente […] Schaarbeek tegen de beslissing van de gemachtigde ambtenaar tot verlening van de stedenbouwkundige vergunning voor bouwen van een schoolcomplex bestaande uit een kleuter-, basis- en tienerschool, 1° graad secundaire onderwijs met inbegrip van gemeenschappelijke ruimten, sporthal, refter, kunst- en crearuimte, atelier, labo en ondergrondse parking met 53 parkeerplaatsen en van 4 appartementen en de renovatie van het erfgoeddepot tot een secundaire school (2° en 3° graad) met inbegrip van refter, gemeenschappelijke en ondersteunende ruimten en jeugdcentrum op de percelen gelegen Gallaitstraat, 58-66, Vanderlindestraat, 26-30 en Vanderlindenstraat, 44- 58”.

    II. Verloop van de rechtspleging

    2. De verwerende partij heeft een nota ingediend.

    Auditeur An Van den broeck heeft een verslag opgesteld.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 6 september 2019.

    Staatsraad Stephan De Taeye heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Thomas Eyskens, die verschijnt voor verzoeksters, advocaat Barbara Speleers, die loco advocaat Stijn Butenaerts verschijnt voor de verwerende partij, advocaten Joris De Pauw en Laura Thewis, die loco advocaten Michel Karolinski, Camille Courtois, Jan Roggen en Laura Sallaerts, verschijnen voor de eerste en tweede tussenkomende partij, en advocaten Laura Janssens en Bart Martel, die verschijnen voor de derde tussenkomende partij, zijn gehoord.

    X-17.539-2/28

    ‡BAJTQEECC-BDIGBJV‡

    Auditeur An Van den broeck heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Eerste verzoekster is mede-eigenares en bewoonster van een woning die gelegen is aan de Vanderlindenstraat 40 te Schaarbeek.

    Tweede verzoekster is mede-eigenares en bewoonster van een woning die gelegen is aan de Gallaitstraat 45 te Schaarbeek.

    3.2. Op 21 februari 2018 (datum van het ontvangstbewijs) dient de THV Odebrecht – Vanhout Project bij de gemachtigde ambtenaar van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot twee clusters voor de bouw van een schoolcomplex en jeugdcentrum op de Gallaitsite te Schaarbeek. Initiator van het project is de Vlaamse Gemeenschapscommissie (hierna: de VGC).

    Cluster 1 betreft de nieuwbouw van een schoolcomplex bestaande uit een kleuter-, basis- en tienerschool, de eerste graad van het secundair onderwijs samen met de gemeenschappelijke onderwijsruimten, de ondersteunende ruimten met inbegrip van de sporthal, de refter, de kunst- en crearuimte, de atelierruimte, het labo alsook een ondergrondse parking en de nieuwbouw van 4 appartementen, op een terrein gelegen tussen de Gallaitstraat nrs. 58/64, 66 en de Vanderlindenstraat nrs. 26/30, kadastraal bekend afdeling 10, sectie E, nummers 53v3, 53t3, 52r11, 53s3 en 53k3.

    Cluster 2 betreft de renovatie van het erfgoeddepot voor de tweede en derde graad STEM en Personenzorg van het secundair onderwijs met

    X-17.539-3/28

    ‡BAJTQEECC-BDIGBJV‡

    inbegrip van de refter en de nieuwbouw aan de Vanderlindenstraat van de gemeenschappelijke en ondersteunende ruimten en jeugdcentrum, op een terrein gelegen aan de Vanderlindenstraat 44-58, kadastraal bekend afdeling 10, sectie E, nummers 55p3, 55n3, 52s11, 52r10, 52g12, 52n12, 66y4 en 52f11.

    Volgens de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestelijk bestemmingsplan van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (hierna: GBP) is cluster 1 gesitueerd in een „sterk gemengd gebied‟. Cluster 2 is deels gesitueerd in een „sterk gemengd gebied‟ en deels in een „gebied voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten‟.

    Ter verduidelijking volgt hierna een uittreksel uit het inplantingsplan met aanduiding van de clusters en de woningen van de verzoeksters:

    X-17.539-4/28

    Woning eerste verzoekster

    Cluster 2

    Cluster 1

    Woning tweede verzoekster

    3.3. Van 11 april 2018 tot 25 april 2018 wordt een openbaar onderzoek over de vergunningsaanvraag georganiseerd, waarbij vier bezwaarschriften worden ingediend.

    3.4. Op 17 mei 2018 beslist de overlegcommissie haar advies over de aanvraag uit te stellen.

    3.5. Op 22 mei 2018 brengt de gemeente Schaarbeek een ongunstig advies uit.

    3.6. Op 31 mei 2018 brengt de overlegcommissie een ongunstig advies uit.

    X-17.539-5/28

    3.7. Op 16 augustus 2018 dient de aanvrager aangepaste plannen in, waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de overlegcommissie.

    3.8. Van 10 oktober 2018 tot 24 oktober 2018 wordt een nieuw openbaar onderzoek over de vergunningsaanvraag georganiseerd, waarbij vijf bezwaarschriften worden ingediend.

    3.9. Op 8 november 2018 beslist de overlegcommissie haar advies over de aanvraag uit te stellen.

    3.10. Op 20 november 2018 brengt de gemeente Schaarbeek een voorwaardelijk gunstig advies uit.

    3.11. Op 22 november 2018 brengt de overlegcommissie een voorwaardelijk gunstig advies uit.

    3.12. Op 11 december 2018 verzoekt de gemachtigde ambtenaar de aanvrager om, met toepassing van artikel 191 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (hierna: BWRO), gewijzigde plannen in te dienen die tegemoetkomen aan de opmerkingen op de aanvankelijke plannen.

    3.13. Op 14 december 2018 dient de aanvrager aangepaste plannen in.

    3.14. Daaropvolgend verleent de gemachtigde ambtenaar op 24 december 2018 de gevraagde vergunning.

    3.15. Op 23 januari 2019 tekent het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Schaarbeek bij de Regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest beroep aan tegen de voormelde beslissing van de gemachtigde ambtenaar.

    X-17.539-6/28

    ‡BAJTQEECC-BDIGBJV‡

    3.16. Met het bestreden besluit van 3 mei 2019 verklaart de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het beroep van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Schaarbeek ontvankelijk en ongegrond en verleent zij de stedenbouwkundige vergunning.

    IV. Tussenkomsten

    4.1. Met een op 2 augustus 2019 ter post aangetekend verzoekschrift vraagt de THV Obedrecht – Vanhout Project om in het geding te mogen tussenkomen.

    4.2. Met een op 7 augustus 2019 ter post aangetekend verzoekschrift vraagt de VGC om in het geding te mogen tussenkomen.

    4.3. Er is grond om deze verzoeken in te willigen.

    V. Ontvankelijkheid van de vordering

    5. Vooralsnog bestaat er geen noodzaak om over de door de tussenkomende partijen opgeworpen ontvankelijkheidsexcepties uitspraak te doen. Een onderzoek van en een uitspraak over die excepties zouden zich alleen opdringen indien de grondvoorwaarden voor het toewijzen van de vordering tot schorsing vervuld mochten zijn, wat, zoals hierna zal blijken, niet het geval is.

    VI. Schorsingsvoorwaarden

    6. Krachtens artikel 17, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan de schorsing van de tenuitvoerlegging slechts worden bevolen onder de dubbele voorwaarde dat de zaak te spoedeisend is voor een behandeling ervan in een beroep tot nietigverklaring en dat minstens één ernstig middel wordt aangevoerd dat de nietigverklaring van de akte of het reglement prima facie kan verantwoorden.

    X-17.539-7/28

    ‡BAJTQEECC-BDIGBJV‡

    VII. Ernst van de middelen

    1. Eerste middel

    Uiteenzetting van het middel

    7. Verzoeksters voeren in een eerste middel de schending aan van “art. 159 Grondwet, de art. 28 en 29 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, de materiële motiveringsplicht, het redelijkheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel als algemene beginselen van behoorlijk bestuur”.

    Zij betogen dat het bestreden besluit onwettig is voor zoveel het steunt op de planologische rechtsgrond „gebied voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten‟ van het GBP. Verzoeksters zetten uiteen dat tegen deze bestemming in het ontwerp van GBP twee door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gegrond bevonden bezwaren werden ingediend, en bekritiseren het feit dat dit niet tot “een gewijzigde of andere bestemming in het definitief vastgestelde GBP” heeft geleid. Volgens hen heeft elke particulier en elke overheid die deelneemt aan het openbaar onderzoek het recht om zijn of haar standpunt ingewilligd te zien of op afdoende wijze weerlegd te zien worden. Verzoeksters menen dan ook dat de bestemming „gebied voor voorzieningen van collectief belang of...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT