Décision judiciaire de Raad van State, 29 juin 2017

Date de Résolution29 juin 2017
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 238.711 van 29 juni 2017 in de zaak A. 217.993/XIV-36.852

In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door destaatssecretaris voor Asiel en Migratie bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Carmenta Decordier kantoor houdend te 9041 Gent-Oostakker Harlekijnstraat 9 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Tom Stappers kantoor houdend te 2300 Turnhout Karel Oomsstraat 66 bij wie woonplaats wordt gekozen -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het cassatieberoep

  1. Het cassatieberoep, ingesteld op 31 december 2015, strekt tot de cassatie van het arrest nr. 157.182 van 27 november 2015 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking nr. 11.767 van 1 februari 2016.

    Verweerster heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    XIV-36.852-1/9

    Eerste auditeur Marijke Sterckheeft een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 ‘tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State’.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 22 maart 2017.

    Staatsraad Carlo Adams heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Brecht Heirman, die loco advocaat Carmenta

    Decordier verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Daan Lernout, die loco advocaat Tom Stappers verschijnt voor verweerster, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Marijke Sterck heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  3. De staatssecretaris voor Asiel en Migratie neemt op 18 juni 2015 ten aanzien van verweerster een beslissing waarmee een einde wordt gesteld aan het verblijfsrecht van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten.

    Verweerster stelt op 22 juli 2015 tegen de voornoemde beslissing een beroep tot nietigverklaring in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen vernietigt de beslissing van 18 juni 2015 met een arrest van 27 november 2015. Dit is het bestreden arrest.

    XIV-36.852-2/9

    IV. Onderzoek van de middelen

    Enig middel

    Standpunt van de partijen

    4. De verzoekende partij werpt in een enig, genoemd “eerste”, middel de schending op van de artikelen 39/2, § 2, 39/65, eerste lid, en 42quater, § 1, van dewet van 15 december 1980 ‘betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen’ (hierna: de vreemdelingenwet) en van “het beginsel van de bewijskracht van stukken overeenkomstig de artikelen 1319, 1320 en 1322 Burgerlijk Wetboek, minstens het principe van de miskenning van de bewijskracht dat geldt voor alle geschreven stukken”.

    In een eerste middelonderdeel voert de verzoekende partij aan dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in het bestreden arrest oordeelt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT