Décision judiciaire de Raad van State, 10 octobre 2018
Date de Résolution | 10 octobre 2018 |
Juridiction | Cassatie |
Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
XIVe KAMER
A R R E S T
nr. 242.591 van 10 oktober 2018 in de zaak A. 222.698/XIV-37.468
In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Carmenta Decordier kantoor houdend te 9041 Gent-Oostakker Orchideestraat 61A bij wie woonplaats wordt gekozen
tegen :
-
XXX 2. XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Maarten De Feyter kantoor houdend te 9050 Ledeberg Hundelgemsesteenweg 275 bij wie woonplaats wordt gekozen -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het cassatieberoep
-
Het cassatieberoep, ingesteld op 19 juli 2017, strekt tot de cassatie van het arrest nr. 188.414 van 15 juni 2017 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
II. Verloop van de rechtspleging
-
Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking nr. 12.513 van 31 juli 2017.
De verweerders hebben een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.
XIV-37.468-1/8
Eerste auditeur Marijke Sterck heeft een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 ‘tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State’.
De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 23 mei 2018.
Staatsraad Carlo Adams heeft verslag uitgebracht.
Advocaat Brecht Heirman, die loco advocaat Carmenta Decordier verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Maarten De Feyter, die verschijnt voor de verweerders, zijn gehoord.
Eerste auditeur Marijke Sterck heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.
Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Feiten
-
Op 23 maart 2016 neemt de staatssecretaris voor Asiel en Migratie ten aanzien van de verweerders telkens een afzonderlijke beslissing houdende bevel om het grondgebied te verlaten.
De verweerders stellen op 25 mei 2016 tegen de voornoemde beslissingen een vordering tot schorsing en een beroep tot nietigverklaring in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen vernietigt de beslissingen houdende bevel om het grondgebied te verlaten van 23 maart 2016 met een arrest van 15 juni 2017. Dit is het bestreden arrest.
XIV-37.468-2/8
IV. Onderzoek van de middelen
Enig middel
Standpunt van de partijen
4. De verzoekende partij werpt in een enig middel de schending op van de artikelen 39/2, § 2, 39/65, 62 en 74/13 van de wet van 15 december 1980 ‘betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen’ (hierna: de vreemdelingenwet) en van de draagwijdte van de formelemotiveringsplicht zoals vervat in...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI