Décision judiciaire de Raad van State, 18 décembre 2014

Date de Résolution18 décembre 2014
JuridictionAndere verzoekschrift
Nature Algemene vergadering

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ALGEMENE VERGADERING

A R R E S T

nr. 229.602 van 18 december 2014 in de zaak A. 213.887/Abis-6

In zake: Damien THIÉRY bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Jérôme Sohier kantoor houdend te 1000 Brussel Émile De Motlaan 19 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Bart Martel kantoor houdend te 1050 Brussel Louizalaan 99 bij wie woonplaats wordt gekozen en advocaat Bart Staelens kantoor houdend te 8000 Brugge Gerard Davidstraat 46/1

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de memorie van verzoeker

  1. De memorie, ingediend op 29 september 2014, strekt tot het tenietdoen van het besluit van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding van 1 september 2014 waarbij Damien Thiéry niet wordt benoemd tot burgemeester van de gemeente Linkebeek.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een nota ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Éric Thibaut en auditeur Iris Verheven hebben een verslag opgesteld.

    Abis-6-1/20

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 2 december 2014.

    Staatsraden Michel Pâques en Bert Thys hebben verslag uitgebracht.

    Advocaten Jérôme Sohier en Manoel De Keukelaere, die verschijnen voor verzoeker, en advocaten Bart Staelens et Bart Martel, die verschijnen voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Éric Thibaut en auditeur Iris Verheven hebben een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Verzoeker wordt bij de gemeenteraadsverkiezing te Linkebeek op 14 oktober 2012 verkozen tot gemeenteraadslid en rechtstreeks verkozen tot schepen.

    Hij wordt tevens voorgedragen voor het ambt van burgemeester van de gemeente Linkebeek.

    3.2. Nadat de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant voorbehoud heeft gemaakt bij die voordracht, beslist de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand op 25 februari 2013 dat verzoeker niet wordt benoemd tot burgemeester van de gemeente Linkebeek.

    3.3. Op 26 maart 2013 stelt verzoeker tegen de beslissing van de minister om hem niet tot burgemeester te benoemen een beroep in bij de Raad van State.

    Abis-6-2/20

    Bij arrest nr. 227.776 van 20 juni 2014 verwerpt de Raad van State dat beroep en bevestigt hij de voormelde beslissing van de minister van 25 februari 2013.

    3.4. Vervolgens wordt verzoeker met een voordrachtsakte opnieuw voorgedragen voor het ambt van burgemeester van de gemeente Linkebeek. Op 30 juni 2014 wordt deze voordrachtsakte door de gemeenteraad van de gemeente Linkebeek bevestigd.

    De gemeenteraad motiveert die bevestiging als volgt: “Gelet op het arrest van de algemene vergadering van de Raad van State nr. 227.776 van 20 juni 2014 die de beslissing bevestigt van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand van 25 februari 2013 waarbij Damien Thiéry niet werd benoemd tot burgemeester van de gemeente Linkebeek;

    Gelet ingevolge dit arrest, de gemeenteraad volgens artikel 13bis, § 6 over 30 dagen beschikt om een nieuwe voordrachtakte te bevestigen;

    Overwegende dat voornoemd arrest onder andere het volgende bepaalt: ‘In dat verband is het enerzijds zo dat een ruime interpretatie van die rechten, voorgestaan door verzoeker, volgens welke het zou volstaan dat particulieren die één keer de wens te kennen hebben gegeven om in het Frans te worden bediend, vervolgens ook automatisch en voor altijd opnieuw de documenten in het Frans zouden ontvangen, niet verenigbaar is met die voorrangsstatus; de interpretatie van de Vlaamse Regering die erin bestaat dat de belanghebbende welbepaalde stappen moet ondernemen telkens hij in het Frans wenst te worden bediend, houdt anderzijds een onevenredige inperking in van de rechten die gewaarborgd worden door de aangehaalde artikelen 25, 26 en 28 van de bestuurstaalwet. Beide voornoemde interpretaties zijn dus onrechtmatig.

    Teneinde rekening te houden zowel met de voorrangsstatus van het Nederlands in het eentalig Nederlands taalgebied als met de rechten die in de artikelen 25, 26 en 28 van de bestuurstaalwet aan de particulieren van de randgemeenten worden gewaarborgd, moet ervan worden uitgegaan dat, bij afwezigheid van een specifiek verzoek van de particulier aan de gemeentelijke overheid, hetwelk altijd mogelijk is bij een welbepaald mondeling contact of met betrekking tot een welbepaald document, die overheid moet terugvallen op hetgeen zij weet over de taal van de particulier. Die particulier is evenwel ertoe gehouden om op redelijk geregelde tijdstippen het bestuur ervan op de hoogte te brengen dat hij in het Frans wenst te worden bediend. De overheid dient te refereren aan die keuze, waarvan zij alleen kennis kan nemen aan de hand van een brief die de particulier met dat doel naar het gemeentebestuur zendt of aldaar neerlegt. Die keuze geldt gedurende een redelijke termijn, namelijk gedurende een termijn van vier jaar, te rekenen vanaf de ontvangst of de neerlegging van de bedoelde brief bij het gemeentebestuur. Ná het verstrijken van die termijn van vier jaar kan de particulier met een nieuwe brief aan het gemeentebestuur

    Abis-6-3/20

    zijn keuze hernieuwen, telkens voor een nieuwe termijn van vier jaar. Een bewijs van ontvangst of neerlegging van de brief wordt telkens door het gemeentebestuur onverwijld naar de betrokken particulier gezonden.’

    Overwegende dat deze beslissing een einde maakt aan de controverse die er in het verleden bestond omtrent de interpretatie van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 en door de uitspraak van dit arrest een nieuwe en duidelijke interpretatie wordt gegeven aan deze wetten;

    Gelet op de verklaring van de heer Damien Thiéry van heden 30 juni 2014 waarin deze meedeelt deze nieuwe interpretatie van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 die door de Raad van State worden opgelegd, te respecteren evenals, in voorkomend geval, de overeenkomstige instructies van de Vlaamse regering hieromtrent;

    Overwegende dat zoals bepaald in artikel 59 § 1 van het Gemeentedecreet, deze elementen nieuwe feiten bevatten met betrekking tot zowel de juridische als de feitelijke situatie die voorafgingen aan de weigering van de benoeming op 25 februari 2013;

    Gelet in het licht van de nieuwe feiten, de heer Damien Thiéry, rechtstreeks verkozen als schepen, opnieuw door de meerderheid met eenparigheid werd voorgedragen als kandidaat-burgemeester van de gemeente Linkebeek;

    Gelet na de stemming de kandidaat-burgemeester, aangewezenburgemeester is, hij de titel van ‘aangewezen-burgemeester’ draagt en hij alle functies uitoefent die aan de burgemeester worden toevertrouwd;

    Gelet overgegaan werd tot geheime stemming en op 10 stembriefjes, 10 stemmen voor, werden geteld.”

    3.5. Met een brief van 29 juli 2014 stelt de procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant ervan in kennis dat wat verzoeker betreft, na de raadpleging van het nationale bestand, geen strafinformaties, strafonderzoeken of strafrechtsplegingen hangend blijken te zijn bij de parketten of rechtbanken van eerste aanleg van het land. Evenmin zijn er bij de politieparketten en politierechtbanken van de gerechtelijke arrondissementen Leuven, Brussel en Nijvel strafinformaties, strafonderzoeken en/of strafrechtsplegingen hangend.

    3.6. Op 31 juli 2014 geeft de gouverneur van de provincie VlaamsBrabant zijn advies over de nieuwe voordracht van verzoeker voor het ambt van burgemeester. Hij maakt andermaal voorbehoud.

    3.7. Op 1 september 2014 beslist de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding dat verzoeker niet wordt benoemd tot burgemeester van de gemeente Linkebeek.

    Abis-6-4/20

    Deze beslissing steunt in het bijzonder op de volgende motieven:

    “Gelet op het besluit van de gemeenteraad van Linkebeek van 30 juni 2014 houdende de bevestiging van de voordrachtakte van de heer Damien Thiéry als kandidaat-burgemeester en diens aanstelling als aangewezen-burgemeester;

    Overwegende dat de voordrachtakte ontvankelijk is;

    Gelet op het advies van de procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Brussel, uitgebracht op 29 juli 2014 , [...];

    Gelet op het advies van de gouverneur van de provincie VlaamsBrabant, uitgebracht op 31 juli 2014, waarin voorbehoud wordt gemaakt [...] bij de benoeming van de heer Damien Thiéry;

    Overwegende dat overeenkomstig artikel 13bis, § 6, van de Nieuwe Gemeentewet de gemeenteraad bij bevestiging door de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van de beslissing tot weigering over dertig dagen beschikt vanaf de datum waarop de beslissing tot weigering definitief is geworden om door een stemming een nieuwe voordrachtakte te bevestigen;

    Overwegende dat artikel 59, § 1bis, van het Gemeentedecreet stipuleert dat een voorgedragen kandidaat-burgemeester die niet werd benoemd, zoals in casu het geval, tijdens dezelfde bestuursperiode niet meer opnieuw kan worden voorgedragen, tenzij op basis van nieuwe feiten of nieuwe gegevens;

    Overwegende dat de gemeenteraad van Linkebeek op 30 juni 2014 heeft beslist om de voordrachtakte van de heer Damien Thiéry als kandidaat-burgemeester en diens aanstelling als aangewezenburgemeester, te bevestigen;

    Overwegende dat uit de motivering van die beslissing blijkt dat de gemeenteraad deze beslissing steunt op de volgende twee elementen, die in de beslissing zelf worden beschouwd als ‘nieuwe feiten’ in de zin van artikel 59, § 1bis, van het Gemeentedecreet: - het arrest nr. 227.776 van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT