8 JULI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

- het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021, artikel 3, tweede lid, artikel 7, eerste lid, artikel 13, artikel 14, eerste en tweede lid, artikel 16, artikel 18, tweede lid, artikel 23, artikel 24, artikel 26, derde lid, artikel 28, artikel 29, artikel 30, eerste en derde lid, artikel 40, tweede lid, artikel 43, artikel 69, artikel 70, eerste lid, artikel 73, artikel 76, artikel 79, artikel 80, artikel 83 en artikel 85.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2022/027 gegeven op 15 maart 2022;

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 12 mei 2022;

- De Sectorraad Kunsten en Erfgoed van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media heeft advies gegeven op 20 april 2022;

- De Raad van State heeft advies nr. 71.607/3 gegeven op 29 juni 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader

Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:

- het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT :

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. administratie: het Departement Cultuur, Jeugd en Media, vermeld in artikel 24, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

  2. beoordelingscommissie: een beoordelingscommissie als vermeld in artikel 80, eerste lid, van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021;

  3. feitelijke onjuistheden: elementen in een advies waarvan ondubbelzinnig kan aangetoond worden dat ze gebaseerd zijn op foutieve, onvolledige of verkeerd geïnterpreteerde informatie;

  4. financiële verantwoording: een verantwoording waarin wordt aangetoond welke kosten zijn gemaakt voor de uitvoering van de activiteit waarvoor de subsidie is toegekend, en welke opbrengsten de subsidieontvanger in het kader van die activiteit heeft verworven uit de activiteit zelf of uit andere bronnen;

  5. functionele verantwoording: een inhoudelijke verantwoording waarin wordt aangetoond dat, en eventueel in welke mate, de activiteit waarvoor de subsidie is toegekend, uitgevoerd is;

  6. huishoudelijk reglement: het reglement waarin de dagelijkse, interne en externe aangelegenheden over de werking van de commissies en externe experten geregeld zijn, en waarin ook de deontologische code is opgenomen;

  7. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur.

    Art. 2. De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, vermeld artikel 3, tweede lid, van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021, is de administratie.

    HOOFDSTUK 2. - Het kwaliteitslabel voor collectiebeherende organisaties

    Afdeling 1. - Nadere specificaties van de voorwaarden en criteria voor het kwaliteitslabel

    Art. 3. Een collectiebeherende organisatie voldoet aan de erkenningsvoorwaarde, vermeld in artikel 8, tweede lid, 1°, van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021, als ze beschikt over:

  8. een collectie cultureel erfgoed die door de onderlinge samenhang en het profiel ervan, de verbanden en de context, de mogelijke uniciteit of de materiële waarde ervan door een cultureelerfgoedgemeenschap voldoende belangrijk wordt geacht om daarvoor een cultureelerfgoedwerking uit te voeren;

  9. het eigendoms- of genotsrecht voor een langere periode van de kern van de collectie cultureel erfgoed;

  10. statuten waarin de bestemming van de collectie cultureel erfgoed bij ontbinding van de organisatie is opgenomen, in geval de collectiebeherende cultureelerfgoedorganisatie is ondergebracht in een privaatrechtelijke rechtspersoon.

    Art. 4. Een collectiebeherende organisatie voldoet aan het criterium, vermeld in artikel 9, 1° van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021, als ze voldoet aan de volgende nadere bepalingen:

  11. voor de functie herkennen en verzamelen:

    1. het voeren van een collectiebeleid, beschreven in het collectieplan, op basis van het profiel en de samenhang van de collectie;

    2. beschikken over:

    1) een digitale inventaris van de collectie cultureel erfgoed, opgesteld volgens de internationale beschrijvingsstandaarden, in geval van een museum;

    2) een digitaal bestandsoverzicht van de collectie cultureel erfgoed, opgesteld volgens de internationale beschrijvingsstandaarden, in geval van een culturele archiefinstelling;

    3) een digitale catalogus van de collectie cultureel erfgoed, opgesteld volgens de internationale beschrijvingsstandaarden, in geval van een erfgoedbibliotheek;

  12. voor de functie behouden en borgen: het opvolgen van de actuele toestand van de collectie cultureel erfgoed en het nemen van maatregelen tot het behouden en borgen van het cultureel erfgoed;

  13. voor de functie onderzoeken: wetenschappelijk onderzoek uitvoeren of faciliteren op basis van de collectie cultureel erfgoed of het profiel ervan;

  14. voor de functie presenteren en toeleiden:

    1. beschikken over een presentatie van de collectie cultureel erfgoed in geval van een museum of actief werk maken van het presenteren van en toeleiden naar de collectie cultureel erfgoed in geval van een culturele archiefinstelling of een erfgoedbibliotheek;

    2. een publieksbeleid voeren met inbegrip van een communicatiebeleid;

    3. het hele jaar geopend zijn voor individuele bezoekers, met de mogelijkheid tot een vaste sluitingsperiode van maximaal twee maanden, met in acht name van de volgende openingstijden:

      1) ten minste vijftien uur per week geopend zijn, gespreid over minstens drie dagen waarvan één dag in het weekend, in geval van een museum;

      2) ten minste twee dagen per week geopend zijn, al dan niet op afspraak, in geval van een culturele archiefinstelling of een erfgoedbibliotheek;

    4. inzetten op toegankelijkheid voor specifieke doelgroepen;

  15. voor de functie participeren: aandacht hebben voor het actief betrekken van de maatschappij, in het bijzonder van cultureelerfgoedgemeenschappen, bij de cultureelerfgoedwerking;

  16. in de uitoefening van de functies, aan het cultureel erfgoed aangepaste, algemeen aanvaarde internationale standaarden hanteren en kwaliteitsvolle werkvormen en werkmethoden toepassen, overeenkomstig artikel 9, 1°, van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021.

    In afwijking van het eerste lid, 4°, c), kan een langere sluitingsperiode gemotiveerd worden vanuit de omgang met de collectie cultureel erfgoed of in geval van een tijdelijke sluitingsperiode voor infrastructuurwerken.

    Art. 5. Een collectiebeherende organisatie voldoet aan het criterium, vermeld in artikel 9, 2°, van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021, als ze voldoet aan de volgende nadere bepalingen:

  17. beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel voor een werking met een schaalgrootte en reikwijdte van minstens lokale betekenis:

    1. ten minste een halftijdse conservator, archivaris of bibliothecaris die de dagelijkse leiding waarneemt en houder is van een diploma hoger onderwijs of zijn deskundigheid kan bewijzen;

    2. gekwalificeerd personeel, met een diploma hoger onderwijs of dat haar deskundigheid kan bewijzen, om de functies te vervullen, waarvan ten minste een voltijds equivalent inhoudelijke medewerkers;

    3. voldoende professionele of vrijwillige medewerkers die beschikken over de juiste vaardigheden om kwaliteitsvol te werken;

  18. samenwerken met actoren uit het cultureelerfgoedveld en uit andere relevante domeinen in de samenleving;

  19. de toepasselijke deontologische regels naleven:

    1. de deontologische code zoals beschreven door "The International Council of Museums", in geval van een museum;

    2. de deontologische code zoals beschreven door "The International Council on Archives", in geval van een culturele archiefinstelling;

    3. de deontologische code zoals beschreven door "The International Federation of Library Associations and Institutions", in geval van een erfgoedbibliotheek.

    Art. 6. Een collectiebeherende organisatie voldoet aan het criterium, vermeld in artikel 9, 3°, van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021, als ze beschikt over:

  20. een presentatie- en publieksruimte;

  21. een ruimte voor depot en behoud en beheer;

  22. een ruimte voor wetenschappelijk onderzoek.

    Art. 7. Een collectiebeherende organisatie voldoet aan het criterium, vermeld in artikel 9, 4°, van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021, als ze voldoet aan de volgende nadere bepalingen:

  23. beschikken over een visie en doelstellingen, op basis van een evenwichtige invulling van de functies, die conform zijn met de erkenningsvoorwaarde vermeld in artikel 8, tweede lid, 2°, van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021;

  24. aangestuurd worden door een bestuursorgaan of bevoegd gezag dat rekening houdt met belanghebbenden;

  25. beschikken over een organisatiestructuur waarbij er duidelijke afspraken zijn over procedures en bevoegdheden, en een interne controle wordt georganiseerd;

  26. een personeels- en verloningsbeleid voeren dat afgestemd is op de schaalgrootte van de organisatie, waarbij ieder personeelslid over een functiebeschrijving beschikt en periodiek geëvalueerd wordt, en waarbij het personeel de mogelijkheid krijgt om zich bij te scholen;

  27. beschikken over een stabiele financiële basis en een gezond financieel beleid voeren op basis van een realistische en evenwichtige begroting die regelmatig wordt opgevolgd;

  28. zorg dragen voor het eigen archief.

    Afdeling 2. - Procedure voor de toekenning van een kwaliteitslabel aan collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties

    Art. 8. Een aanvraag voor een kwaliteitslabel kan jaarlijks, uiterlijk op 15 januari, ingediend worden.

    Art. 9. Een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT