Décision judiciaire de Raad van State, 31 janvier 2019

Date de Résolution31 janvier 2019
JuridictionSchorsing
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VOORZITTER VAN DE IXe KAMER

A R R E S T

nr. 243.566 van 31 januari 2019 in de zaak A. 226.197/IX-9397

In zake: Pauline GEERTS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Myriam Van den Abeele kantoor houdend te 1700 Dilbeek Kaudenaardestraat 13 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

de VZW KATHOLIEK BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS TERNAT

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering

  1. De vordering, ingesteld op 20 september 2018, strekt tot de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de beroepscommissie van de vzw Katholiek Basis- en Secundair Onderwijs Ternat van 10 september 2018 waarbij het aan Pauline Geerts toegekende oriënteringsattest B met clausulering voor Grieks-Latijn, Latijn, moderne wetenschappen, Rudolf Steinerpedagogie en Yeshiva wordt gehandhaafd.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Bij arrest nr. 242.490 van 1 oktober 2018 is de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de bestreden beslissing ingewilligd.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 7 januari 2019.

    IX-9397-1/5

    Staatsraad Bert Thys heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Myriam Van den Abeele, die verschijnt voor de verzoekende partij en secretaris Luc Roeges, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Jurgen Neuts heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Opheffing van de schorsing

    3. Verzoekster heeft na het instellen van de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid geen verzoekschrift ingediend om de nietigverklaring van de bestreden beslissing te vorderen. De Raad van State is er in dat geval overeenkomstig artikel 17, § 4, derde lid, van zijn gecoördineerde wetten toe gehouden de uitgesproken schorsing op te heffen.

    IV. Kosten

    Standpunt van de partijen

    4. Verzoekster vraagt ter terechtzitting om de kosten van het ge-ding, met inbegrip van de gevraagde rechtsplegingsvergoeding ten bedrage van 700 euro, ten laste te leggen van de verwerende partij.

  3. De verwerende partij antwoordt daarop dat zij zich tijdens de ganse procedure zo proceseconomisch...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT