Décision judiciaire de Raad van State, 24 janvier 2018

Date de Résolution24 janvier 2018
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 240.537 van 24 januari 2018 in de zaak A. 219.805/VII-39.728.

In zake : de NV LOUMATIC bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Benoît Kesteloot en tevens door advocaat Jérôme Sohier kantoor houdend te 1000 Brussel Emile De Motlaan 19 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

  1. de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Justitie

  2. de KANSSPELCOMMISSIE BIJ DE FEDERALE

    OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

    bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Dirk Van Heuven en Leandra Decuyper kantoor houdend te 2600 Antwerpen Cogels Osylei 61 bij wie woonplaats wordt gekozen

    -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  3. Het beroep, ingesteld op 13 juli 2016, strekt tot de nietigverklaring van de beslissing van de Kansspelcommissie van 11 mei 2016 waarbij de vergunning B20639 voor het exploiteren van een kansspelinrichting klasse II, gelegen aan de Langendijkstraat 12 te Zutendaal, wordt ingetrokken.

    VII-39.728-1/12

    II. Verloop van de rechtspleging

  4. De verwerende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Auditeur Alexander Van Steenberge heeft een verslag opgesteld.

    De verzoekende partij heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verwerende partijen hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 21 december 2017.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Manoël De Keukelaere, die loco advocaten Jérôme Sohier en Benoît Kesteloot verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Leandra Decuyper, die verschijnt voor de verwerende partijen, zijn gehoord.

    Auditeur Alexander Van Steenberge heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    VII-39.728-2/12

    III. Feiten

    3.1. De verzoekende partij is houder van een vergunning voor het exploiteren van een kansspelinrichting klasse II op het adres Langendijkstraat 12 te Zutendaal.

    3.2. Op 16 december 2015 deelt de Kansspelcommissie aan de verzoekende partij mee dat er aanwijzingen zijn dat de inrichting niet langer daadwerkelijk wordt geëxploiteerd, zoals nochtans wordt vereist door artikel 37.5 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers (hierna: kansspelwet). De Kansspelcommissie geeft aan dat mogelijk tot de intrekking van de vergunning kan worden overgegaan.

    3.3. Met een nota van 14 januari 2016 antwoordt de verzoekende partij dat de inrichting tijdelijk werd gesloten ingevolge een stedenbouwkundig stakingsbevel. Tegelijk wijst de raadsman van de verzoekende partij op de lopende gerechtelijke procedure tegen dit stakingsbevel. Hij stelt dat er sprake is van overmacht en dat er geen reden is om over te gaan tot intrekking van de vergunning.

    3.4. Op 2 maart 2016 wordt de verzoekende partij in het bijzijn van haar raadsman gehoord.

    3.5. Met het thans bestreden besluit van 11 mei 2016 trekt de Kansspelcommissie de vergunning van de verzoekende partij in. Die beslissing is als volgt gemotiveerd:

    “Overwegende dat de controlefunctie van de Kansspelcommissie betreffende de naleving van de wet en haar uitvoeringsbesluiten evenals van de vergunningvoorwaarden moet worden begrepen ‘in de meest brede betekenis van het woord’ (Gedr. St., SENAAT, St. 1-419/4 - 97/98, p. 34.);

    Overwegende dat uit de vaststellingen duidelijk blijkt dat sinds februari 2015 geen daadwerkelijke exploitatie van de kansspelinrichting klasse II op de

    VII-39.728-3/12

    exploitatiezetel meer plaatsvindt; dat de vaststelling dat sinds die datum niet langer daadwerkelijk wordt geëxploiteerd op de exploitatiezetel door vergunninghouder niet wordt betwist;

    Overwegende dat het daadwerkelijk exploiteren een voorwaarde uitmaakt om de vergunning B te kunnen behouden;

    Overwegende dat vergunninghouder in zijn verweermiddelen aanhaalt dat het niet daadwerkelijk exploiteren van de kansspelinrichting klasse II een geval van overmacht uitmaakt, nu een stakingsbevel tot sluiting werd betekend, waartegen, gelet op het voor vergunninghouder ongunstige arrest van het Hof van Beroep van Antwerpen, cassatieberoep zal aangetekend worden;

    Overwegende dat vergunninghouder de Kansspelcommissie, sinds de betekening van het bevel tot staking via aangetekend schrijven van 18 februari 2015 op geen enkele wijze omtrent deze feitelijkheid heeft geïnformeerd;

    Overwegende dat het Hof van Beroep van Antwerpen reeds op 17 oktober 2015 een voor vergunninghouder ongunstig arrest ten gronde uitsprak; dat over de grond van de zaak aldus niet meer kan geoordeeld worden;

    Overwegende dat vergunninghouder in zijn verweermiddelen stelt dat cassatieberoep zal ingesteld worden; dat dit tot op heden niet is gebeurd doordat het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT