Décision judiciaire de Raad van State, 9 février 2016

Date de Résolution 9 février 2016
JuridictionSchorsing
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VOORZITTER VAN DE VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 233.775 van 9 februari 2016 in de zaak A. 217.751/VII-39.548.

In zake : Rida VAN DE PLAS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Mattias Vandevyvere kantoor houdend te 2300 Turnhout Gemeentestraat 4, bus 6 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering

  1. De vordering, ingesteld op 4 december 2015, strekt tot de schorsing van de tenuitvoerlegging van het besluit van de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken van 7 oktober 2015 waarbij de identificatiekaart van Rida Van de Plas voor het uitoefenen van bewakingsactiviteiten wordt ingetrokken.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een nota ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Walter Van Noten heeft een verslag opgesteld.

    VII-39.548-1/6

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 4 februari 2016.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Loes Van Heuckelom, die loco advocaat Mattias Vandevyvere verschijnt voor verzoeker, en attaché Peter Ide, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Auditeur Frederic Eggermont heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Aan verzoeker werd een identificatiekaart toegekend voor het uitoefenen van bewakingsactiviteiten.

    3.2. Op 22 augustus 2014 wordt door de lokale politie, regio Turnhout, ten laste van verzoeker een proces-verbaal opgesteld wegens opzettelijke slagen en verwondingen. Verzoeker zou bij de uitoefening van zijn functie als portier in een drankgelegenheid een dronken vrouw in een wurggreep hebben gehouden en op een zeer agressieve manier naar buiten hebben geleid. De zaak wordt door het openbaar ministerie geseponeerd wegens “nadeel gering”.

    3.3. Op 13 oktober 2014 wordt een veiligheidsonderzoek opgestart.

    3.4. Het verslag over het veiligheidsonderzoek maakt melding van voormelde feiten van slagen en verwondingen. Tevens wordt meegedeeld dat

    VII-39.548-2/6

    verzoeker bij vonnis van 26 februari 2008 door de correctionele rechtbank te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT