Décision judiciaire de Raad van State, 23 janvier 2014

Date de Résolution23 janvier 2014
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 226.199 van 23 januari 2014 in de zaak A. 205.856/XIV-35.093

In zake : Jolein DE SMEDT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Hugo Vandenberghe kantoor houdend te 1030 Brussel Auguste Reyerslaan 171 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken die woonplaats kiest bij de Federale Politie DGS/DSJ gevestigd te 1050 Brussel Fritz Toussaintstraat 8

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 1 augustus 2012, strekt tot de nietigverklaring van “de beslissing genomen door de Directeur-generaal Ondersteuning en Beheer (DGS) van de federale Politie, de heer J.M. Van Branteghem, om mevrouw Jolein De Smedt de hoedanigheid van aspirant-inspecteur van politie definitief te ontnemen op basis van een onregelmatige benoeming wegens arglist of bedrog. Geoordeeld wordt dat de benoeming van aspirant-inspecteur onregelmatig was in de zin van art. IX.1.2.1° RPPol.”.

    XIV-35.093-1/11

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en verzoekster heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Eric Lancksweerdt heeft een verslag opgesteld.

    Verzoekster heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verwerende partij heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 15 januari 2014.

    Kamervoorzitter André Beirlaen heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Hugo Vandenberghe, die verschijnt voor verzoekster, en adviseur Kirsten Peeters, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Eric Lancksweerdt heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  3. Naar aanleiding van haar deelname aan een selectie voor de functie van politie-inspecteur ondergaat verzoekster op 29 september 2010 een

    XIV-35.093-2/11

    gezondheidsbeoordeling. Daarbij dient zij een vragenlijst in te vullen. Eén van de vragen is de volgende:

    “Bent u voor een geestesziekte of een andere psychiatrische aandoening in behandeling of in behandeling geweest?”

    Verzoekster kruist “neen” aan.

    Op 7 december 2010 wordt aan verzoekster meegedeeld dat ze geschikt wordt bevonden. Op 3 oktober 2011 vangt ze haar opleiding aan.

    Tijdens deze opleiding doen zich een aantal problemen voor. Dit leidt ertoe dat de geschiktheid van verzoekster in vraag wordt gesteld. Er wordt een specialistische expertise uitgevoerd (verslag van 24 mei 2012 van dr. Lindemans), waaruit blijkt dat verzoekster ongeschikt is om politionele verantwoordelijkheden op te nemen en dat de dracht van een vuurwapen moet afgeraden worden.

    In een nota van 11 juni 2012 stelt dr. Van Laethem van de DSW-arbeidsgeneeskunde dat bij nazicht van verzoeksters medisch dossier dat werd opgemaakt ter gelegenheid van de voorafgaande gezondheidsbeoordeling moet opgemerkt worden dat de medische vragenlijsten foute verklaringen bevatten. Hij besluit:

    “(…)

    AINP Jolein De Smedt werd op 7 december 2010 medisch geschikt verklaard voor de functie van politie-inspecteur. Deze geschiktheidsverklaring was een rechtstreeks gevolg van het feit dat essentiële informatie werd onthouden door betrokkene tijdens de voorafgaandelijke gezondheidsbeoordeling.”

    Op 25 juni 2012 wordt de bestreden beslissing genomen. Deze beslissing stelt onder meer:

    “(…)

    De benoeming van aspirant-inspecteur Jolein DE SMEDT bij de federale politie is onregelmatig in de zin van Art IX.I.2, 1° RPPol (Ref 1).

    Bijgevolg maakt betrokkene met toepassing van dit artikel, en aangezien het hier om een geval van arglist of fraude gaat, ambtshalve en zonder opzegtermijn, het voorwerp uit van een definitieve ambtsontheffing op datum van 25-06-2012 om 24:00u

    (…)”.

    XIV-35.093-3/11

    In de bestreden beslissing worden volgende feiten vermeld die aan de grondslag van de beslissing liggen:

    “Naar aanleiding van een aantal problemen die aspirant-inspecteur Jolein DE SMEDT had op de politieschool PIVO, werd zij door de arbeidsgeneeskundige dienst gezien.

    Op 11 juni 2012 maakte de arbeidsgeneesheer Koen VAN LAETHEM een nota over waarin hij besluit dat "de geschiktheidsverklaring van AINP Jolein DE SMEDT, een rechtstreeks gevolg was van het feit dat essentiële informatie werd onthouden door betrokkene tijdens de voorafgaandelijke gezondheidsbeoordeling" m.a.w, er is sprake van foutieve verklaringen tijdens de gezondheidsbeoordeling in het raam van de selectieprocedure (Ref 2)

    Naar aanleiding van deze nota werd door mijn dienst TIWK op 13 juni 2012 proces-verbaal BR.21.IVID.000051/2012 opgesteld ten laste van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT