Décision judiciaire de Raad van State, 30 janvier 2017

Date de Résolution30 janvier 2017
JuridictionNietigverklaring
Nature Algemene vergadering

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK ALGEMENE VERGADERING

A R R E S T nr. 237.209 van 30 januari 2017 in de zaak A. 208.338/Abis-1

In zake: François VAN HOOBROUCK D’ASPRE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Marie Bourgys kantoor houdend te 1160 Brussel Alphonse Valkenerslaan 5/1 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Bart Staelens kantoor houdend te 8000 Brugge Gerard Davidstraat 46 bus 1 bij wie woonplaats wordt gekozen en advocaat Bart Martel kantoor houdend te 1050 Brussel Louizalaan 99

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 25 maart 2013, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand van 25 februari 2013 waarbij aan François Van Hoobrouck d’Aspre de tuchtstraf van de schorsing voor de duur van drie maanden met onmiddellijke ingang wordt opgelegd.

    Abis-1-1/36

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en verzoeker heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Eric Thibaut en auditeur Iris Verheven hebben een verslag opgesteld.

    Verzoeker en de verwerende partij hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 15 maart 2016.

    Staatsraden Michel Pâques en Bert Thys hebben verslag uitge-

    bracht.

    Advocaat Christophe Van Melckebeke, die loco advocaat Marie Bourgys, verschijnt voor verzoeker, en advocaten Bart Martel en Bart Staelens, die verschijnen voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Eric Thibaut en auditeur Iris Verheven hebben een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    Abis-1-2/36

    II. Feiten

    3.1. Op 21 augustus 2012 beslist het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Wezembeek-Oppem – een randgemeente zoals bedoeld in artikel 7 van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken – om met het oog op de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 de oproepingsbrieven voor de kiezers in het Frans en het Nederlands te bestellen.

    3.2. Na een verzoek daartoe vanwege de verwerende partij op 5 oktober 2012, stelt de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant een onderzoek in “naar het verzenden van de oproepingsbrieven in de randgemeenten”.

    3.3. Op grond van de bevindingen van dat onderzoek beslist de verwerende partij op 27 december 2012 om ten laste van verzoeker, die op dat ogenblik waarnemend burgemeester van Wezembeek-Oppem is, een tuchtonderzoek op te starten.

    3.4. Op 15 januari 2013 legt de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant een tuchtverslag neer. De gouverneur besluit in dat verslag:

    “Uit het onderzoek blijken volgende feiten. De heer Van Hoobrouck d’Aspre heeft persoonlijk de oproepingsbrieven voor de lokale en provinciale verkiezingen van 14 oktober 2012 opgehaald bij de firma Remmicom en deze op de post bezorgd. De oproepingsbrieven werden zowel in het Nederlands als het Frans bezorgd aan de kiezers in Wezembeek-Oppem. Door deze handelswijze heeft de heer Van Hoobrouck d’Aspre bewust wetens en willens zijn plicht om de taalwetgeving en de regels van de rechtsstaat te respecteren naast zich neergelegd.”

    De gouverneur stelt vervolgens voor om verzoeker de tuchtstraf van één maand schorsing wegens grove nalatigheid op te leggen.

    Abis-1-3/36

    3.5. Op 24 januari 2013 stelt de verwerende partij verzoeker ervan in kennis dat zij op grond van het verslag van de gouverneur overweegt hem een tuchtsanctie op te leggen en dat hij daartoe wordt opgeroepen om op 20 februari 2013 te worden gehoord.

    3.6. Op 18 februari 2013 bezorgt verzoeker zijn schriftelijk verweer aan de verwerende partij en laat hij haar weten niet aanwezig te zullen zijn op de hoorzitting.

    3.7. Op 25 februari 2013 neemt de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand het thans bestreden besluit waarbij aan verzoeker de tuchtstraf van de schorsing voor de duur van drie maanden met onmiddellijke ingang wordt opgelegd.

    Dit besluit steunt op de volgende overwegingen:

    “Wat de feiten betreft:

    Overwegende dat de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant in opdracht van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, met toepassing van artikel 4 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 de oproepingsbrieven voor de lokale en provinciale verkiezingen van 14 oktober 2012 aan de kiesgerechtigden in de gemeente Wezembeek-Oppem heeft verstuurd;

    Overwegende dat de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant op 5 oktober 2012 heeft verzocht om een onderzoek in te stellen naar het verzenden van de oproepingsbrieven in de randgemeenten voor deze verkiezingen;

    Overwegende dat de gouverneur in zijn verslag dd. 30 november 2012 over het verzenden van de oproepingsbrieven in Wezembeek-Oppem, gehecht aan het tuchtverslag van 15 januari 2013, de volgende feiten meldde: a) de verzending van de oproepingsbrieven, waarbij iedere kiezer een oproepingsbrief zowel in het Nederlands als in het Frans gekregen heeft, gebeurde zonder enige medewerking van de dienst bevolking of andere gemeentelijke dienst of de gemeentesecretaris; b) door het college is geen beslissing genomen tot het verzenden van de oproepingsbrieven, en volgens de gemeentesecretaris is de zending persoonlijk door de burgemeester uitgevoerd; c) de waarnemende burgemeester heeft de oproepingsbrieven in ontvangst genomen bij de firma Remmicom en heeft ze persoonlijk gedeponeerd bij het

    Abis-1-4/36

    distributiecentrum Brussel X, zoals bevestigd wordt in het collegebesluit van Wezembeek-Oppem van 9 oktober 2012.

    Overwegende dat de gouverneur uit het voorgaande concludeert dat de heer François Van Hoobrouck d’Aspre zich persoonlijk heeft ingelaten met de bedeling van de oproepingsbrieven en dat het haast niet anders kan dat hij verantwoordelijk of mee verantwoordelijk is geweest bij het bedelen van de oproepingsbrieven, waarbij iedere kiezer een oproepingsbrief zowel in het Nederlands als in het Frans gekregen heeft;

    Overwegende dat het verslag van het onderzoek naar het verzenden van de oproepingsbrieven in de randgemeenten voor de lokale en provinciale verkiezingen van 14 oktober 2012 in Wezembeek-Oppem, dat de provinciegouverneur in opdracht van de minister op 30 november 2012 heeft bezorgd, volledig is en dat er zich geen verder onderzoek met betrekking tot de feiten opdringt;

    In rechte;

    Overwegende dat betrokkene in zijn verweerschrift van 18 februari 2013 stelt dat hij enkel de beslissing van college van burgemeester en schepenen van Wezembeek-Oppem, houdende bestelling van de oproepingsbrieven van 21 augustus 2012 heeft uitgevoerd;

    Overwegende dat artikel 52 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet bepaalt dat de provinciegouverneur of de door hem aangewezen ambtenaar ervoor zorgt dat het college van burgemeester en schepenen ten minste vijftien dagen voor de verkiezing aan alle kiezers een oproepingsbrief zendt op de verblijfplaats die ze op dat tijdstip hebben; dat uit dit artikel duidelijk blijkt dat de heer François Van Hoobrouck d’Aspre in zijn hoedanigheid van waarne-mend burgemeester geen enkele bevoegdheid had om zich als persoon in te laten met de bedeling van de oproepingsbrieven; dat de organisatie van de mate-riële verzending van de oproepingsbrieven tot de normale taken behoort van de gemeentelijke diensten, in uitvoering van de opdrachten, bij decreet toegewezen aan het college van burgemeester en schepenen; dat de waarnemend burgemeester zodoende zijn bevoegdheden te buiten is gegaan;

    Overwegende dat betrokkene in zijn verweerschrift van 18 februari 2013 stelt dat de gouverneur zich bij de verzending op onwettige wijze in de plaats zou hebben gesteld van het gemeentebestuur;

    Overwegende dat op basis van artikel 4 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant in opdracht van de Vlaamse Regering reeds oproepingsbrieven aan de kiesgerechtigden van Wezembeek-Oppem had bezorgd; dat dit artikel de Vlaamse Regering de bevoegdheid geeft om alle noodzakelijke maatregelen te nemen met het oog op het goede verloop van de verkiezingen; dat zij de provinciegouverneur daartoe eveneens de vereiste opdrachten kan geven;

    Overwegende dat de Vlaamse Regering door het nemen van deze maatregel erover heeft gewaakt dat aan de kiezers de nodige rechtszekerheid werd geboden opdat zij zich met een rechtsgeldige oproepingsbrief in het stembureau konden aanbieden; dat de Vlaamse Regering tot deze maatregel besloot nadat bij vorige verkiezingen de verzending van de oproepingsbrieven in een aantal randgemeenten niet zonder moeilijkheden was verlopen en zij ter gelegenheid

    Abis-1-5/36

    van de verkiezingen van 14 oktober 2012 dergelijke problemen wenste te vermijden, teneinde de verkiezingen in alle sereniteit te laten verlopen;

    Overwegende dat problemen, zoals bij vorige verkiezingen het verkiezingsproces hebben bemoeilijkt doordat kiezers over verschillende oproepingsbrieven beschikten; dat dit ook tot verwarring heeft geleid voor de kiezers in ver-band met de rechtsgeldigheid [van] de oproepingsbrief waarmee zij zich in het stembureau konden aanbieden; dat de Vlaamse Regering het gemeentebestuur van Wezembeek-Oppem per brief van 7 september 2012 hierover uitdrukkelijk heeft geïnformeerd;

    Overwegende dat het optreden van de gouverneur bij de verzending van de oproepingsbrieven, overeenkomstig artikel 4 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet dan ook wettige maatregel is; dat deze...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT