Décision judiciaire de Raad van State, 17 mai 2013

Date de Résolution17 mai 2013
JuridictionSchorsing UDN
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VOORZITTER VAN DE IXe KAMER

A R R E S T

nr. 223.511 van 17 mei 2013 in de zaak A. 208.688/IX-7990

In zake : de BVBA F.A. BART CELEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Iris Exelmans kantoor houdend te 3290 Diest Schellekensberg 28 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het DIRECTIECOMITÉ VAN DE FEDERALE AUTORITEIT VOOR FINANCIËLE DIENSTEN EN MARKTEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Dirk Lindemans en Aube Wirtgen kantoor houdend te 1000 Brussel Keizerslaan 3 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering

  1. De vordering, ingesteld op 1 mei 2013, strekt tot de schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de beslissing van het directiecomité van de Federale Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (hierna: de FSMA) van 9 april 2013 meegedeeld aan de BVBA F.A. Bart Celen, op 11 april 2013, waarbij het directiecomité van de FSMA akte heeft genomen van het ambtshalve verval van de inschrijving van de BVBA F.A. Bart Celen in het register van de verzekeringstussenpersonen, in toepassing van artikel 13bis, § 2, van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen (hierna: de wet van 27 maart 1995).

    IX-7990-1/12

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een nota ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzittingen, die hebben plaatsgevonden op 8 mei 2013 en op 15 mei 2013.

    Staatsraad Daniël Moons heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Iris Exelmans, die verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Dirk Lindemans, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Auditeur Alexander Van Steenberge heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Tot aan de bestreden beslissing was de verzoekende partij ingeschreven in het register van de verzekeringstussenpersonen in de categorie van de verzekeringsmakelaars.

    3.2. Op 3 december 2012 deelt de VZW Ombudsdienst Verzekeringen (hierna: de Ombudsdienst), per e-mail een kopie van de klacht van Leo Swennen mee aan de FSMA, gericht tegen de verzoekende partij.

    IX-7990-2/12

    De Ombudsdienst bericht de verwerende partij dat zij pas na een aangetekende brief een eerste, onvolledige reactie op die klacht ontving van de raadsvrouw van de verzoekende partij.

    De Ombudsdienst vraagt vervolgens bijkomende informatie.

    Ondanks een herinneringsbrief en een aangetekend schrijven, waarbij de verzoekende partij en haar raadsvrouw werden gewezen op de wettelijke verplichting om toe te treden tot de buitengerechtelijke klachtenregeling van de Ombudsdienst en om in te gaan op elk verzoek om informatie in het kader van die klachtenregeling, werd blijkbaar, volgens de Ombudsdienst, geen gepaste reactie ontvangen.

    3.3. Tijdens zijn zitting van 15 januari 2013 stelt het directiecomité van de verwerende partij vast dat de verzoekende partij de vragen niet heeft beantwoord die haar werden gesteld door de Ombudsdienst, in het kader van voornoemde klacht en dat zij aldus het bepaalde in artikel 10, eerste lid, 6° bis, van de wet van 27 maart 1995 niet nakomt.

    Bijgevolg maant het directiecomité van de verwerende partij de verzoekende partij aan om binnen de maand na de betekening van de aanmaning, het bewijs te leveren dat zij de vragen heeft beantwoord die de Ombudsdienst haar heeft gesteld in het kader van de behandelde klacht.

    Op 17 januari 2013 wordt deze beslissing aangetekend met ontvangstmelding meegedeeld aan de verzoekende partij.

    Dit schrijven luidt als volgt:

    “Bij gebrek aan reactie van uwentwege binnen voormelde termijn van één maand zal het directiecomité het ambtshalve verval acteren van de inschrijving van de verzoekende partij in het register van de verzekeringstussenpersonen.”

    IX-7990-3/12

    Volgens de verwerende partij werd aan dit schrijven door de verzoekende partij geen gevolg verleend.

    3.4. In zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT