Décision judiciaire de Raad van State, 10 octobre 2018

Date de Résolution10 octobre 2018
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 242.585 van 10 oktober 2018 in de zaak A. 216.357/XIV-36.544

In zake: 1. Albert GRIBBE 2. Dirk LAUWERS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Patrick Van Der Straten kantoor houdend te 2018 Antwerpen Mechelsesteenweg 120/4 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken die woonplaats kiest bij de Federale Politie DGR/JUR gevestigd te 1050 Brussel

Kroonlaan 145/A

Tussenkomende partij:

Frank NELIS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Fabien Frerotte kantoor houdend te 1348 Louvain-La-Neuve

Boulevard Baudouin 1er 25 bij wie woonplaats wordt gekozen --------------------------------------------------------------------------------------------------

I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 3 juli 2015, strekt tot de nietigverklaring van: “- het ministerieel besluit van 28 april 2015 houdende benoeming in de graad van aanstelling van bepaalde personeelsleden van de algemene directie gerechtelijke politie van de federale politie, met nr. 4113;

    - het ministerieel besluit van 28 januari 2015 houdende benoeming in de graad van aanstelling van bepaalde personeelsleden van de algemene directie gerechtelijke politie van de federale politie, met nummer 4065”.

    II. Verloop van de rechtspleging

    2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekers hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

    Frank Nelis heeft een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van 30 september 2015. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Eerste auditeur Geert De Bleeckere heeft een verslag opgesteld.

    De verzoekers hebben een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verwerende partij en de tussenkomende partij hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 23 mei 2018.

    Staatsraad Patricia De Somere heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Pieters Borms, die loco advocaat Patrick Van Der Straten verschijnt voor de verzoekers, adviseur Kirsten Peeters, die verschijnt voor de verwerende partij, en advocaat Emilie Verbeken, die loco advocaat Fabien Frerotte verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Geert De Bleeckere heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten en toepasselijke reglementering

    A. Feiten ten aanzien van de verzoekers

    3.1. Voor de totstandkoming van de geïntegreerde politiedienst waren beide verzoekers benoemd in de graad van gerechtelijk inspecteur bij de gerechtelijke politie en ingeschaald in loonschaal 2A.

    In het kader van de overgang naar de geïntegreerde politiedienst worden zij, bij ministerieel besluit van 14 november 2001 „tot aanwijzing van bepaalde personeelsleden van het ministerie van binnenlandse zaken die naar het administratief en logistiek kader van de federale politie overgaan en houdende de graad en loonschaaltoewijzing aan bepaalde personeelsleden van de federale politie‟ (hierna: het ministerieel besluit van 14 november 2001), met ingang van 1 april 2001 ingedeeld in de graad van hoofdinspecteur van politie, met als loonschaal M3.2. Bij de wet van 3 juli 2005 „tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten‟ (hierna: de wet van 3 juli 2005) wordt hun graad aangepast naar “hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie”, met ingang van 1 april 2001.

    3.2. Op grond van artikel XII.VII.18, § 2, derde lid, RPPol en het koninklijk besluit van 3 juni 2007 „tot uitvoering van artikel XII.VII.18, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten‟ (hierna: het koninklijk besluit van 3 juni 2007), worden een aantal personeelsleden, allen afkomstig van de voormalige rijkswacht, aangesteld in de graad van commissaris. Het betreft onder meer de tussenkomende partij bij ministerieel besluit van 11 april 2008 (op datum van

    1 april 2005), D.L. en L.M. bij ministerieel besluit van 18 augustus 2009 (op datum van 1 april 2006), B.R. bij ministerieel besluit van 10 februari 2011 (op datum van 1 april 2006), en E.C. en M.V. bij ministerieel besluit van 21 maart 2011 (op datum van 1 april 2007).

    3.3. Bij ministerieel besluit van 28 januari 2015 worden op datum van 1 januari 2015 benoemd in de graad van commissaris van politie: de tussenkomende partij, L.M., B.R., E.C. en M.V.

    Het betreft de thans tweede bestreden beslissing.

    Bij ministerieel besluit van 28 april 2015 wordt op datum van 1 januari 2015 benoemd in de graad van commissaris van politie: D.L.

    Het betreft de thans eerste bestreden beslissing.

    B. Toepasselijke reglementering

    3.4. De bestreden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT