8 mai 2024. - Décret portant des mesures en matière d'enseignement et relatives aux personnes âgées - 2024, p. 119397.

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 26 april 1962 betreffende het gemeenschappelijk vervoer van de leerlingen van de onderwijsinrichtingen

Artikel 1. Artikel 2 van de wet van 26 april 1962 betreffende het gemeenschappelijk vervoer van de leerlingen van de onderwijsinrichtingen wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel, alsook administratief personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen

Art. 2. In artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel, alsook administratief personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen de bepaling onder B. en de bepaling onder C. wordt een bepaling onder B.1., a), 1., ingevoegd, luidende:
"B.1. In het basisonderwijs
a) Wervingsambten
1. "vakleraar muziek;"
2° in de bepaling onder C., a), wordt een bepaling onder 2. ingevoegd, luidende:
"2. leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs;"
3° in de bepaling onder Dbis., b), wordt de punt in de bepaling onder 4. vervangen door een kommapunt en voorts wordt de bepaling onder Dbis., b), aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende:
"5° coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding"
4° in de bepaling onder E., b), 17., wordt het woord "evaluator" vervangen door de woorden "evaluator uit het basisonderwijs";
5° in de bepaling onder E., b), wordt de bepaling onder 18. hersteld als volgt:
"18. externe evaluator uit het secundair onderwijs".

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs

Art. 3. In artikel 91quaterdecies, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 24 juni 2013 en vervangen bij het decreet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij het decreet van 24 april 2023, worden de woorden "91octies, § 1 en § 2, eerste en tweede lid," vervangen door de woorden "91octies, § 1, en § 2, eerste lid, tweede lid, en derde lid, 2°,".

Art. 4. Het opschrift van hoofdstuk VIIquater van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015, wordt vervangen als volgt: "Hoofdstuk VIIquater - Bijzondere bepalingen voor coördinatoren van een centrum voor onderwijs met beperkt leerplan en voor coördinatoren van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".

Art. 5. Artikel 91viciesbis van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015 en gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, wordt aangevuld met de woorden "en het ambt van coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".

Art. 6. In artikel 91viciesbis.1 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2021 en gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of als coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
2° in het vijfde lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of de coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".

Art. 7. In artikel 91undequadragies, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 18 juni 2018 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "91octies, § 1, eerste lid," vervangen door de woorden "91octies, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid,".

Art. 8. In artikel 91quadragiessexies, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 22 juni 2020 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "91octies, § 1, eerste lid," vervangen door de woorden "91octies, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid,".

Art. 9. In artikel 91quintagiessemel, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2021 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "91octies, § 1, eerste lid," vervangen door de woorden "91octies, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid,".

Art. 10. In artikel 133, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, worden de woorden "in dienstactiviteit" vervangen door de woorden "in dienstactiviteit of op rust".

Art. 11. Hoofdstuk XIbis van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2022, wordt aangevuld met een artikel 169triciesbis, luidende:
"Art. 169triciesbis - In afwijking van artikel 22, § 1, eerste lid, geschiedt de oproep tot de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het ambt van vakleraar muziek voor het schooljaar 2024-2025 tussen de dag waarop het decreet van 8 mei 2024 houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid 2024 is aangenomen en 31 augustus 2024."

Art. 12. Hetzelfde hoofdstuk wordt aangevuld met een artikel 169triciester, luidende:
"Art. 169triciester - In afwijking van artikel 22, § 1, eerste lid, geschiedt de oproep tot de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs voor het schooljaar 2024-2025 tussen de dag waarop het decreet van 8 mei 2024 houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid 2024 is aangenomen en 31 augustus 2024."

Art. 13. Hetzelfde hoofdstuk wordt aangevuld met een artikel 169triciesquater, luidende:
"Art.169triciesquater - Onverminderd artikel 16 en artikel 39 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs rekening gehouden met afwijkingen die een personeelslid voor 1 september 2024 heeft doorlopen in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs."

Art. 14. Hetzelfde hoofdstuk wordt aangevuld met een artikel 169triciesquinquies, luidende:
"169triciesquinquies - Voor de berekening van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 17 en artikel 39 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs ook rekening gehouden met dienstdagen die het personeelslid vóór 1 september 2024 heeft gepresteerd in het gedifferentieerd onderwijs in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs. Dat betrokkene als leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs werkzaam was, wordt bewezen aan de hand van een attest dat is opgesteld door het inrichtingshoofd."

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch, psychosociaal en administratief personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen

Art. 15. Artikel 7, eerste lid, 7°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch, psychosociaal en administratief personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, ingevoegd bij het decreet van 21 april 2008 en gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2020, wordt aangevuld met een bepaling onder d), luidende:
"d) het diploma van kleuteronderwijzer, het attest van slagen voor een opleiding in de didactiek van het vreemdetalenonderwijs en het bewijs van de grondige kennis van de betrokken vreemde taal."

Art. 16. In hoofdstuk II van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, wordt een artikel 7.1 ingevoegd, luidende:
"Art. 7.1 - Als vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van vakleraar muziek in het basisonderwijs gelden de volgende diploma's:
1° het diploma van een hogeschool voor kunst of van het hogere kunstonderwijs in een studierichting van het muziekonderwijs, telkens aangevuld met een pedagogisch bekwaamheidsdiploma in de studierichting "notenleer" of muzikale opvoeding" dat door een hogeschool voor kunst of een conservatorium werd uitgereikt, of een bewijs dat, na succesvolle beëindiging van een opleiding van het hoger onderwijs van het korte of het lange type, door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend op basis van een advies van een kunstacademie in de Duitstalige Gemeenschap;
2° het diploma van kleuteronderwijzer of onderwijzer voor het lager onderwijs of geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, telkens aangevuld met een van de volgende bewijzen:
a) een diploma van een hogeschool voor kunst of van het hogere kunstonderwijs in een studierichting van het muziekonderwijs of een bewijs dat, na succesvolle beëindiging van een opleiding van het hoger onderwijs van het korte of het lange type, door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend op basis van een advies van een kunstacademie in de Duitstalige Gemeenschap...