Décision judiciaire de Raad van State, 25 novembre 2015
Date de Résolution | 25 novembre 2015 |
Juridiction | Nietigverklaring |
Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
XIVe KAMER
A R R E S T
nr. 233.027 van 25 november 2015 in de zaak A. 212.821/XIV-35.703
In zake : Michaël MANNAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Peter Crispyn kantoor houdend te 9030 Mariakerke Mazestraat 16 bij wie woonplaats wordt gekozen
tegen :
de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken die woonplaats kiest bij de Federale Politie DGS/DSJ gevestigd te 1050 Brussel
Kroonlaan 145/A -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep
-
Het beroep, ingesteld op 18 juni 2014, strekt tot de nietigverklaring van “het besluit dd. 24-04-2014 van de (waarnemend) directeur-generaal van de algemene directie bestuurlijke politie binnen de federale politie, optredende als hogere tuchtoverheid, waarbij aan verzoeker de zware tuchtstraf inhouding van wedde van 8% gedurende twee maanden is opgelegd”.
II. Verloop van de rechtspleging
-
Verzoeker heeft een toelichtende memorie ingediend.
Eerste auditeur Marijke Van Limbergen heeft een verslag opgesteld.
XIV-35.703-1/8
De verwerende partij heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verzoekende partij heeft een laatste memorie ingediend.
De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2015.
Kamervoorzitter Geert Debersaques heeft verslag uitgebracht.
Advocaat Flore Aerens, die loco advocaat Peter Crispyn verschijnt voor verzoeker, en adviseur Jana Mouton, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.
Eerste auditeur Marijke Van Limbergen heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.
Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Feiten
3.1. Verzoeker was ten tijde van de feiten die aanleiding hebben gegeven tot de bestreden beslissing, agent van politie in de politiezone Vilvoorde -Machelen (VIMA).
3.2. Een initiële tuchtbeslissing van 12 december 2013 wordt op 20 maart 2014 ingetrokken. Het doelloos geworden beroep tegen die beslissing wordt verworpen met het arrest van de Raad van State nr. 228.011 van 8 juli 2014.
XIV-35.703-2/8
3.3. Met een nieuwe beslissing van 23 april 2014 wordt aan verzoeker de zware tuchtstraf van inhouding van 8% van de wedde gedurende twee maanden opgelegd.
Dit is de thans bestreden beslissing
IV. Onderzoek van het eerste middel
Standpunt van de partijen
-
Verzoeker voert in een eerste middel de schending aan van de materiëlemotiveringsplicht en van het zorgvuldigheidsbeginsel omdat de feiten die hem ten...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI