Décision judiciaire de Raad van State, 20 juin 2017

Date de Résolution20 juin 2017
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 238.569 van 20 juni 2017 in de zaak A. 215.374/XIV-36.322

In zake : 1. XXX 2. XXX 3. XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Dirk Geens kantoor houdend te 2018 Antwerpen Lange Lozanastraat 24 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, thans de staatssecretaris voor Asiel en Migratie bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Carmenta Decordier kantoor houdend te 9041 Gent-Oostakker Harlekijnstraat 9 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het cassatieberoep

  1. Het cassatieberoep, ingesteld op 24 maart 2015, strekt tot de cassatie van het arrest nr. 138.718 van 18 februari 2015 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Bij arrest nr. 236.569 van 29 november 2016 is het debat heropenden is de zaak vastgesteld op de terechtzitting van 25 januari 2017.

    XIV-36.322-1/6

    Staatsraad Carlo Adams heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Dirk Geens, dieverschijnt voor de verzoekers, en advocaat Brecht Heirman, die loco advocaat Carmenta Decordierverschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Auditeur Dieter Decock heeft een met dit arrest andersluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  3. De feiten zijn uiteengezet in het tussenarrest nr. 236.569 van 29 november 2016. Er wordt naar verwezen.

    IV. Ambtshalve exceptie: ontvankelijkheid van het cassatieberoep - belang

    A. Vooraf

    4. In het voornoemde tussenarrest is vastgesteld dat de verzoekers zich in het enige middel uitsluitend richten tegen de beoordeling in het bestreden arrest dat de aanvankelijk bestreden beslissing afdoende is gemotiveerd wat betreft de in artikel 74/14 van de wet van 15 december 1980 ‘betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen’ (hierna: de vreemdelingenwet) voorziene mogelijkheid om bij het geven van een bevel om het grondgebied te verlaten af te wijken van de in § 1, eerste lid, van dat artikelvoorziene termijn van 30 dagen om vrijwillig het grondgebied te verlaten en daarbij met...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT