Décision judiciaire de Raad van State, 24 mai 2018

Date de Résolution24 mai 2018
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 241.577 van 24 mei 2018 in de zaak A. 223.686/VII-40.129.

In zake : de NV GUIDO GOETHALS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Pieter-Jan Defoort en Lies du Gardein kantoor houdend te 8020 Oostkamp Hertsbergsestraat 4 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de LEIDEND AMBTENAAR VAN HET AGENTSCHAP

WEGEN EN VERKEER bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Sven Vernaillen kantoor houdend te 2018 Antwerpen Mechelsesteenweg 27 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het cassatieberoep, ingesteld op 31 oktober 2017, strekt tot de nietigverklaring van arrest nr. RvVb/A/1718/0055 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (hierna: RvVb) van 19 september 2017 in de zaak RvVb/1415/0435/A/0416.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Een beschikking van 23 november 2017 verklaart het cassatieberoep toelaatbaar.

    VII-40.129-1/10

    De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur Tom De Waele heeft een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 3 mei 2018.

    Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Pieter-Jan Defoort, die verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Annelies Geerts, die loco advocaat Sven Vernaillen verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Tom De Waele heeft een met dit arrest andersluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Met een besluit van 12 februari 2015 verleent de deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen (hierna: deputatie) aan de NV Guido Goethals een stedenbouwkundige vergunning “voor het regulariseren van een keermuur en het ophogen van een terrein”.

    3.2. Het bestreden arrest willigt de vordering van de leidend ambtenaar van het Agentschap Wegen en Verkeer (hierna: leidend ambtenaar) in en vernietigt deze vergunningsbeslissing.

    VII-40.129-2/10

    IV. Onderzoek van het enige middel

    Uiteenzetting van het middel

    4. De NV Guido Goethals voert de schending aan van artikel 149 van de Grondwet, artikel 32 en 37 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, artikel 4.7.21, 4.3.3, 4.3.4, (oud) 4.8.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna: VCRO), artikel 16 van het “Rooilijnendecreet van 2006” (lees: decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen) (hierna: Rooilijnendecreet), het zorgvuldigheids-, fairplay-, redelijkheidsbeginsel, de formele- en materiëlemotiveringsplicht:

    “doordat de [...] RvVb oordeelt dat het AWV, zelfs wanneer zij hiertoe (verschillende malen) expliciet wordt verzocht, geen uitspraak hoeft te doen over de realisatie van een ontwerp-rooilijnplan én dat het AWV omwille van andere redenen (m.n. elementen die op zich geen direct werkende normen uitmaken) van oordeel kan zijn dat het bouwverbod moet worden gehandhaafd én op basis hiervan kan beslissen om niet op papier te zetten dat de rooilijn niet binnen een periode van 5 jaar zal worden gerealiseerd en dat de vergunningverlenende overheid in dergelijk geval de aanvraag dient te weigeren, terwijl de RvVb hierbij zonder enige motivering voorbij gaat aan de stelling van de huidige verzoekende partij, m.n. dat het AWV vanuit de beginselen van behoorlijk bestuur (o.a. de materiële motiveringsplicht en het zorgvuldigheidsbeginsel) ertoe gehouden is om te antwoorden op de (veelvuldige) vraagstelling van de vergunningverlenende overheid over de realisatie van de rooilijn, en terwijl de RvVb hiermee de ambtsweigering van het AWV toedekt (wat een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT