Décision judiciaire de Raad van State, 13 juin 2013

Date de Résolution13 juin 2013
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 223.862 van 13 juni 2013 in de zaak A. 204.098/VII-38.470.

In zake : de VZW AKTIEGROEP LEEFMILIEU KEMPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Gwijde Vermeire kantoor houdend te 9000 Gent Voskenslaan 301 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Steve Ronse en Kaat Decock kantoor houdend te 8500 Kortrijk President Kennedypark 6, bus 24 bij wie woonplaats wordt gekozen

Tussenkomende partij : de PROVINCIALE EN INTERCOMMUNALE DRINKWATERMAATSCHAPPIJ DER PROVINCIE ANTWERPEN (PIDPA) bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Yves Loix en Jo Van Lommel kantoor houdend te 2018 Antwerpen Mechelsesteenweg 27 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 19 maart 2012, strekt tot de

    nietigverklaring van het besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur

    en Cultuur van 9 januari 2012 waarbij, na het verlenen van een vergunning op

    proef, aan de Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der

    VII-38.470-1/40

    Provincie Antwerpen (hierna : PIDPA) de definitieve milieuvergunning wordt

    verleend voor de exploitatie van een grondwaterwinning bestaande uit

    zes productieputten in Balen-Nete met een diepte van 170 meter en met een

    maximaal debiet van 1.690.000 m³/jaar, gelegen aan het Beukenbergsveld 6 te

    Balen, op percelen kadastraal gekend afdeling 3, sectie B, perceelnrs. 230, 241,

    396/2 en 416, en sectie C, perceelnrs. 1560/a, 1878/b en 1881.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend

    en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    De tussenkomende partij heeft een verzoekschrift tot

    tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van

    29 mei 2012. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Auditeur Ronny Vercruyssen heeft een verslag opgesteld.

    De verwerende partij en de tussenkomende partij hebben een

    verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De

    verzoekende partij heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft

    plaatsgevonden op 28 maart 2013.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Gwijde Vermeire, die verschijnt voor de verzoekende

    partij, advocaat Steve Ronse, die verschijnt voor de verwerende partij, en

    advocaten Yves Loix en Jo Van Lommel, die verschijnen voor de tussenkomende

    partij, zijn gehoord.

    VII-38.470-2/40

    Auditeur Ronny Vercruyssen heeft advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der

    talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State,

    gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. De VZW Aktiegroep Leefmilieu Kempen (VALK) streeft

    binnen het arrondissement Turnhout de volgende doeleinden na :

    "- waken over een kwalitatief en kwantitatief optimaal menselijk en natuurlijk leefmilieu; in het bijzonder er de natuur en het milieu te vrijwaren, te behouden, te herstellen en te verbeteren in al zijn vormen, zoals landschap, monumenten, biotopen, dieren, planten evenals lucht, water en bodem;

    - steunen en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek; - propageren van de vooropgestelde ideeën naar het brede publiek (...)".

    3.2. Op 13 december 2004 dient de PIDPA, die instaat voor de

    drinkwatervoorziening in de provincie Antwerpen, bij de deputatie van de

    provincie Antwerpen een milieuvergunningsaanvraag in voor het verder

    exploiteren en veranderen van een drinkwaterproductiecentrum gelegen aan het

    Beukenbergsveld 6 te Balen. Het voorwerp van de aanvraag betreft onder meer een

    grondwaterwinning bestaande uit elf putten gelegen te Balen-Kanaal en zes putten

    gelegen te Balen-Nete met een diepte van 170 meter en een gezamenlijk

    opgepompt debiet van 8.000.000 m³ per jaar.

    3.3. Bij besluit van 16 juni 2005 verleent de deputatie van de

    provincie Antwerpen de gevraagde vergunning voor een termijn eindigend op

    20 augustus 2025. Tevens worden een aantal voorwaarden opgelegd.

    3.4. Tegen voormeld besluit stelt de verzoekende partij bestuurlijk

    beroep in bij de Vlaamse regering.

    VII-38.470-3/40

    3.5. Met een ministerieel besluit van 14 juni 2006 wordt het beroep

    gedeeltelijk gegrond verklaard. Het voorwerp van de vergunning wordt gewijzigd

    in die zin dat er een vergunning wordt verleend voor een termijn eindigend op

    20 augustus 2025 voor de grondwaterwinning te Balen-Kanaal bestaande uit

    elf putten met een diepte van 170 meter en met een maximaal debiet van

    6.250.000 m³/jaar en 20.800 m³/dag, doch voor de grondwaterwinning te

    Balen-Nete wordt slechts een vergunning op proef toegestaan voor een termijn van

    twee jaar. De proefvergunning voor de grondwaterwinning te Balen-Nete wordt

    afhankelijk gesteld van de volgende bijzondere voorwaarden :

    "- De grondwaterstanden moeten steeds in overeenstemming zijn met de standplaatsvoorwaarden voor een gunstige instandhouding van de habitats: • de vegetatieopnames gemaakt door het IN worden geïnterpreteerd volgens de criteria overeenkomstig de ontwerpnota 'Natura 2000 Habitats, doelen en staat van instandhouding versie 1.0' van het Instituut voor Natuurbehoud en AMINAL afdeling Natuur voor de te monitoren percelen dwz de percelen Balen, 2e afdeling sectie C percelen 228, 229, 388, 401, 1563, 1862, 1891a, 1891b, 1922 en 1929a;

    • Hieruit volgt een kaart van de habitats conform de habitatrichtlijn voor 2003 voor de te monitoren percelen;

    • Indien uit deze habitatkaart blijkt dat ze verschilt van het MER dient deze interpretatie voor het ganse studiegebied gemaakt te worden;

    • Het beoordelingskader voor de staat van instandhouding is de ontwerpnota 'Natura 2000 Habitats, doelen en staat van instandhouding versie 1.0' van het Instituut voor Natuurbehoud en AMINAL afdeling Natuur waarin de matrixen opgenomen staan die aangeven of een habitat al dan niet in een gunstige staat van instandhouding is;

    • Door het vastgestelde meetprogramma (zie verder) op percelen waar habitats voorkomen wordt de modelmatige analyse op het terrein getoetst.

    - Het irrigatiesysteem en de waterlopen worden als volgt gemonitord: • Pidpa houdt een logboek bij met o Het dagdebiet van de winning; o De schakeling van de putten; o Het debiet van de irrigatie; o De sturing van de irrigatie van de gemeentelijke visvijvers;

    • Pidpa zorgt dat het irrigatiesysteem steeds onder voldoende druk staat om het irrigatiedebiet van 100 m³/u te kunnen leveren indien nodig. Indien vastgesteld wordt dat gedurende een periode van langer dan een week de irrigatie om welke technische reden dan ook haar taak niet vervult, kan de verantwoordelijke van departement LNE, ANB, in overleg met Pidpa de winning van Balen-Nete laten

    VII-38.470-4/40

    stilleggen indien het irrigatiesysteem of een waterloop dreigt droog

    te vallen. - Het grondwater wordt als volgt gemonitord: • De exploitant voorziet 5 peilputten en 1 peillat van een logger die met een meetinterval van eenmaal per dag het (grond)waterpeil registreert. De bepaling van de locaties van de bij te plaatsen peilputten en van de peilputten die voorzien dienen te worden van loggers, gebeurt in samenspraak met de afdelingen Water van de VMM en ANB;

    - Pidpa bezorgt om de 3 maanden digitaal alle relevante meetgegevens aan de ANB.

    - De exploitant dient op basis van de resultaten een rapport op te stellen waarin wordt nagegaan of: • de gemeten grond/oppervlaktewaterstanden in overeenstemming zijn met de berekende waarden van het grondwatermodel opgesteld i.f.v. het MER; • de staat van instandhouding van de gemonitorde percelen gegarandeerd is; • de conclusies van het MER correct zijn. Indien de conclusies van het MER onderschat zijn, moet worden nagegaan of er een significante aantasting kan zijn en indien ja, bij welk debiet eventueel een duurzame instandhouding van de habitats en een duurzame situatie van het watersysteem mogelijk is.

    - Dit rapport dient ten laatste 6 maanden vóór het verstrijken van de proefvergunning voor evaluatie overgemaakt te worden aan de afdeling Milieuvergunningen, ANB en afdeling Water van de VMM en aan het INBO.

    - De debieten worden beperkt tot 2.400 m³/dag in de periode van 1 mei t.e.m. 31 augustus. Tijdens deze periode is een verhoging van het maximale dagdebiet tot 7.200 m³ enkel toegestaan bij het optreden van calamiteiten. Dit moet steeds onmiddellijk worden gemeld aan de afdeling Milieu-inspectie".

    3.6. Het studiebureau Royal Haskoning maakt in opdracht van de

    PIDPA op 11 december 2007 haar definitief rapport op, genaamd "Winning Balen

    - proefvergunning Balen-Nete en vegetatiemonitoring Balen". Bij de algemene

    conclusies inzake de waterwinning te Balen-Nete leest men :

    "In het kader van de rapportering voor de proefvergunning van de waterwinning te Balen-Nete kunnen volgende algemene conclusies gesteld worden: 1. uitvoering en opvolging van alternatief 1 (zie 4.1): het gehanteerde gemiddelde pomp- en irrigatieregime stemt grotendeels overeen met alternatief 1 uit het MER, wat overeenkomt met de proefvergunning voor Balen-Nete;

    VII-38.470-5/40

    2. er zijn verschillen tussen de metingen en de modelresultaten vastgesteld. Voornamelijk wordt een grotere amplitude in de metingen vastgesteld, in het bijzonder in de GLG. Dit verschil neemt af naarmate verder en ondieper ten opzichte van de pompput gemeten wordt.

  3. natuurtechnische maatregelen (zie 4.1 en 4.2): de uitgevoerde natuurtechnische maatregelen (o.a. irrigatiesysteem) vervullen op een effectieve wijze de voorziene functie;

  4. waterregime (zie 4.2): rekening houdend met randvoorwaarden en beperkingen van het grondwatermodel, levert het model een goed resultaat op. Het verschil met de berekende waarden van het grondwatermodel van het MER is te wijten aan het resultaat van meerdere factoren:

    -...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT