Décision judiciaire de Raad van State, 16 juin 2014

Date de Résolution16 juin 2014
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

IXe KAMER

A R R E S T

nr. 227.706 van 16 juni 2014 in de zaak A. 199.817/IX-8097

In zake: Luc VAN RUSSELT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Kris Wauters kantoor houdend te 1170 Brussel Terhulpsesteenweg 187 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

het GEMEENSCHAPSONDERWIJS, vertegenwoordigd door de scholengroep 16 Midden-Limburg bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Günther L’heureux kantoor houdend te 1040 Brussel Wetstraat 26/7 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

1. Het beroep, ingesteld op 13 april 2011, strekt tot de nietigverklaring van:

“1. de beslissing van 1 februari 2011 van de raad van bestuur van de scholengroep 16 Midden-Limburg om mevrouw Anne Smeyers aan te stellen als algemene directeur van de Scholengroep 16 Midden Limburg. 2. de impliciete beslissing van de raad van bestuur van de scholengroep 16 Midden-Limburg tot niet benoeming tot het mandaat van algemene directeur van [Luc Van Russelt] van de Scholengroep 16 Midden-Limburg. 3. de beslissing van onbekende datum van de selectiecommissie waarbij mevrouw Anne Smeyers en de heer [A.D.M.] gelijk gerangschikt worden en beide kandidaten gelijkwaardig en geschikt geacht worden voor het ambt van algemeen directeur en [Luc Van Russelt] geen 70% behaalt waarbij hij niet in aanmerking komt voor voordracht voor het mandaat van algemene directeur […] van de Scholengroep 16 Midden-Limburg.”

IX-8097-1/25

II. Verloop van de rechtspleging

2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

Auditeur Jurgen Neuts heeft een verslag opgesteld.

De verzoekende partij en de verwerende partij hebben een laatste memorie ingediend.

De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 26 mei 2014.

Kamervoorzitter Geert Van Haegendoren heeft verslag uitge-

bracht.

Advocaat Kris Wauters, die verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Roel Meeus, die loco advocaat Günther L’heureux verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

Auditeur Jurgen Neuts heeft een met dit arrest eensluidend ad-vies gegeven.

Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

IX-8097-2/25

III. Feiten

3.1. Verzoeker is directeur in de scholengroep 16 van het Gemeenschapsonderwijs.

3.2. Op 21 september 2010 stelt de raad van bestuur van de scholengroep de richtlijnen vast voor de selectieprocedure voor de aanstelling van een algemeen directeur.

Op 18 oktober 2010 doet de voorzitter van de raad van bestuur een oproep tot kandidatuurstelling voor het mandaat van algemeen directeur.

Drie directeurs – verzoeker, Anne Smeyers en A.D.M. – stellen zich kandidaat.

Met een brief van 6 december 2010 stelt de voorzitter van de raad van bestuur alle kandidaten ervan in kennis dat zij “geslaagd [zijn] voor het assessment”, vraagt hij hen hun dossier “onder gesloten omslag/verpakking” in te dienen en nodigt hij hen uit voor de mondelinge proef op 13 januari 2011.

3.3. Op 12 januari 2011 richt verzoeker zich met een brief met volgende inhoud tot de voorzitter van de raad van bestuur van de scholengroep 16:

“Ik mocht vernemen dat, binnen de procedure kandidering voor algemeen directeur, klacht werd ingediend i.v.m. o.a. het niet correct indienen van een dossier conform de eis van de aan de kandidaten voor het mandaat van algemeen directeur gerichte brief d.d. 06-122010 waarbij benadrukt werd dat het dossier onder gesloten omslag/verpakking moest ingediend worden.

Geachte heer voorzitter, ik kan u bevestigen dat ik de visu heb kunnen vaststellen dat één dossier in een bureaukaft niet onder gesloten omslag of verpakt, werd ingediend. Hiervan zijn nog getuigen.”

In zijn vergadering van 13 januari 2011 neemt de raad van bestuur “akte van de aankondiging van een kandidaat om klacht in te dienen via ‘de geijkte wegen’”, stelt hij van oordeel te zijn “dat de selectieprocedure tot op he-

IX-8097-3/25

den is verlopen conform de bepalingen van het bijzonder decreet betreffende het Gemeenschapsonderwijs, het decreet rechtspositie en de andere toepasselijke regelgeving” en beslist hij onder meer “[d]e zitting van de selectiecommissie van 13.01.2011 te verdagen”, “[d]e kandidaten de kans te geven hun dossier na te kijken, desgevallend te vervolledigen en opnieuw in te dienen op de zetel van de scholengroep op 21.01.2011 tussen 12u00 en 12u30, tegen bewijs van afgifte door de Voorzitter van de RVB” en dat “[d]e kandidaten die geen gebruik wensen te maken van [die] mogelijkheden […] geacht [worden] het door hen op 17.12.2010 ingediende dossier te handhaven”. Verzoeker stelt daaromtrent in een brief van 18 januari 2011 dat deze werkwijze “de gelijke behandeling van de kandidaten aantast” en “eventueel de volledige procedure [kan] aantasten, mocht u beslissen om de onregelmatige kandidaat te prefereren”.

Alleen Anne Smeyers maakt gebruik van de mogelijkheid het door haar ingediende dossier in te kijken.

In zijn vergadering van 25 januari 2011 bevestigt de raad van bestuur de op 13 januari 2011 genomen beslissingen en stelt hij de selectiecommissie samen.

In brieven van 27 januari 2011 deelt verzoeker het volgende mee aan de raad van bestuur van de scholengroep 16, de voorzitter van de raad van het Gemeenschapsonderwijs en de afgevaardigd bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs:

“Ik maak hier voorbehoud voor de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de leden van de raad van bestuur ten overstaan van een correcte, eerlijke benadering/evaluatie van mijn kandidatuur/dossier voor algemeen directeur.

Ik teken dan ook bezwaar aan en dien formeel klacht in tegen zowel de samenstelling van de selectiecommissie als de gang van de huidige selectieprocedure.

Ik wijs op volgende elementen dienaangaande: - Het deel uitmaken van Raad van Bestuur en de betrokkenheid van mijn ex-eega

IX-8097-4/25

- De betrokkenheid van bepaalde leden met minstens één van de betrokken kandidaten AD

- De Raad van Bestuur heeft om een onverklaarbare en niet-gemotiveerde reden de benoeming CoDi SO afgebroken, hoewel ik daar de enige kandidaat was.

- Het onderzoek naar de vermeende illegale/verboden rekeningen, waar mijn naam door de Raad van Bestuur in een kwaad daglicht werd gesteld.

- De eigenaardige rol van de raad van bestuur begin september 2009 (minstens van een paar leden) in mijn kandidatuur voor mentor, oproep welke uitging van de centrale diensten van het GO.”

3.4. Op 1 februari 2011 beslist de raad van bestuur van de scholengroep 16, na een interview door de selectiecommissie, om Anne Smeyers als algemeen directeur aan te stellen. Verzoeker wordt niet in aanmerking genomen voor de voordracht omdat hij “geen 70% behaalde, zoals voorzien in de selectie-criteria”.

3.5. Met een brief van 8 februari 2011 laat de afgevaardigd bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs aan verzoeker weten dat zij “geen onregelmatigheden in de selectieprocedure tot aanduiding van algemeen directeur [kan] vaststellen”.

Ook de raad van bestuur van de scholengroep 16 oordeelt op 10 februari 2011 dat de door verzoeker aangevoerde “bezwaren tegen zowel de samenstelling van de selectiecommissie als de ‘gang van de selectieprocedure’ ongegrond zijn”.

IX-8097-5/25

IV. Ontvankelijkheid van het beroep

Exceptie met betrekking tot het tweede bestreden voorwerp

4. De verwerende partij werpt in haar memorie van antwoord op dat het beroep onontvankelijk is voor zover het gericht is tegen de tweede bestreden beslissing – de impliciete weigering om verzoeker aan te stellen als algemeen directeur van de scholengroep – omdat verzoeker nalaat aan te tonen “dat de impliciete weigeringsbeslissing een schending zou inhouden van de rechtsplicht om [hem] te benoemen of van enige andere verplichting die [hij] tegen de verwerende partij kan inroepen”.

5. Op de terechtzitting verklaart de raadsman van verzoeker dat hij afstand doet van het beroep, wat de tweede bestreden beslissing betreft.

Exceptie met betrekking tot het eerste en het derde voorwerp

6. In een tweede exceptie werpt de verwerende partij op dat verzoeker geen enkele wettigheidskritiek aanvoert op de beslissing van de raad van bestuur of op de beoordeling van de selectiecommissie, terwijl de reden waarom hij niet werd voorgedragen voor benoeming gelegen is in het feit dat hij geen 70% behaalde. Verzoeker bekritiseert evenmin de wettigheid van de richtlijn die 70% als slaagpercentage vooropstelt. De nietigverklaring van de eerste bestreden beslissing kan aan verzoeker dus geen voordeel opleveren, want hoe dan ook zou hij niet in aanmerking komen voor de voordracht. In die mate is het beroep, volgens de verwerende partij, onontvankelijk.

Volgens haar beperkt verzoeker zich trouwens tot “louter beweerde tekortkomingen aan vormvereisten” die niet dienstig betrokken kunnen worden op de derde bestreden beslissing. Nu hij geen middelen aanvoert tegen die derde bestreden beslissing, is het beroep ook in die mate onontvankelijk.

IX-8097-6/25

Beoordeling

7. De exceptie gaat uit van een verkeerde lezing van het verzoekschrift. In het eerste middel betoogt verzoeker dat de raad van bestuur onbevoegd is om een selectieprocedure te organiseren, minstens dat onwettige beoordelings-criteria werden gehanteerd. De nietigverklaring die volgt uit de gegrondheid van dit middel vitieert ipso...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT