Décision judiciaire de Raad van State, 30 mai 2013

Date de Résolution30 mai 2013
JuridictionAndere
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIIe KAMER

A R R E S T

nr. 223.652 van 30 mei 2013 in de zaak A. 208.045/XII-7260

OCMW-RAADSVERKIEZING VAN 2 JANUARI 2013 TE SINT-NIKLAAS

In zake: 1. Frans WYMEERSCH 2. Guido VERGULT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Patrick De Roo kantoor houdend te 2000 Antwerpen Britselei 7 bus 10 bij wie woonplaats wordt gekozen

Belanghebbende partijen:

  1. Johan UYTDENHOUWEN 2. Jens VREBOS beiden woonplaats kiezend bij Johan Uytdenhouwen Grote Peperstraat 16 9100 Sint-Niklaas 3. de STAD SINT-NIKLAAS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Frank Judo kantoor houdend te 1000 Brussel Keizerslaan 3 bij wie woonplaats wordt gekozen

    -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  2. Met een op 20 februari 2013 ingediend verzoekschrift stellen Frans Wymeersch en Guido Vergult beroep in tegen de beslissing van 13 februari 2013 van de Raad voor verkiezingsbetwistingen in de provincie Oost-Vlaanderen

    XII-7260-1/12

    waarbij de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn van de stad SintNiklaas, door de gemeenteraad op 2 januari 2013, geldig wordt verklaard.

    II. Verloop van de rechtspleging

  3. De belanghebbende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend.

    Auditeur Iris Verheven heeft een verslag opgesteld.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 23 april 2013.

    Kamervoorzitter Johan Lust heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Patrick De Roo, die verschijnt voor verzoekers en advocaat Frank Judo, die verschijnt voor de belanghebbende partijen, zijn gehoord.

    Auditeur Iris Verheven heeft een advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  4. Tijdens zijn installatievergadering van 2 januari 2013 gaat de gemeenteraad van Sint-Niklaas over tot de verkiezing van de dertien leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te Sint-Niklaas. Er zijn twee voordrachtsakten ingediend, te weten een gezamenlijke voordrachtsakte voor de lijsten NV-A, sp.a.-Groen, CD&V,

    XII-7260-2/12

    Open VLD en SOS 2012, en een voordrachtsakte voor de lijst Vlaams Belang. Voor vijf van de twaalf kandidaat-werkende leden op de gemeenschappelijke voordrachtsakte is geen kandidaat-opvolger vermeld.

    Verkozen worden de twaalf kandidaat-werkende leden op de voormelde gezamenlijke voordrachtsakte en het eerste kandidaat-werkend lid op de voordrachtsakte voor de lijst Vlaams Belang.

    Tegen de verkiezing wordt door verzoekers – respectievelijk voordragend gemeenteraadslid en kandidaat-werkend OCMW-raadslid voor Vlaams Belang – bezwaar ingediend bij de Raad voor verkiezingsbetwistingen in de provincie Oost-Vlaanderen. Zij laten in essentie gelden dat vijf kandidaatwerkende leden op de gezamenlijke voordrachtsakte werden voorgedragen zonder kandidaat-opvolger en dat artikel 10, § 1, vierde lid, van het decreet van 19 december 2008 'betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn' (hierna: het OCMW-decreet) bepaalt dat de voordrachtsakte alleen ontvankelijk is als voor elk kandidaat-werkend lid een of meer kandidaatopvolgers worden vermeld.

    Het bezwaar wordt op 13 februari 2013 door de Raad voor verkiezingsbetwistingen verworpen, finaal omdat “de bezwaarindieners niet [kunnen] aantonen dat het gebrek in de gezamenlijke voordrachtakte, van invloed is geweest op het stemgedrag van de gemeenteraadsleden, en aldus op het uiteindelijke stemresultaat”.

    IV. Regelmatigheid van de procedure

    4. Er is reden om de “antwoordnota” van verzoekers uit de debatten te weren. De procedureregeling voorziet niet in de neerlegging van een dergelijk procedurestuk.

    XII-7260-3/12

    V. Ontvankelijkheid

    Exceptie

    5. Volgens derde belanghebbende partij is het verzoekschrift onontvankelijk bij gebreke van duidelijk geformuleerde middelen; de verwoorde grieven maken het schier onmogelijk om zich ertegen te verdedigen.

    Beoordeling

    6. Verzoekers maken genoeg duidelijk dat zij alsnog het bezwaar ingewilligd willen zien worden dat zij bij de Raad voor verkiezingsbetwistingen indienden tegen de verkiezing van twaalf van de dertien leden van de raad voor maatschappelijk welzijn omdat hun voordrachtsakte vanwege artikel 10, § 1, vierde lid, van het OCMW-decreet onontvankelijk was doordat vijf...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT