Décision judiciaire de Raad van State, 8 décembre 2016

Date de Résolution 8 décembre 2016
JuridictionSchadevergoeding tot herstel
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 236.697 van 8 december 2016 in de zaak A. 216.497/VII-39.444.

In zake : 1. de VZW MILIEUSTEUNPUNT HULDENBERG 2. Toon DENAYER 3. Peter SINGULÉ 4. Bart VAN WIERINGEN 5. Yves FIERENS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Philippe Declercq kantoor houdend te 3320 Hoegaarden Gemeenteplein 25 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Jan Bergé kantoor houdend te 3000 Leuven Naamsestraat 165 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. De vordering, ingesteld op 17 juli 2015, strekt tot de toekenning van een schadevergoeding tot herstel ten laste van het Vlaamse Gewest, voor de nadelen volgend uit de onwettigheid van het besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur van 7 mei 2014 waarbij de beroepen ingesteld tegen de beslissing van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 19 november 2009, houdende het verlenen van een milieuvergunning aan de NV E. De Kock voor het verder uitbaten en veranderen van een zandgroeve, gelegen aan de Ganzemansstraat te Neerijse, gedeeltelijk gegrond werden verklaard, de beroepen beslissing werd gewijzigd en de gevraagde vergunning werd verleend mits de

    VII-39.444-1/20

    beperking van het maximaal te ontginnen zandvolume tot 132.000 m³ per jaar en mits het opleggen van een aantal bijzondere exploitatievoorwaarden.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur Ronny Vercruyssen heeft een verslag opgesteld.

    De verwerende partij heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2016.

    Kamervoorzitter Eric Brewaeys heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Philippe Declercq, die verschijnt voor de verzoekende partijen, en advocaat Kristien Vanderheiden, die loco advocaat Jan Bergé verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Ronny Vercruyssen heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. De NV E. De Kock exploiteert een zandwinning, gelegen aan de Ganzemanstraat te Neerijse (Huldenberg). Op 23 juni 2009 dient zij een aanvraag in voor het verder uitbaten en veranderen van haar zandgroeve, met name voor de

    VII-39.444-2/20

    uitbreiding ervan van 3ha 55a 15ca naar 18ha 26a 20ca.

    De betrokken gronden liggen volgens de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan Leuven, vastgesteld bij koninklijk besluit van 7 april 1977, in ontginningsgebied, deels met nabestemming agrarisch gebied, deels met nabestemming uitbreidingsgebied.

    3.2. Na twee eerdere nietigverklaringen van vergunningsbeslissingen door de Raad van State neemt de verwerende partij op 7 mei 2014 een derde beslissing waarbij de vergunning opnieuw onder voorwaarden wordt verleend. Deze beslissing wordt opnieuw aangevochten, met een verzoek tot schorsing en een annulatieberoep bij de Raad van State. Bij arrest van de Raad van State nr. 228.882 van 23 oktober 2014 wordt de tenuitvoerlegging van deze beslissing geschorst.

    3.3. Bij gebrek aan verzoek tot voortzetting van de procedure wordt deze beslissing van 7 mei 2014 vernietigd bij arrest van de Raad van State nr. 231.137 van 7 mei 2015. Op basis van deze nietigverklaring wordt het huidige verzoek tot schadevergoeding tot herstel ingesteld.

    IV. Ontvankelijkheid van het beroep

    Standpunt van de verwerende partij

    4. De verwerende partij werpt als exceptie op dat, indien zou blijken dat het verzoekschrift pas na 17 juli 2015 bij de post werd aangeboden, het beroep laattijdig is.

    Tevens werpt zij een exceptie op aangaande het belang van de eerste verzoekende partij, gelet op het feit dat het een rechtspersoon betreft en deze uit de vastgestelde onwettigheden geen verlies van materiële of morele goederen kan lijden, en integendeel haar procedureel doel heeft bereikt. Ook betwist de verwerende partij het gelijklopende belang van de natuurlijke personen die het

    VII-39.444-3/20

    huidige beroep hebben ingesteld.

    Voorts verwijst zij naar de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek, waarin wordt bepaald dat de eiser de nodige hoedanigheid en belang bij zijn vordering dient te bezitten en het belang reeds verkregen en dadelijk dient te zijn.

    Beoordeling

    5. Krachtens artikel 11bis, tweede lid, van de de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (hierna: RvS-wet) moet het verzoek tot schadevergoeding worden ingediend uiterlijk zestig dagen na de kennisgeving van het arrest waarbij de beroepsprocedure wordt afgesloten.

    Artikel 25/1, 3°, van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (algemeen procedurereglement) luidt als volgt:

    Het verzoek tot schadevergoeding tot herstel wordt geformuleerd:

    “3° (…) ten laatste binnen de zestig dagen na de kennnisgeving van het arrest waarbij de onwettigheid (…) werd vastgesteld”.

    Het arrest, dat als grondslag dient van huidig verzoek, werd op 19 mei 2015 aan de verzoekende partijen ter kennis gebracht. Het verzoekschrift werd aangetekend verzonden op 17 juli 2015 en is dus tijdig ingediend.

  3. Alle verzoekende partijen waren tevens verzoekende partij in het beroep dat aanleiding heeft gegeven tot arrest van de Raad van State nr. 231.137 van 7 mei 2015, waarin hun belang werd aanvaard. De verwerende partij toont niet aan dat zij in het voorliggend geding niet over het rechtens vereiste belang zouden beschikken.

    VII-39.444-4/20

    Het belang van de eerste verzoekende partij werd bovendien aanvaard in arrest nr. 221.463 van 22 november 2012.

    Door de vernietigde beslissing werd de eerste verzoekende partij geraakt in haar statutaire doelstellingen. Er valt niet in te zien waarom zij bij het huidige beroep niet zou doen blijken van het rechtens vereiste belang.

    De vraag of de verzoekende partijen afdoende aantonen een nadeel te hebben geleden door de vernietigde beslissing van de verwerende partij, houdt verband met de grond van de zaak.

    V. Onderzoek van de middelen

    Standpunten van de partijen

    7. De verzoekende partijen betogen dat zij een materieel en moreel nadeel lijden doordat de vernietigde milieuvergunning van 7 mei 2014 tot 15 oktober 2015 werd uitgevoerd, zonder dat rekening werd gehouden met de tussengekomen schorsings- en vernietigingsarresten en dat de exploitatie door de NV E. De Kock bijgevolg werd voortgezet zonder dat de verwerende partij hiertegen iets onderneemt.

    De eerste verzoekende partij wijst erop dat de vernietigde beslissing tot gevolg had dat het leefmilieu, waarvan de bescherming haar statutair doel uitmaakt, definitief en onherroepelijk werd aangetast, en dat bijgevolg in esstentiële mate de realisatie daarvan wordt ondergraven.

    Voorts omschrijven de verzoekende partijen de ondergane nadelen als volgt:

    Lawaai, stof, trilling, privacy, vermindering eigendomswaarde: Het projectgebied grenst vlak aan woongebied waardoor dit woongebied volgens de verzoekende partijen ernstige hinder ondervindt van de exploitatie van de

    VII-39.444-5/20

    betrokken zandgroeve, die tot op tien meter van de perceelsgrens van bepaalde eigendommen plaatsheeft. Zelfs rekening houdend met een tussenliggende buffer moet in redelijkheid worden aangenomen dat de woonomgeving en het leefklimaat van de verzoekende partijen zeer nadelig worden beïnvloed door de exploitatie, gelet op de grootschaligheid ervan en de aard van de werkzaamheden. De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT