Décision judiciaire de Raad van State, 28 novembre 2013

Date de Résolution28 novembre 2013
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 225.622 van 28 november 2013 in de zaak A. 205.209/VII-38.557.

In zake : de NV ELECTRAWINDS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Alex De Visscher kantoor houdend te 8000 Brugge Ezelstraat 25 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE

OOST-VLAANDEREN

Tussenkomende partij : de GEMEENTE HAMME bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Wim De Cuyper en Stefan Walgraeve kantoor houdend te 9100 Sint-Niklaas Vijfstraten 57 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 13 juni 2012, strekt tot de

    nietigverklaring van het besluit van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen

    van 19 april 2012 waarbij het beroep aangetekend tegen de beslissing van het

    college van burgemeester en schepenen van de gemeente Hamme van 25 oktober

    2011, houdende weigering van de milieuvergunning aan de NV Electrawinds voor

    het exploiteren van een windturbine, gelegen aan de Priester Edward Poppestraat te

    Hamme, niet wordt ingewilligd en de beroepen beslissing wordt bevestigd.

    VII-38.557-1/22

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend

    en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    De tussenkomende partij heeft een verzoekschrift tot

    tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van

    17 september 2012. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Eerste auditeur Peter Provoost heeft een verslag opgesteld.

    De verzoekende partij heeft een verzoek tot voortzetting van het

    geding en een laatste memorie ingediend. De tussenkomende partij heeft een

    laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft

    plaatsgevonden op 27 juni 2013.

    Kamervoorzitter Luc Hellin heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Dries Tanghe, die loco advocaat Alex De Visscher

    verschijnt voor de verzoekende partij, jurist Fabienne Vanderstraeten, die

    verschijnt voor de verwerende partij, en advocaat Clive Rommelaere, die loco

    advocaten Wim De Cuyper en Stefan Walgraeve verschijnt voor de

    tussenkomende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Peter Provoost heeft een met dit arrest

    eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der

    talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State,

    gecoördineerd op 12 januari 1973.

    VII-38.557-2/22

    III. Feiten

    3.1. Op 5 september 2011 dient de verzoekende partij een

    milieuvergunningsaanvraag in voor de exploitatie van een windturbine aan de

    Priester Edward Poppestraat te Hamme, deelgemeente Moerzeke. Tijdens het

    openbaar onderzoek worden dertien bezwaren ingediend. Op 25 oktober 2011

    weigert het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Hamme de

    vergunning.

    3.2. De verzoekende partij dient een administratief beroep in.

    3.3. De volgende adviezen worden hierop verleend :

    - de afdeling Milieuvergunningen adviseert ongunstig;

    - het Vlaams Energieagentschap en de Interdepartementale Windwerkgroep

    adviseren gunstig;

    - de provinciale milieudeskundige adviseert gunstig, en stelt bijzondere

    vergunningsvoorwaarden voor;

    - de afdeling Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen adviseert stilzwijgend

    gunstig;

    - de Provinciale Milieuvergunningscommissie adviseert gunstig, en stelt

    bijzondere vergunningsvoorwaarden voor.

    3.4. Op 19 april 2012 wordt de bestreden beslissing genomen : de

    vergunning wordt geweigerd.

    Zij luidt onder meer als volgt :

    "Gelet op het beroepschrift op ingediend door mr. CRIVITS & PERSYN (voor de exploitant), dat de volgende beroepsargumenten bevat: 1. m.b.t. het planologisch aspect: - Op basis van de clichering kunnen windturbines in landbouwgebied toegestaan worden. Het college houdt ten onrechte en op verkeerde wijze rekening met enige bepalingen van het ruimtelijk structuurplan en verwijst in haar weigeringsbeslissing verschillende keren naar het provinciale beleidskader windturbines, dat deel uitmaakt van het

    VII-38.557-3/22

    provinciaal ruimtelijk structuurplan. Beide vormen geen beoordelingsgrond voor de weigering van een milieuvergunningsaanvraag. (schending van art. 2.1.2§7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening). - Het college maakt in haar beslissing een tegenstrijdige redenering. Het college stelt aan de ene kant dat de aanduiding van de potentiële inplantingslocaties slechts indicatief is (en dus niet exact bepaald), maar aan de andere kant stelt ze daarbij dat de inplanting van de aangevraagde windturbine zich buiten de potentiële inplantingslocaties voor windturbines bevindt, en verbindt ze daaraan een beslissende rol.

    - Het algemeen belang primeert en dit is gebaat met de inplanting van de betreffende windturbine.

  3. m.b.t. geluid: - Krachtens art. 5.20§2 van VLAREM II zijn er geen geluidsnormen van toepassing; wel zijn er volgens de Omzendbrief milieukwaliteitsnormen, maar deze kunnen niet verplicht worden opgelegd.

    - Gelet op de afstand van de woningen tot de windturbines is er geen sprake van geluidshinder en is er volgens de omzendbrief geen geluidsstudie nodig. Toch heeft Electrawinds een geluidsstudie laten uitvoeren. Uit deze studie blijkt dat de richtwaarden kunnen gehaald worden.

    - Het college stelt dat 'het voldoen aan de richtwaarde niet wil zeggen dat de turbine(s) daarom niet hoorbaar zijn ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning of woonzone, terwijl het eerder al had erkend dat de normen niet van toepassing zijn op het project. Het college gaat daarmee volledig in tegen haar eigen motivering en de bestaande normen.

  4. m.b.t. slagschaduw: - Ook hier heeft de omzendbrief geen verordenende kracht. Toch heeft de exploitant een studie uitgevoerd. Uit deze studie blijkt dat, behalve bij receptor A, overal onder de norm van 30 uur effectieve slagschaduw per jaar wordt gebleven.

    - Het college stelt ten onrechte dat de ervaring met de 2 bestaande turbines leert dat het effect van de slagschaduw niet mag worden onderschat en dat het slagschaduweffect steeds als hinderlijk zal ervaren worden.

    Verder bevat het beroepsschrift nog een bespreking van de bezwaarschriften geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek. Daaruit besluit men dat het college duidelijk een verkeerde toepassing maakt van de verschillende richtlijnen, in tegenstelling tot de motivering van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar bij toekenning van de stedenbouwkundige vergunning.

    Gelet op de aangetekende brief van 24 november 2011 waarmee dit beroep ontvankelijk en volledig verklaard werd;

    Gelet op het ongunstig advies van 19 januari 2012 van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieuvergunningen dienst

    VII-38.557-4/22

    Oost-Vlaanderen (afgekort LNE), overwegende:

    - dat inzake geluid de meest kritische woningen gelegen zijn op ca. 300 m ten oosten in de Priester Poppestraat; dat de nachtnorm op de limiet zou kunnen gehaald worden t.h.v. deze woningen; dat een immissieberekening op een hoogte van 4 m dient aan te tonen dat de norm kan gehaald worden; dat de aard en het karakter van het geluid wel hinder kan veroorzaken bij maximaal toerental; dat een reductie van het toerental ambtshalve kan opgelegd worden indien de norm t.h.v. de dichtst bijzijnde woningen overschreden wordt;

    - dat inzake slagschaduw er voerschrijdingen zijn van de 8-uur norm t.h.v. 8 receptoren; dat het niet duidelijk is hoeveel woningen en/of kantoorgebouwen door de 8-uur contour zullen gevat worden; dat een bijkomende berekening van de 8-uur contour vereist is, evenals een engagement dat de turbine stilgelegd wordt tijdens deze periodes;

    Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap Ruimtelijke Ordening, Afdeling Oost-Vlaanderen (afgekort IVA-RO);

    Gelet op het gunstig advies van 4 januari 2012 van het Vlaams Energieagentschap (afgekort VEA);

    Gelet op het gunstig advies van 9 januari 2012 van het Vlaams Energieagentschap - Interdepartementale Windwerkgroep (afgekort VEA);

    Gelet op het gunstig advies van 16 februari 2012 van de provinciale milieudeskundige, waarin het volgende wordt gesteld:

    Het ingediende beroep wordt deels gegrond verklaard.

    De bestreden beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Hamme van 25 oktober 2011 wordt opgeheven.

    De vergunning kan worden verleend voor een termijn van 20 jaar onder de gecoördineerde milieuvergunningsvoorwaarden, overwegende: • dat voorliggende aanvraag de exploitatie beoogt van 1 windturbine; • de ligging van de projectzone volgens het gewestplan in agrarisch gebied, een bestemming waarmee de inrichting strikt genomen niet planologisch verenigbaar is;

    • dat, door de recente wijziging van de Vlaamse Codex, de overheid die dient te beslissen in het kader van de milieuvergunningsaanvraag kan afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, gelet op de standaardtypebepalingen van landbouw;

    • dat er tijdens het openbaar onderzoek in eerste aanleg 13 bezwaarschriften ingediend werden;

    • dat de windturbine net niet gelegen is in een gebied dat volgens het goedgekeurde provinciale beleidskader 'Windturbines' aangeduid is als zijnde een potentiële zoekzone; dat de bundeling met het industrieterrein Zwaarveld en de 2 in exploitatie zijnde windturbines wel in overeenstemming is met de beleidsvisie van de provincie;

    • dat de geplande windturbine identiek (qua type en afmetingen) zal zijn aan de bestaande windturbines;

    • dat de dichtste woongebieden en de dichtste vreemde woningen op meer dan 250 m van de inplantingsplaats gelegen is;

    • dat significante effecten op avifauna en vleermuizen niet verwacht

    VII-38.557-5/22

    worden; • dat uit de veiligheidsstudie blijkt dat het directe risico voor personen in de omgeving voldoet aan de in Vlaanderen gehanteerde criteria; • de definitieve goedkeuring van de sectorale voorwaarden m.b.t windturbines door de Vlaamse Regering;

    • dat uit de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT