Décision judiciaire de Raad van State, 4 avril 2019

Date de Résolution 4 avril 2019
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 244.171 van 4 april 2019 in de zaak A. 219.568/VII-39.697.

In zake : 1. Dominique VAN LANCKER 2. Désirée VAN LANCKER bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Jan Lamon kantoor houdend te 9700 Oudenaarde Burgschelde 25, bus 2 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Filip Vincke kantoor houdend te 9600 Ronse Grote Markt 33 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 25 juni 2016, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos (hierna: ANB) van 3 mei 2016 waarbij de door Roger Van Lancker gevraagde ontheffing van het verbod tot ontbossing, niet wordt verleend.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

    VII-39.697-1/12

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een verslag opgesteld.

    De verzoekende partijen hebben een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verwerende partij heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 13 december 2018.

    Staatsraad Patricia De Somere heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Koen Van Wynsberge, die loco advocaat Jan Lamon verschijnt voor de verzoekende partijen, en advocaat Filip Vincke, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Op 18 februari 2014 dient Roger Van Lancker, vader van de verzoekende partijen, een aanvraag in tot ontheffing van het verbod op ontbossing van 0,4 ha op de percelen gelegen aan de Herlegem 52 te Oudenaarde, met het oog op het realiseren van “permanent grasland”. Voorts stelt de aanvrager voor een compenserende bebossing te doen op een andere locatie.

    VII-39.697-2/12

    De percelen zijn volgens het gewestplan Oudenaarde gelegen in agrarisch gebied.

    3.2. De provinciale afdeling en de afdeling Beleid van ANB adviseren ongunstig.

    3.3. Op 20 mei 2014 beslist de administrateur-generaal van ANB om de gevraagde ontheffing niet te verlenen.

    3.4. Bij arrest nr. 233.552 van 21 januari 2016 vernietigt de Raad van State deze beslissing van 20 mei 2014, omdat de administrateur-generaal van ANB aan het delegatiebesluit van 10 oktober 2003 niet de bevoegdheid kon ontlenen om over de aanvraag te beslissen.

    3.5. Op 3 mei 2016 beslist de administrateur-generaal van ANB opnieuw om de gevraagde ontheffing niet te verlenen, als volgt:

    “Overwegende dat op 19 februari 2014 een aanvraag werd ingediend door de heer Jan Lamon, advocaat, namens de heer Roger van Lancker voor de regularisatie van een ontbossing, waarbij de bomen mochten gekapt worden op basis van een kapmachtiging maar waarbij de herbebossing met inheemse loofboomsoorten niet werd uitgevoerd over een oppervlakte van 44,89 are op de percelen gelegen te Oudenaarde, 2° afdeling, sectie A, delen van nrs. 41/E en 42/A; dat het bos werd omgezet naar grasland;

    Overwegende dat het Agentschap voor Natuur en Bos de aanvraag tot ontheffing ontvankelijk en volledig heeft verklaard per brief van 21 februari 2014;

    Overwegende dat het besluit van de administrateur-generaal van 20 mei 2014 waarbij de ontheffing van het verbod tot ontbossing niet werd verleend aan de heer Roger Van Lancker, werd vernietigd door de Raad van State bij arrest van 21 januari 2016;

    Overwegende dat op 9 augustus 2006 een kapmachtiging (nr. 7/4/2006/000211) werd afgeleverd aan de aanvrager voor kaalkap van populier; dat de kapmachtiging werd aangevraagd deels om reden van veiligheid;

    Overwegende dat sedert de zomer van 2012 de kapping volledig is voltooid; dat alle bomen van het terrein zijn verwijderd; dat enkele boomstobben nog aanwezig zijn maar het grootste deel is uitgefreesd; dat de kapvlakte extensief wordt beheerd als blijvend grasland; dat het tot op heden

    VII-39.697-3/12

    geen landbouwgebruik kent; dat het grasland volgens de aanvrager dienst doet als achtertuin aansluitend op...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT