Décision judiciaire de Raad van State, 26 avril 2018

Date de Résolution26 avril 2018
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 241.315 van 26 april 2018 in de zaak A. 222.865/VII-40.058.

In zake : de NV CORE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Thomas Ryckalts kantoor houdend te 1000 Brussel Wolvengracht 38, bus 2 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE STAD LEUVEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Bert Beelen kantoor houdend te 3000 Leuven Justus Lipsiusstraat 24 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

1. Het cassatieberoep, ingesteld op 9 augustus 2017, strekt tot de nietigverklaring van arrest nr. RvVb/A/1617/1015 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (hierna: RvVb) van 4 juli 2017 in de zaak 1415/0430/A/0412.

II. Verloop van de rechtspleging

2. Een beschikking van 23 augustus 2017 verklaart het cassatieberoep toelaatbaar.

VII-40.058-1/10

De verwerende partij heeft een memorie van antwoord en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatie-procedure (hierna: cassatieprocedurebesluit) bij de Raad van State.

De verzoekende partij heeft een verzoek tot voortzetting van de procedure ingediend teneinde te worden gehoord.

De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 22 maart 2018.

Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

Advocaat Sofie Albert, die loco advocaat Thomas Ryckalts verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Liesbeth Peeters, die loco advocaat Bert Beelen verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

III. Feiten

3.1. Met een besluit van 22 januari 2015 verleent de deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant (hierna: deputatie) aan de NV Core een

VII-40.058-2/10

stedenbouwkundige vergunning “voor het verbouwen en uitbreiden van een voormalig klooster/herenhuis tot studentenresidentie”.

3.2. Het bestreden arrest vernietigt op vordering van het college van burgemeester en schepenen van de stad Leuven (hierna: college) de vergunningsbeslissing van 22 januari 2015.

IV. Onderzoek van de ontvankelijkheid

Exceptie van onontvankelijkheid

4. Het college betwist het griefhoudend karakter van het bestreden arrest voor de NV Core aangezien zij “geen eigenaar meer was van het betreffende pand sedert 25 oktober 2016 […] zodat zij ook niet geacht kan worden een zeker en wettig belang te hebben bij voorliggend verzoek tot cassatie. […] De [RvVb] kan niet worden gevolgd in [zijn] beoordeling dat het enkele statuut van ‘aanvrager’ van de vergunning voldoende is om van een wettig belang te kunnen spreken”.

5. De NV Core repliceert onder meer dat het “frappant [is] op te merken dat het college van burgemeester en schepenen niet de wettigheid van het arrest […] in vraag stelt, doch tegelijkertijd stelt dat” de RvVb niet kan worden gevolgd.

Beoordeling

6. Het bestreden arrest heeft het verzoek tot tussenkomst van de NV Core ontvankelijk verklaard.

Het cassatieberoep van de NV Core is gericht tegen de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT