Décision judiciaire de Raad van State, 15 janvier 2014

Date de Résolution15 janvier 2014
JuridictionAndere
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 226.093 van 15 januari 2014 in de zaak A. 207.090/XIV-35.223

In zake : XXXX

tegen :

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën Rechtskundige dienst FOD Financiën North Galaxy – Toren B, 26ste verdieping kantoor houdend te 1030 Brussel Koning Albert II-laan 33, bus 15 alwaar woonplaats wordt gekozen -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 6 november 2012, strekt ertoe “(verzoeksters) verzoek tot hervatting van het geding dan wel haar beroep tot herziening te willen inwilligen gezien in het arrest nr. 221.175 van 24 oktober 2012 van de Raad van State geen rekening werd gehouden met het achtergehouden stuk hoewel verzoekster binnen de zestig dagen dit nieuw ontdekte stuk aan haar dossier had toegevoegd”.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Bij beschikking nr. 567 van 12 december 2012 wordt besloten dat de uitvoering van het arrest nr. 221.175 van 24 oktober 2012 niet wordt geschorst.

    De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en verzoekster heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    XIV-35.223-1/9

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Eric Lancksweerdt heeft een verslag opgesteld.

    Verzoekster heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 4 december 2013.

    Kamervoorzitter André Beirlaen heeft verslag uitgebracht.

    Verzoekster, die verschijnt in persoon, en attaché Selim Dedeli, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Eric Lancksweerdt heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  3. In ’s Raads arrest nr. 221.175 van 24 oktober 2012 wordt uitspraak gedaan over het beroep dat verzoekster had ingesteld tegen de mondelinge beslissing van de gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur te Hasselt betreffende haar werkhervatting, meer bepaald haar tewerkstelling als teamchef te Geel vanaf 1 oktober 2011. De feiten die aanleiding gaven tot dit arrest zijn erin vermeld.

    Met een aangetekende brief van 31 oktober 2012 vraagt verzoekster aan de Raad van State de “uitbreiding van het annulatieberoep” en een

    XIV-35.223-2/9

    “voortzetting van de rechtspleging” omwille van daags voordien ontvangen nieuwe stukken. Die stukken worden in bijlage bij het schrijven gevoegd.

    Op 6 november 2012 dient verzoekster voorliggend verzoekschrift in.

    Met een brief van 13 november 2013 laat verzoekster de Raad van State weten dat zij bij de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt een strafklacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend.

    IV. Nadere omschrijving van het voorwerp van het beroep

    Verzoekster omschrijft het voorwerp van haar beroep dubbelzinnig. Een “verzoek tot hervatting van het geding” is in casu niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT