Décision judiciaire de Raad van State, 30 mars 2017

Date de Résolution30 mars 2017
JuridictionSchorsing
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 237.852 van 30 maart 2017 in de zaak A. 220.204/VII-39.784.

In zake : 1. de VZW UNIZO VLAAMS-BRABANT & BRUSSEL 2. de VZW UNIZO 3. de BVBA IMMO DOMINIQUE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Arnold Gits en Elias Gits kantoor houdend te 8500 Kortrijk President Kennedypark 31A bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Bart Staelens kantoor houdend te 8000 Brugge Gerard Davidstraat 46, bus 1 bij wie woonplaats wordt gekozen

Tussenkomende partij : de NV UPLACE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Jan Bouckaert, Pieter Vandenheede en Guan Schaiko kantoor houdend te 1000 Brussel Loksumstraat 25 bij wie woonplaats wordt gekozen en tevens door advocaat Peter Flamey

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering

  1. De vordering, ingesteld op 7 september 2016, strekt tot de schorsing van de tenuitvoerlegging van het besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw van 23 juni 2016 waarbij de beroepen ingesteld tegen de beslissing van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van

    VII-39.784-1/41

    14 september 2011, houdende het weigeren aan de NV Uplace van de milieuvergunning voor het exploiteren van een gebouwencomplex, gelegen in de gemeente Machelen, op een terrein dat afgebakend wordt door de Woluwelaan, Beaulieustraat, Rittwegerlaan en Nieuwbrugstraat, gegrond worden verklaard, de beroepen beslissing wordt opgeheven en aan de NV Uplace de gevraagde milieuvergunning wordt verleend.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een nota ingediend.

    Auditeur Dieter Decock heeft een verslag opgesteld.

    Met toepassing van artikel 90, § 1, vierde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, is de zaak verwezen naar een kamer met drie leden.

    Bij arrest nr. 236.980 van 9 januari 2017 heeft de Raad van State het verzoek tot wraking van kamervoorzitter Brewaeys en staatsraad Sourbron verworpen.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 9 februari 2017.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Arne Devriese, die loco advocaat Arnold Gits verschijnt voor de verzoekende partijen, advocaten Bart Staelens en Tine Strubbe, die verschijnen voor de verwerende partij, en advocaten Jan Bouckaert, Peter Flamey, Astrid Lippens en Guan Schaiko, die tevens loco advocaat Pieter Vandenheede, verschijnen voor de tussenkomende partij, zijn gehoord.

    VII-39.784-2/41

    Auditeur Dieter Decock heeft een andersluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Met betrekking tot het brownfieldproject “Uplace Machelen” wordt op 5 juni 2009 een brownfieldconvenant gesloten tussen de Vlaamse regering, de NV Uplace en de NV Ring Airway Park (thans: NV Ushop) als “actoren” bij het project en de gemeente Machelen, de provincie Vlaams-Brabant en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (hierna: OVAM) als “regisseurs” ervan.

    In artikel 4 van het brownfieldconvenant wordt het volgende bepaald:

    “Dit Convenant is een overeenkomst naar burgerlijk recht.

    De in dit Convenant door de Regisseurs en door de Vlaamse Regering opgenomen verbintenissen zijn gekwalificeerd door het karakter van openbare overheid van de Regisseurs en van de Vlaamse Regering, en impliceren derhalve geenszins dat toepasselijke wetten en reglementen niet zullen worden toegepast. Deze verbintenissen kunnen derhalve op geen enkele wijze afbreuk doen aan de opdracht van de Regisseurs en van de Vlaamse Regering om bij de behandeling van de aanvragen tot goedkeuringen, machtigingen en vergunningen zoals opgelijst in artikel 13, § 1 van het Decreet de geldende wettelijke en decretale regels toe te passen en de geijkte procedures te doorlopen, zoals bijvoorbeeld (i) het nakomen van de plan- en projectmilieurapportageplicht en (ii) het organiseren van de nodige openbare onderzoeken in het kader van de Herbestemming, de Stedenbouwkundige Vergunning en de Milieuvergunning.

    De Regisseurs en de Vlaamse Regering verbinden zich ertoe enkel tot een aanpassing van de verbintenissen over te gaan indien uit de hoger vermelde toepassing van de geldende wettelijke en decretale regels en het hoger vermelde doorlopen van de geijkte procedures redenen naar voor komen die een aanpassing van de verbintenissen van de Actoren en van de Regisseurs en de Vlaamse Regering noodzakelijk maken (hierna ‘Redenen’)”.

    VII-39.784-3/41

    3.2. Ingevolge een “addendum” van 21 mei 2010 is de provincie Vlaams-Brabant niet langer partij bij het convenant.

    Ook wordt in dit addendum verduidelijkt dat “de in artikel 4 van het Convenant dd. 5 juni 2009 vermelde Redenen redenen zijn die uit de in datzelfde artikel 4 vermelde toepassing van de geldende wettelijke en decretale regels en het in datzelfde artikel 4 vermelde doorlopen van de geijkte procedures naar voor komen en die ofwel redenen van openbaar belang zijn ofwel redenen die niet op redelijke wijze remedieerbaar of oplosbaar zijn (zoals bijvoorbeeld milieueffecten die onmogelijk kunnen worden beperkt met milderende maatregelen) en die derhalve een aanpassing van de verbintenissen van de Actoren en van de Regisseurs en de Vlaamse Regering noodzakelijk maken”.

    3.3. Op 3 maart 2011 dient de NV Uplace bij de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant een milieuvergunningsaanvraag in voor de exploitatie van een “gebouwencomplex met verschillende voorzieningen en functies: kantoren, kleinhandel, parking, hotel en recreatie”.

    Vertaald naar de toepasselijke Vlarem-indelingsrubrieken, bestaat het voorwerp van de aanvraag concreet uit:

    “- de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering met een maximumdebiet van 12 m3/u, 220 m3/dag en 77.000 m3/jaar;

    - de lozing van spuiwater van de koelinstallaties met een maximumdebiet van 50,4 m3/u, 403,2 m3/d en 25.200 m3/jaar in de riolering;

    - de lozing van zwembadwater met een maximumdebiet van 1 m3/u,

    12 m3/d en 4.100 m3/jaar; - een grondwaterzuiveringsinstallatie voor de zuivering van vervuild grondwater van de bemaling met lozing van het effluent met een maximumdebiet van 100 m3/u, 2.400 m3/d en 432.000 m3/jaar in oppervlaktewater (ingebuisde Woluwe); - 11 noodstroomgroepen, uitgerust met 11 generatoren met een totaal nominaal schijnbaar vermogen van 2.150 kVA, dieselmotoren met een totaal nominaal vermogen van 2.000 kW (geschat) met minder dan 360 bedrijfsuren per jaar en 11 ingekuipte dagtanks met een totaal inhoudsvermogen van 3.340 l; - 50 luchtgekoelde transformatoren met nominale schijnbare vermogens van 3 x 315 kVA, 6 x 400 kVA, 18 x 630 kVA, 8 x 800 kVA en 15 x

    VII-39.784-4/41

    1.000 kVA; - 59 plaatsen voor het stallen van vrachtwagens; - koelinstallaties en compressoren, uitgerust met elektromotoren met een totaal nominaal vermogen van 4.272 kW; - een opslag van dieselolie in 11 bovengrondse dubbelwandige houders met een totaal inhoudsvermogen van 13.500 l; - een opslag van diverse gevaarlijke producten in kleine handelsverpakkingen met een totale opslagcapaciteit van 5.000 l; - sprinklerinstallaties, omvattende bluspompen, uitgerust met in totaal

    4 dieselmotoren met een totaal nominaal vermogen van 400 kW met minder dan 360 bedrijfsuren per jaar; - een cinema met 1.640 zitplaatsen; - een theater met 3.000 zitplaatsen; - een geautomatiseerde kegelbaan; - 2 overdekte zwembaden met een oppervlakte van respectievelijk 100 m2 en 66 m2; - 12 stookinstallaties op aardgas met een totaal nominaal thermisch vermogen van 8.100 kW; - een bronbemaling voor de bouwkundige werken”.

    3.4. Bij besluit van 14 september 2011 weigert de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant de gevraagde milieuvergunning. In een samenvattend motief stelt de deputatie dat de “aanvraag […] een onoverkomelijke verkeersoverlast voor het reeds oververzadigde wegennet in de regio [zou] veroorzaken en een bedreiging [zou] vormen voor de reconversie van de volledige industriezone Machelen-Vilvoorde door zijn maximale voorafname van de ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied”.

    3.5. Tegen deze weigeringsbeslissing stelt de NV Uplace op 13 oktober 2011 bestuurlijk beroep in bij de Vlaamse regering. Op 17 oktober 2011 dient ook de gemeente Machelen een beroepschrift in.

    3.6. Met een besluit van 30 mei 2012 verklaart de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur de beroepen gegrond. De beslissing van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 14 september 2011 wordt opgeheven en aan de NV Uplace wordt de gevraagde vergunning verleend voor een termijn van twintig jaar.

    VII-39.784-5/41

    3.7. Tegen deze vergunning worden verscheidene zaken ingeleid bij de Raad van State. Bij arrest nr. 221.784 van 18 december 2012 schorst de Raad van State de tenuitvoerlegging van het ministerieel besluit van 30 mei 2012. Dit besluit wordt vervolgens door de Raad van State vernietigd bij arrest nr. 227.578 van 28 mei 2014. In voormeld arrest wordt onder meer het volgende overwogen:

    “[…]. Artikel 4 van het brownfieldconvenant met betrekking tot het brownfieldproject ‘Uplace Machelen’ bepaalt aangaande de aard van de overeenkomst :

    ‘Dit Convenant is een overeenkomst naar burgerlijk recht.

    De in dit Convenant door de Regisseurs en door de Vlaamse Regering opgenomen verbintenissen zijn gekwalificeerd door het karakter van openbare overheid van de Regisseurs en van de Vlaamse Regering, en impliceren derhalve geenszins dat toepasselijke wetten en reglementen niet zullen worden toegepast. Deze verbintenissen kunnen derhalve op geen enkele wijze afbreuk doen aan de opdracht van de Regisseurs en van de Vlaamse Regering om bij de behandeling van de aanvragen tot goedkeuringen, machtigingen en vergunningen zoals opgelijst in artikel 13, §1 van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT