Décision judiciaire de Raad van State, 20 juin 2019

Date de Résolution20 juin 2019
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 244.867 van 20 juni 2019 in de zaak A. 226.631/VII-40.423.

In zake : 1. Bernard MARCHANT 2. Christine HURBAIN-MARCHANT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Michel Scholasse kantoor houdend te 1300 Waver Chemin du Stocquoy 1 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

Jean-Pierre THIRY

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het cassatieberoep, ingesteld op 6 november 2018, strekt tot de nietigverklaring van arrest nr. RvVb/A/1819/0116 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (hierna: RvVb) van 25 september 2018 in de zaak 1516/RvVb/0692/A.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Een beschikking van 10 januari 2019 verklaart het cassatieberoep toelaatbaar.

    De verzoekende partijen hebben een toelichtende memorie ingediend.

    VII-40.423-1/8

    Eerste auditeur An Van den broeck heeft een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 6 juni 2019.

    Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Greg Jacobs, die loco advocaat Michel Scholasse verschijnt voor de verzoekende partijen, is gehoord.

    Eerste auditeur An Van den broeck heeft een met dit arrest andersluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Met een besluit van 14 april 2016 verleent de deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant (hierna: deputatie) aan de heer en mevrouw Marchant-Hurbain een stedenbouwkundige vergunning “voor het regulariseren van afgebroken muren van een fitnesszaal/poolhouse (afbraak en heropbouw)”.

    3.2. Het bestreden arrest vernietigt op vordering van de heer Thiry de vergunningsbeslissing van de deputatie.

    VII-40.423-2/8

    IV. Onderzoek van het enige middel

    Uiteenzetting van het middel

    4. De heer en mevrouw Marchant-Hurbain voeren de schending aan van artikel 4.7.19, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna: VCRO), artikel 149 van de Grondwet en artikel 32 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges:

    “Doordat in het bestreden arrest enerzijds wordt gesteld dat de aanplakking, zijnde het in artikel 4.7.19, §2, eerste lid VCRO bedoelde aanplakken van een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, dient te beantwoorden aan een aantal (niet in die bepaling vermelde) bijkomende kwaliteitsvereisten, en daarmee onder meer lijkt te verstaan dat de essentie van het voorwerp van de vergunning in de aanplakking dient te worden weergegeven, en meer bepaald de of alle ‘belangrijke onderdelen’ van (het voorwerp) de vergunning,

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT