Décision judiciaire de Raad van State, 21 novembre 2013

Date de Résolution21 novembre 2013
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 225.546 van 21 november 2013 in de zaak A. 205.541/VII-38.586.

In zake : Khalled AKAJJOUA bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Sven Mary kantoor houdend te 1060 Brussel Afrikastraat 92 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 9 juli 2012, strekt tot de nietigverklaring van de beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken van 10 mei 2012 waarbij de identificatiekaarten van Khalled Akajjoua voor het uitoefenen van bewakingsactiviteiten gedeeltelijk worden ingetrokken.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en verzoeker heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Walter Van Noten heeft een verslag opgesteld.

    VII-38.586-1/29

    Verzoeker heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2013.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Valérie Schippers, die loco advocaat Sven Mary verschijnt voor verzoeker, en attaché Bert Hoffer, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Walter Van Noten heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Aan verzoeker werden sinds maart 2009 verscheidene identificatiekaarten toegekend voor het uitoefenen van bewakingsactiviteiten.

    3.2. Naar aanleiding van de aanvraag voor een bijkomende identificatiekaart wordt een onderzoek ingesteld naar het voldoen van verzoeker aan de veiligheidsvoorwaarden vereist door de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid (hierna : bewakingswet). Het verslag over dat onderzoek van 10 oktober 2011 maakt melding van een proces-verbaal van 28 januari 2011 uitgaande van de politie te Antwerpen inzake opzettelijke slagen en verwondingen, een proces-verbaal van 17 april 2005 uitgaande van de politie Antwerpen Noord inzake wederzijdse opzettelijke slagen en verwondingen en een

    VII-38.586-2/29

    proces-verbaal van 24 april 1997 uitgaande van de politie te Antwerpen inzake bedreiging met bevel of voorwaarde.

    3.3. Met een aangetekende brief van 16 november 2011 wordt aan verzoeker meegedeeld dat de minister van Binnenlandse Zaken op basis van de in het verslag over het gevoerde veiligheidsonderzoek vermelde feiten overweegt zijn identificatiekaarten in te trekken en te weigeren. Er wordt eveneens meegedeeld dat verzoeker over vijftien werkdagen beschikt om bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie inzage te nemen van het administratief dossier en over veertig werkdagen om zijn verweermiddelen bij aangetekende brief over te maken.

    3.4. Bij schrijven van 12 december 2011 dient verzoeker een verweerschrift in.

    3.5. Op 19 maart 2012 vindt een hoorzitting plaats.

    3.6. Op 10 mei 2012 neemt de minister van Binnenlandse Zaken de thans bestreden beslissing. De minister stelt vast dat verzoeker "niet voldoet aan de voorwaarden voor wat betreft het uitvoerend personeel, gesteld in artikel 6, lid 1, 8° van de bewakingswet en dit voor wat betreft alle activiteiten van toezicht op en controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet toegankelijke plaatsen zoals voorzien in artikel 1 § 1, 5° van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid". Aan verzoeker wordt wel nog toegestaan om activiteiten van goederenbewaking uit te oefenen.

    De motivering van die beslissing luidt als volgt :

    "(…)

    Overwegende dat in april 2011 de administratie een nieuwe aanvraag mocht ontvangen tot het bekomen van een identificatiekaart voor uw persoon en dit van de vergunde bewakingsonderneming Focus Security BVBA; dat er echter opnieuw een veiligheidsonderzoek vereist bleek aangezien u gekend bleek voor recente feiten van 2011.

    Overwegende dat dit feit als volgt kan samengevat worden:

    De politie kon op videobeelden (die werden gemaakt door een persoon die

    VII-38.586-3/29

    verder anoniem wenst te blijven) vaststellen dat een klant van een dancing naar buiten wordt geleid door een portier en erna een vuistslag van laatstgenoemde krijgt. Hierdoor komt de persoon ten val. Na de toegediende slag gaat de dader onmiddellijk terug naar binnen zonder zich verder om het slachtoffer te bekommeren hoewel deze persoon nochtans duidelijk buiten bewustzijn is en geen tekenen van leven meer vertoont. Andere personen ontfermen zich uiteindelijk om het slachtoffer en dienen hem te ondersteunen.

    De politie stelt vast dat u de dader van deze feiten betreft.

    U verklaart eerst dat u nergens van af weet maar wijzigt - na confrontatie met de beelden - uw verklaring in die zin dat u de man inderdaad geslagen heeft nadat die eerder door uw collega's diende te worden buitengezet uit de zaak en hij maar bleef tegenwringen. U besefte niet dat de man gevallen was na het toedienen van de slag.

    Nadien 'verduidelijkt' u opnieuw uw verklaring en stelt u dat u 'geen slag heeft gegeven maar een duw in het aangezicht'.

    Er werd aan het proces-verbaal geen verklaring van het slachtoffer toegevoegd omdat deze niet kon geïdentificeerd worden door de verbalisanten.

    Overwegende dat u in uw schriftelijk verweer d.d. 15 december 2011 het volgende verklaart in verband met deze feiten:

    U identificeert het slachtoffer als zijnde de heer Kinakh en stelt dat deze door twee collega-portiers werd buitengezet waarop een schermutseling ontstond tussen deze klant en de portiers. Toen eerstgenoemde zich opnieuw toegang wenste te verschaffen tot de zaak en hij hierbij achterwaarts door u buiten werd geduwd gaf u hem een duw in het aangezicht waarop de man ten val kwam. U ging erna naar binnen, vooreerst om de situatie niet te laten escaleren maar ook omdat de klant reeds geholpen werd door omstaanders. U beklaagt verder de schriftelijke weergave van de beelden vermits die niet volledig zijn en pas aanvangen op het ogenblik dat de klant de zaak opnieuw wenst te betreden. Van de voorgaande schermutseling is er echter geen weergave zodanig dat slechts een gedeeltelijk beeld wordt geschetst. Zo lijkt het immers of het slachtoffer de toegang heeft ontzegd en een duw heeft gegeven zonder enige aanleiding terwijl uit de verklaring van de chef-kok blijkt dat de klant eerder op de avond een agressieve houding had aangenomen. Laatstgenoemde heeft tevens nadien een schrijven opgemaakt waarin hij stelt dat hij geen verdere gevolgen wenst voor u en zou volgens u beseffen dat zijn gedrag die bewuste avond verkeerd was. Omwille van dit schrijven dat u in bijlage voegt en dat tevens door u aan het parket werd overgemaakt, werd het dossier geklasseerd om opportuniteitsredenen.

    Overwegende dat u op datum van 20 maart 2012 bij wege van uw raadsman nog enkele verklaringen overmaakt, vooreerst van een getuige van de feiten, de heer Arras die stelt ook te zien te zijn op de beelden en die verklaart dat het slachtoffer zowel verbaal als fysiek zeer agressief was op het ogenblik van het gebeuren. Volgens deze getuige zou u zich enkel verdedigd hebben door de klant een duw op de borst te geven toen deze u trachtte te slaan. Nadien zou deze getuige zich om het slachtoffer bekommerd hebben en kreeg hij van u water om aan het slachtoffer te geven. U zou hem ook gevraagd hebben een ambulance te bellen hetgeen hij echter niet heeft kunnen doen omdat hij zich om het slachtoffer bekommerde.

    VII-38.586-4/29

    Verder maakt u tevens twee verklaringen over van enerzijds een collega-portier en anderzijds een kelner van de zaak dewelke beide verklaren dat u enkel uit wettige verdediging handelde.

    Overwegende dat u in uw verhoor ten aanzien van de administratie verklaard heeft dat u aan de klant geen vuistslag heeft gegeven maar enkel een duw of althans een bepaalde beweging waardoor hij ten val kwam. Deze persoon was juist voor de feiten door twee collega's naar buiten begeleid omdat hij binnen in de zaak zijn vrouw had geslagen.

    Na deze duw bent u opnieuw naar binnen gegaan omdat u niet wist dat de persoon zo zwaar gewond was. U heeft echter wel gevraagd van een ambulance te bellen en heeft water voor het slachtoffer besteld.

    Tot slot betuigt u uw spijt en stelt geen agressieve ingesteldheid te hebben. Echter, overwegende dat dit verweer niet overtuigend overkomt, in de eerste plaats omdat de beelden door een geoefende en tevens beëdigde politieagent werd bekeken en door hem als inlichtingen werden weergegeven in het proces-verbaal. Dat hij uw handelen hier als volgt omschrijft:

    'Een man wordt zachthandig naar buiten begeleid. Dit wordt gedaan door een persoon die door middel van zijn rechterhand tegen de bovenarm van de man duwt. Eénmaal het slachtoffer zich buiten het portaal van de zaak bevindt, krijgt deze een vuistslag met de rechterhand in het aangezicht van de man die hem buiten begeleidde. De man die de slag toebrengt, wordt door de politie geïdentificeerd als zijnde AKAJJOUA Khalled. Na het toebrengen van de vuistslag in het aangezicht van het slachtoffer gaat AKAJJOUA onmiddellijk terug de zaak binnen en gunt geen blik aan het slachtoffer. Het slachtoffer komt na de slag onmiddellijk ten val en is duidelijk buiten bewustzijn. Na ongeveer een 5-tal seconden wordt aan het slachtoffer hulp geboden, doch niet door het personeel van de Velvet Lounge. De politie kan duidelijk vaststellen dat het slachtoffer buiten bewustzijn is en dat deze volledig ondersteund dient te worden.'

    Overwegende dat uw stelling als zou de vaststeller dewelke de beelden heeft bekeken, de duw of dergelijke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT